zaterdag, juli 08, 2006

De oplossingen van de opgaven 5 en 6
(van 3 en 6 juli)
Opgave 5. Zoals eerder meegedeeld betreft het hier een gecomponeerde opgave en wel van de Perzische dichter (en een beetje schaker kennelijk) Mansur, beter bekend als Firdausi (bij de liefhebbers dan), uit de 10e eeuw! Wit is aan zet; hij staat weliswaar een toren voor, maar hij dreigt mat gezet te worden (Th8) en ook zijn toren op c5 staat in, zodat hij die op zijn minst verliest, wanneer hij het mat voorkomt.
Toch is pareren van beide dreigingen mogelijk: 1. Th5! De rollen zijn omgekeerd en zwart hangt nu zelf de ondergang boven het hoofd met 2.Ta6 mat! Bovendien staat de zwarte toren op h1 in. Dus: 1. ... Txh5 is gedwongen , maar nu volgt: 2. Ta6+, gevold door Ta5+, wanneer de koning gedwongen op c5, d5 of e5 gaat staan, gevolgd door 3. Txh5 en wint.


Opgave 6. Frits van Seters meldt in zijn Les Olympiades des échecs, 1927-1974 uit 1976, met de ondertitel 100 grandes parties expliqueées aux amateurs (dat is natuurlijk precies wat we moeten hebben!) dat (ik vertaal nu even): Franse overwinningen op grootmeesters zeldzaam zijn. Dat mag in zijn tijd zo geweest zijn, daarna is het met het Franse schaak natuurlijk naar een hoger plan gegaan (evenals in verschillende andere landen trouwens, waaronder Nederland) wat heeft geleid tot een Frans team bij de afgelopen Olympiade in Turijn, met schakers als Bacrot en Lautier. Frankrijk is daar zevende geworden (Nederland twaalfde). Maar goed, in 1974 was de grootmeester-scalp voor de Fransen een witte raaf, om deze wonderlijke beeldspraak maar eens te gebruiken en eindigde men nog op de 28e plaats! Het betreft hier de Olympiade in Nice, waar Timman bijvoorbeeld zo uitstekend voor de dag kwam.
Het is de vierde ronde van de voorgroepen, waarin Frankrijk speelt tegen Bulgarije. Aan het 1e bord zitten tegenover elkaar de Bulgaarse grootmeester Radulov (wit) en de Fransman Maclès. Onder het tevreden kopje grootmeesters vergissen zich ook wel eens, vertelt Van Seters dat wit (bovenstaande stelling) de zwarte pion d6 neemt: 1. T(d2)xd6? De zwarte loper is immers gepend? Dat blijkt mee te vallen. Er volgt 1. ... Txf1!! 2. Txf1 (na 2. Kxf1 Tf8+ verliest wit of Td6, of de dame. Bijvoorbeeld A. 3. Kg1 Lh2+! 4. Kxh2 Dxe2, of B. 3. Ke1 Lg3+ 4. Kd2 Dxd6+ enz.) 2. ... Dxd6 en zwart heeft een stuk gewonnen. Er volgde nog: 5. Td1 Ta1 6. Txa1 Lxa1 7. c5 (met o.a. nog de dreiging Da2+ en winst van La1) 7. ... Ld4+ 8. Kh1 bxc5 en wit gaf op. Frankrijk won door deze zege met 2,5-1,5.

Geen opmerkingen: