woensdag, augustus 30, 2006

Opgave 25




In bovenstaande stelling is wit aan zet. Hij bevindt zich zo te zien in moeilijkheden, die hij denkt te overwinnen met 1. Tg1. Was dat een goede zet? Hoe ging het verder? Als het geen goede zet was, wat had wit dan moeten spelen?

Lees de oplossing (samen met die van opgave 24) aanstaand weekend op Alberts SchaakBlog!

maandag, augustus 28, 2006

Opgave 24


Alweer de eerste opgave van deze week! In bovenstaande stelling is wit aan zet. Wat kan hij bereiken? De witte loper kan niet spelen wegens 1. ... Tc1+ en zwart wint. De witte koning kan ook niets doen, de toren evenmin en zwarts e-pion dreigt naar e2 te lopen, met winst. Moet wit blij zijn als hij het op de een of andere manier remise houdt?
Medio deze week volgt opgave 25.

zondag, augustus 27, 2006

De oplossingen van de opgaven 21, 22 en 23
(van 20, 21 en 24 augustus)


Opgave 21. Pachman-Welling 1973.

Een niet eenvoudige opgave met een bijzonder thema, dat je ook in (gecomponeerde) schaakstudies nog wel eens ziet. Zwart speelt en wint!

1. ... Tc7+ 2. Kg8 Tc8+ 3. Kg7 Th8!! (het verrassende motief van de opgesloten koning!) 4. Kxh8 (of 4. h3 Ke7 5. h4 Ke8 6. h5 Ke7 7. h6 Ke8 8. Kf6 Txh7 9. Kg6 Th8 10 Kg7 Tf8 11. h7 Th8!! en we hebben het zelfde motief weer) ... Kf7! 5. b4 axb3 6. a4 b2 7. a5 b1D 8. a6 Dc2 mat!


Opgave 22. Honfi-Barczay 1977.



Een moeilijke opgave! Met een fraaie zettenreeks wist zwart hier een (geforceerde) winststelling op het bord te brengen. Welke zetten waren dat?

Oplossing: 1. … Txc4!! 2. Dxc4 Dxb2+! 3. Txb2 Pa3+ 4. Ka1 (of c1) Lxb2+ 5. Kxb2 Pxc4+ 6. Kc3 Txe4 en zwart staat op winst. Een combinatie die er zijn mag!

Met geforceerde winststelling bedoelde ik dat het voor wit gedwongen zetten zijn. Verder moet de uiteindelijke stelling, waarin zwart twee pionnen mmer heeft, voldoende zijn voor winst!




Opgave 23. Euwe-Nestler (Olympiade Dubrovnik, 1950)


Na de nu volgende zet van wit gaf zwart op! Welke zet was dat?
Oplossing: 1. Tg5! (1. … fxg5 2. Dh8+ Tg8 3. Tf1+)

De juiste oplossingen van de niet geringe opgaven 21 en 22 werden, zoals we gewend zijn geraakt, weer aangeleverd door Roelof Kroon van Schaakclub Ten Boer, zij het dit keer met opoffering van enige nachtrust!






De komende week weer nieuwe en boeiende opgaven op Alberts SchaakBlog!!

vrijdag, augustus 25, 2006


Van een pauze en een gevangen koning


Even een kleine rustpauze in het samenstellen en plaatsen van serieuze bijdragen op Alberts Schaakblog, wegens drukke werkzaamheden elders en op andere terreinen dan schaken (is dat mogelijk? Ja, dat schijnt toch te kunnen) van 'lonesome blogger' Albert.

Hem is overigens wel gebleken dat de laatste opgaven (wat te denken van nr. 21) een behoorlijke moeilijkheidsgraad moeten hebben, aangezien eerzame (maar niettemin schakende) burgers tot in de kleine uurtjes liggen te peinzen.....

Nog even de tanden op elkaar (maar ik kreeg al hoopvolle berichten en ideeën door) en dan staan de oplossingen op het weblog. Nummer 21 is moeilijk omdat je niet (direct) bent voorbereid op het aan de orde zijnde thema: dat van de 'opgesloten' koning, of, om met onze zuiderburen te spreken: le roi emprisonné, wat net zo erg kan zijn als le roi depouillé!

donderdag, augustus 24, 2006

Opgave 23

Toch nog een derde opgave deze week!

Na de nu volgende zet van wit gaf zwart op! Welke zet was dat? Oplossingen van de opgaven 21, 22 en 23 aanstaand weekend op Alberts Schaakblog.

Het Londens Systeem (5)

Nog een partij 'van eigen bodem', gespeeld in de clubcompetitie van SC Ten Boer, in het seizoen 2004-2005.




Wit: A. Prins (1758) - Zwart: J. Pilon (1704)
12 april 2005

1. d4 Pf6 2. Pf3 e6 3. Lf4 d5 4. e3 c5 5. Pbd2 Pc6 6. e3 Ld6 7. Lg3 0-0 8. Ld3 Lxg3 9. hxg3 cxd4 10. exd4 h6? (niet goed, omdat deze zet niets verhindert, integendeel: wit voor de aanval juist een aanknopingspunt geeft) 11. De2 Dc7 12. Pe5 Pxe5 13. dxe5 Pd7 14. f4 Pc5 15. Lc2

Stand na 15. Lc2

(Er staat een stelling op het bord die bij de 'Londen-speler' goed aanvoelt: een vertrouwd beeld en mogelijkheden voor wit!) 15. ... f5 (in de hoop een en ander te kunnen stoppen; wit neemt alleen niet op f6 en de aanval loopt gewoon door) 16. g4 Pe4 17. Pxe4 fxe4 18. g3 Dc5 19. 0-0-0 b5 20. g5 hxg5 21. Dh5 gxf4 22. gxf4 De3+ 23. Kb1 Ld7 (Er was al geen redding meer) 24. Tdg1 Df3 25. Txg7 en zwart geeft op (1-0).

dinsdag, augustus 22, 2006

Scandinavische verdediging (2)

Hierbij een van mijn partijen uit het clubseizoen 2003-2004, waarin ik het eens met de variant 2. ... Pf6 probeer. Na een matig begin (vooral op de zwarte dameveleugel gebeuren vreemde dingen), krijg ik in het middenspel, met inmiddels een pion achterstand, toch aardig tegenspel. Mijn 37e zet bederft evenwel veel, anders was het nog even spannend geworden. Nu maakt wit het in enkele zetten uit.

Wit: R. Kroon (2011) - Zwart: A. Prins (1768)
Clubcompetitie SC Ten Boer
2 september 2003

Scandinavische verdediging

1. e4 d5 2. exd5 Pf6 3. Pf3 Pxd5 4. d4 Lf5 5. Le2 e6 6. 0-0 Pc6 7. a3 Le7 8. Ld2 a6 9. c4 Pf6 10. Lc3 h6 11. Db3 Tb8 12. d5! exd5 13. cxd5 Pa7 14. Ld4 Pc8 (leuk is anders, maar wat moet zwart?) 15. Lxa6 (de consekwentie van een en ander) ... 0-0 16. Pc3 Pd6 17. Le2 Pe4 18. Tad1 Lf6 19. Ld3 Pxc3 20. bxc3 Lg4 21. Le2 Te8 22. Lxf6 Dxf6 23. Tfe1 Dg6 24. c4! (er dreigde 24. ... Txe2 25. Txe2 Lxf3!) ... Pe4 25. Pd4 Lxe2 26. Txe2 Pc5 27. Txe8+ Txe8 28. Db5 De4! 29. Pe6! (hard tegen hard) c6 30. Dxc5 fxe6 31. d6 Dc2 32. Dd4 e5 33. d7 Td8 (33. ... Tf8 lijkt beter, maar dan volgt bijvoorbeeld 34. Dd2) 34. Dd6 Df5 35. Dc7 Df6 36. Dxb7 e4 (zwart koestert nog enige hoop, met betrekking tot wits onderste lijn) 37. Db6? Kf7?? (dit was het moment, waarop zwart het voor wit nog even moeilijk had kunnen maken, door 37. ... Txd7! te spelen, waarna de zwarte perspectieven toch wat groter waren geweest; nu is het voorbij)

Stelling na 37. ... Kf7?? (i.p.v. 37. ... Txd7!)

38. h3 (om de bekende uitspraak van Tarrasch "Was ist der Mensch ohne Ventil", nog maar eens uit de kast te halen!) Ke7 39. Dc5+ Kf7 40. Td6 Df4 41. Td1 Df6 42. a4 De6 43. Td6 en zwart gaf op (1-0).

maandag, augustus 21, 2006

Opgave 22


Een van de moeilijkste opgaven (en tegelijk een van de mooiste) tot nu toe. Met een bijzonder fraaie reeks van 6(!) zetten wist zwart hier een geforceerde winststelling op het bord te brengen. Welke zetten waren dat?

De oplossing van de opgaven 21, 22 en 23 (is onderweg), als vanouds, in het aanstaande weekend op de het schaakweblog met het hoge tempo:

Alberts Schaakblog!

Donderdag 24 augustus alweer de volgende bijdrage, waarschijnlijk weer aandacht voor het London System, om het maar eens op zijn Engels te zeggen.

zondag, augustus 20, 2006

Opgave 21


Een opgave met een bijzonder thema dat je ook bij gecomponeerde schaakstudies nogal eens tegenkomt: hier een voorbeeld uit de praktijk.
Zwart speelt en wint!

De oplossing, samen met die van opgave 22 (komt binnenkort), aanstaand weekend op Alberts Schaakblog!

Scandinavische verdediging (1


Voorafgaand aan een aantal van mijn eigen partijen met het Scandinavisch, geen beschouwing zoals bij mijn wit-partijen met het Londens systeem (zie mijn bijdrage van 1 juli jl.), maar alleen een kleine selectie, waarbij de beide hoofdvarianten (1. e4 d5 2. exd5 Dxd5 en 1. e4 d5 exd5 Pf6) en af en toe ook wat nieuwere kleine varianten aan bod komen.

Het is overigens een opmerkelijke ontwikkeling die het Scandinavisch heeft doorgemaakt: in Ludek Pachman's Praktijk van de opening (Amsterdam: Elsevier, 1978) kunnen we (p. 10) als het gaat over de te vroeg ontwikkelde dame, die een gretig doel is voor een aanval der vijandelijke stukken (over plastisch taalgebruik gesproken, toevoeging Albert) , nog het volgende lezen: om deze reden is tegenwoordig een vroeger tamelijk veel gebruikte opening, de zogenaamde Scandinavische verdediging, zelfs bijna geheel uit de praktijk verdwenen.

Dan komen echter de jaren 80 en 90, waarin dit openingssysteem voor zwart een complete evolutie ondergaat en er vele boeken over verschijnen. Begin jaren 90 kocht ik in Holbaek (Seeland, Denemarken), tijdens een vakantie, een aldaar zomaar door de openbare bibliotheek afgeschreven boek, dat in een rieten mand buiten op de stoep op een betere toekomst lag te wachten. Voor een prikje werd het mijn eigendom.







Het was Skandinavisk, geschreven door Niels Jorgen Fries Nielsen (Braband: Skakcentralens forlag, 1982). Ook van wat oudere datum is Center Counter, door John Grefe & Jeremy Silman (Coreapolis, Penn.: Chess enterprises, 1983), maar later vanaf de 90er jaren komen de echt betere beschouwingen, zoals van de Matthias Wahls met zijn Modernes Skandinavisch (Chessgate 1997) en verder boeken van Andrew Martin, James Plaskett and Jonathan Emms. Dit openingssyteem heeft zich volledig gerehabiliteerd zou je kunnen zeggen en wordt momenteel door de sterkste grootmeesters (Tiviakov, Nakamura) gespeeld.

Maar voor het het in de gaten heb, ben ik weer aan het babbelen geslagen. Over naar serieuze zaken!




Wit: K.F. Ruigendijk (1663) - Zwart: A. Prins (1768)
Groningen 5 - Ten Boer: 3,5-4,5
Bord 4, gespeeld op 4 november 2003
Scandinavische verdediging

1. e4 d5 2. exd5 Dxd5 3. Pc3 Da5 4. d4 Pf6 5. Pf3 Lf5 6. Ld3 (gebruikelijker is het ontwikkelen van de witte koningsloper naar c4) ... Lxd3 7. Dxd3 c6 8. Ld2 e6 9. Pe4 Dc7 (zwart is niet zo bang voor de dubbelpion die na afruil op f6 zou ontstaan) 10. 0-0 Pbd7 11. Te1 Pxe4 12. Dxe4 Pf6 13. Dh4 0-0-0 14. c4 Le7 15. Lf4 Db6 16. b3 h6 17. Le5 g5 (wit staat goed en zwart probeert hoe dan ook initiatief te ontwikkelen) 18. Dg3 Td7 19. Ted1 Tg8 (zwart was aanvankelijk torenverdubbeling op de d-lijn van plan, maar speelt nu bij nader inzien toch Tg8, om g5 te versterken; wits zwakke 21e zet speelt daarbij zwart volledig in de kaart) 20. Pd2 h5 21. c5? (deze zet doet de partij meteen kantelen in zwarts voordeel, pion d4 wordt zwak, zwart krijgt druk langs de d-lijn en wit is veld d5 'kwijt')

Ruigendijk
Prins

Stelling na 21. c5?

... Dd8 22. b4 Pg4! (dreigt bijvoorbeeld 23. ... Pxe5 Dxe5 Lf6 enz.) 23. Lb8? (23. Pc4! lijkt een om meerdere redenen veel betere keus) ... Txd4 24. Lxa7 (wit dreigt Db8+) ... e5! 25. Lb6 Dd5 26. Dc3 Ld8 27. La7 28. f3 Td3 29. Dc1 Dd4+ (wit is zonder mogelijkheden) 30. Kh1 Pf2+ 31. Kg1 Pxd1+ (om onduidelijke redenen laat zwart zich hier een bekende stikmatwending 31. ... Ph3+ 32. Kh1 Dg1+ 33. Txg1 en ... Pf2 mat, ontgaan; erg veel maakt het natuurlijk ook niet uit) 32. Kh1 Txd2 33. Db1 Pf2+ en wit gaf op (0-1).

Van dezelfde tegenstander verloor ik in het afgelopen competitieseizoen 2005-2006, in een partij waarin ik met wit het Londens systeem (nog maar eens een keer) op het bord bracht, waar zwart een Hollandse verdediging tegenover stelde. Na een spannend maar tijdrovend begin, zag ik op een gegeven moment pionverlies over het hoofd. In de laatste fase van de partij evenwel gaf mijn tegenstander een stuk weg. Dat ik vervolgens niet kon winnen kwam vanwege een allesoverheersende tijdnood. Je moet zetten, maar de tijd om een goede zet te bedenken ontbreekt en je wordt vrijwel gedwongen een betere stelling om zeep te helpen. Wie heeft het niet meegemaakt? In het toen nog steeds ingewikkelde eindspel maakte ik vervolgens inderdaad diverse fouten en kon opgeven.

In het clubblad van Groningen werd door NOSBO-coryfee Hoeksema, die een verslagje schreef, een wat onjuiste analyse van een en ander gegeven, omdat hij het aspect (hevige) tijdnood geheel buiten beschouwing liet. Jammer, maar helaas....

zaterdag, augustus 19, 2006

De oplossingen van de opgaven 18, 19 en 20 (van 14, 16 en 17 augustus)


Opgave 18.Friedstein-Lutikov,Soviet teamkampioenschappen 1954

Wit (aan zet) zag in deze stelling geen redding meer en gaf op. Hij ging er van uit dat na 1. Txb3, zwart wint met 1. … c2 (2. Tb4+ Kd5 3. Tb5+ Kc6 4. Tb8 Kc7!). Op alle ander zetten komt natuurlijk 1. … c2, of 1. … b2 en zwart wint.
Was dit opgeven van wit terecht?

Nee, na 1.Tb4+! wordt het remise, omdat, wat zwart ook antwoordt: 2. ... Kd5, 2. ... Kc5, of 2. ... Kd3, wit dan de b-pion slaat, waarna de c-pion het promotieveld niet meer bereikt!

Opgave 19. Driemer-Ciocaltea, Kampioenschap van Roemenië 1955

Zwart, die zag dat hij deze partij niet meer kon winnen, zette hier voort (waarschijnlijk ‘voor de tribune’) met 1. … Tg8?? en bood meteen remise aan, met de redenering: 2. Txg8 h2 en het wordt pat. Zijn tegenstander nam het aanbod direct aan. Was dat terecht?

Nee: wit kan winnen met 2. Txg8 h2 3. Kg3! Kg1 4. Kh3+ Kh1 5. Ta8 enz.


Opgave 20. Erbis - Kempff , Stuttgart 1954
Wit speelt en wint!

De probleemzet is hier 1. Lc6!!, waarna zwart opgaf, omdat de strijd voorbij is. Op 1. … Dxc6 volgt 2. De7 mat; op 1. … Lxc6 volgt 2. Td8+ Txd8 3. Dxd8 mat; op 1. … Td8 volgt 2. Dxd8 mat, terwijl wit natuurlijk ook 2. Lxd7+ dreigt enz. De juiste oplossingen zijn ingestuurd door Roelof Kroon (who else?) van SC Ten Boer.

donderdag, augustus 17, 2006

Opgave 20


Nog een derde opgave in deze week: voor de doorzetters! Kort en krachtig: wit speelt en wint!

Het antwoord (samen met de oplossingen van 18 en 19) waarschijnlijk aanstaande zaterdag.

woensdag, augustus 16, 2006

Opgave 19



Zwart, die zag dat hij deze partij niet meer kon winnen, zette hier voort (waarschijnlijk ‘voor de tribune’) met 1. … Tg8?? en bood meteen remise aan, met de redenering: 2. Txg8 h2 en het wordt pat. Zijn tegenstander nam het aanbod direct aan. Was dat terecht?

De oplossing van de opgaven 18 en 19 komend weekend op Alberts SchaakBlog.

dinsdag, augustus 15, 2006

CAPABLANCA-boek







In een bijdrage van alweer geruime tijd geleden, kondigde ik aan het nog eens over een boek te willen hebben dat ik lang geleden (om precies te zijn op 15 november 1961) van mijn ouders kreeg. Het betreft het boek over Capablanca, de legendarische ex-wereldkampioen, geschreven door Max Euwe en mijn naamgenoot, althans wat de achternaam betreft, Lodewijk Prins, uit 1949.



Het heeft altijd tot de schaakboeken behoord, waaraan ik het meest gehecht ben. In 1989 hielden we in onze bibliotheek een tentoonstelling (bibliotheken zijn gek op tentoonstellingen), waaraan ieder personeelslid kon meedoen en daar het boek kon presenteren dat bij hem/haar een bijzondere plaats in de boekenkast innam. Ik koos toen dit boek uit met, op een bijgevoegd kaartje, als motivering:


Het Capablanca-boek heb ik gekozen zowel om nostalgische redenen (het was een geschenk van mijn ouders en tevens het begin van mijn collectie schaakliteratuur) als om de objectiviteit van de auteurs: er staan ook partijen in die Capablanca niet wint.

Ik sta nog geheel achter deze tekst. Nog steeds vind ik bijvoorbeeld boeken als X..'s beste partijen, of Selected games of .... vrij vervelend, omdat de uitslag van elke partij bij voorbaat bekend is (allemaal winstpartijen: niet alleen om jaloers op te worden, maar ook niet geheel realistisch). Het gaat hier om een boek waarin de hoofdpersoon, ik zou bijna zeggen, op een neutrale manier wordt 'behandeld', wat natuurlijk uiteindelijk toch moet betekenen dat we met een grote hoeveelheid fraaie combinaties en winstpartijen worden geconfronteerd (Capablanca verloor niet zo vaak, daar valt weinig aan te veranderen). Het is ook een heel gevarieerd boek. Zoals het titelblad al vermeldt, bevat het biografisch materiaal, veel partijen, eindspelstudies, partijgedeelten, analyses enz.

Bij het tentoongestelde boek en bovenvermeld kaartje, had ik ook een schaakbord gezet (je moet wat) met een beroemd geworden moment uit een van Capablanca's partijen. Het gaat om Bernstein-Capablanca (Moskou 1914).

Stelling na de 29e zet van wit (Bernstein)

Na: 29. ... Db2!! gaf wit op.

Volgens Arthur Yusupov in zijn aardige boek (eigenlijk een combinatie van tien oefenboekjes, elk met een ander thema) Chess lessons (2004) volgden er nog de zetten: 30. Tc2 Db1 31. Df1 Dxc2 en wit gaf op. Opgave na zwarts 29e zet lijkt mij trouwens ook niet onwaarschijnlijk.
Deze combinatie (in de partij moet Capablanca deze zet al lang hebben zien aankomen, want precies als wit eindelijk een pion verovert, komt het voor hem verpletterende Db2) is in vele boeken te vinden, dus ik vond in 1989 en nu nog steeds, dat hij bij het uitgekozen boek (en ook uiteraard in deze bijdrage) niet mocht ontbreken.

Capablanca (links) - Euwe (1931)

Het leek me verder aardig een partij van Capablanca in deze bijdrage te zetten, die om meerdere redenen bijzonder is. In de eerste plaats is het een mooie demonstratie van de kracht van de 'grote Cubaan', in de tweede plaats is het een opmerkelijke partij vanwege de stelling die op een gegeven moment op het bord staat.
Het gaat om de partij Capablanca-Treybal. Ik geef de partij zonder commentaar (enkele leestekens daargelaten) en geef daarna enkele zinsneden uit twee boeken: het ene is uiteraard het boven beschreven Capablanca-boek, het andere is Wonders and curiosities of chess, door Irving Chernev.

Wit: J.R. Capablanca - Zwart: K. Treybal

Karlsbad 1929

1. d4 d5 2. c4 c6 3. Pf3 e6 4. Lg5 Le7 5. Lxe7 Dxe7 6. Pbd2 f5 7. e3 Pbd7 8. Ld3 Ph6 9. 0-0 0-0 10. Dc2 g6 11. Tab1! Pf6 12. Pe5 Pf7 13. f4 Ld7 14. Pdf3 Tfd8 15. b4 Le8 16. Tfc1 a6 17. Df2 Pxe5 18. Pxe5 Pd7 19. Pf3 Tdc8 20. c5 Pf6 21. a4 Pg4 22. De1 Ph6 23. h3 Pf7 24. g4! Ld7 25. Tc2 Kh8 26. Tg2 Tg8 27. g5 Dd8 28. h4 Kg7 29. h5 Th8 30. Th2 Dc7 31. Dc3 Dd8 32. Kf2 Dc7 33. Tbh1 Tag8 34. Da1 Tb8 35. Da3 Tbg8 36. b5! axb5 37. h6+! Kf8 38. axb5 Ke7 39. b6 Db8 40. Ta1 Tgc8 41. Db4 Thd8 42. Ta7 Kf8 43. Th1 Le8 44. Tha1 Kg8 45. T1a4 Kf8 46. Da3 Kg8 47. Kg3 Ld7 48. Kh4 Kh8 49. Da1 Kg8 50. Kg3 Kf8 51. Kg2 Le8 52. Pd2 Ld7 53. Pb3 Te8 54. Pa5 Pd8 55. La6!

Stelling na 55. La6!

bxa6 56. Txd7 Te7 57. Txd8+! Txd8 58. Pxc6 en zwart geeft op. (1-0).

Lodewijk Prins heeft het in het Capablanca-boek over een 'tragi-comedie' en beschuldigt zwart van maar liefst drie 'fundamentele misvattingen' (na diens 4e, 11e en 19e zet). Aan de vorm van de stelling viel hem kennelijk niets op; hij besteedde daar waarschijnlijk ook helemaal geen aandacht aan.
Irving Chernev daarentegen, die in al zijn boeken opgaat in de wonderlijke nevenverschijnselen van het schaken, zeker in Wonders and curiosities of chess gaat natuurlijk juist hierop in. Hij schrijft in zijn toelichting bij deze partij over hem (Capablanca): He created one of the weirdest positions ever seen on a chessboard, in one of his great masterpieces. En over de stelling na de 55e zet van wit (zie boven):
Now look at the position! White's Pawns are arranged in a V for Victory design, all his pieces (except the King) are lined up on the Queen Rook file, while nearly all his opponent's pieces stand fearfully on the back rank!
En hij besluit met de opmerking, na zet 57: An impressive game by the greatest chessplayer that ever lived.

Bronnen:
Chernev, Irving: Wonders and curiosities of chess / Irving Chernev. New York: Dover, 1974.
Euwe, Max: Het schaakphenomeen José Raoul Capablanca y Graupera, 19 november 1888 - 8 maart 1942 / M. Euwe en Lod. Prins. - 's Gravenhage (etc.) : Van Goor, 1949.

maandag, augustus 14, 2006

Opgave 18

Wit (aan zet) zag in bovenstaande stelling geen heil meer en gaf op. Hij ging er van uit dat na 1. Txb3, zwart wint met 1. … c2 (2. Tb4+ Kd5 3. Tb5+ Kc6 4. Tb8 Kc7!). Op alle ander zetten komt natuurlijk 1. … c2, of 1. … b2 en zwart wint.

Was dit opgeven van wit terecht, of had hij toch niet hoeven te verliezen?


De oplossing, samen met die van opgave 19 (volgt spoedig), is aan het eind van de week op Alberts SchaakBlog te zien.

zaterdag, augustus 12, 2006

De oplossingen van de opgaven 16 en 17 (7 en 10 augustus)


Opgave 16


Ortega-Barreras (Havana 1964)

¡Sacrificio victorioso! heeft men op Cuba waarschijnlijk uitgeroepen in 1964, toen Barreras zijn dame op d4 liet neerdalen. Op zijn minst heeft zwartspeler Barreras het gedacht!


1. … Dxd4!! 2. exd4 (veel keus is er niet) … Pf3++! (dubbelschaak) 3. Kd1 (de enige zet) … Td1 mat.

Opgave 17
Fuchs-Honfi (correspondentiepartij 1962)

In bovenstaande stelling speelt wit 12. Lh6? Waarom is deze zet niet goed?
Wat was het antwoord van zwart?

12. Lh6? (niet goed, omdat de witte dame, die de loper immers dekt, onder druk komt en er uiteindelijk materiaal verloren moet gaan) … Pbc4! 13. Dg5 (loper h6 moet gedekt blijven; bovendien wordt een andere damezet steeds met Lxh6+ beantwoord) … e5! (nog een kleinigheid , gebaseerd op hetzelfde thema: op dameruil door wit volgt eerst Lxh6+, voordat de dame wordt teruggenomen) 14. Pde2 (wit denkt nog stand te kunnen houden, omdat na nemen van de loper of de dame door zwart, er nog teruggenomen kan worden) … Lf6!! (de genadeklap, omdat wit maar één vluchtveld voor de dame heeft: 15. Dg3, waarna zwart met 15. … Lh4 de dame wint). Wit gaf op.

donderdag, augustus 10, 2006

Opgave 17



Opgave 17.
In deze stelling speelde wit 12. Lh6? Waarom is deze zet niet goed? Wat antwoordde zwart?
[Vooraf gingen de zetten: 1. e4 c5 2. Pf3 Pc6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 g6 5. Pc3 Lg7 6. Le3 Pf6 7. Lc4 0-0 8. Lb3 d6 9. f3 Pd7 10. Dd2 Pb6 11. 0-0-0 Pa5]


De oplossing van de opgaven 16 en 17 een dezer dagen!

woensdag, augustus 09, 2006

David Abraham Yanofsky: een veelzijdige Canadees (2)



"Ik kwam uit Canada met een DC-3, een Dakota. Dat was toen een wereldreis, hoor, achttien uur vliegen. Ergens rond het middaguur kwam ik op het oude Schiphol aan en dat was niet te vergelijken met wat Schiphol nu is. Er was niemand aanwezig om me op te halen. Ik had geen Nederlands geld, sprak de taal niet en kende niemand. Vijf uur heb ik daar zitten wachten en toen ging het vliegveld dicht. Dat kun je je nu haast niet meer voorstellen, maar het was echt zo. De manager, die moest sluiten, kwam met zijn sleutelbos op me af en zei, dat ik eruit moest. Hij vroeg waar ik voor kwam. Ik antwoordde dat ik kwam schaken. Ik kende niemand alleen doctor Euwe. "Oh, dan is het geen probleem" zei hij, "die kent iedereen in Nederland." Hij heeft me toen hoogstpersoonlijk bij Euwe in Amsterdam afgezet. Daar ben ik buitengewoon gastvrij onthaald. Ik heb er toen met Euwe, zijn vrouw en zijn dochters gedineerd. De naam van doctor Euwe heeft me echt gered, want je moet je eens voorstellen: een knaap van 21 jaar met een jetlag, die de taal niet spreekt en geen flauw idee heeft waar hij Groningen moet vinden. Euwe was toen echt een sleutelwoord. Hij heeft toen later alles voor me geregeld. Het is misschien wel wat te veel gezegd, dat Euwe mijn leven gered heeft, maar zo ongeveer heb ik het toen wel ervaren."

In het toernooi van 1946 speelde Yanofsky geen hoofdrol. Dat was ook onwaarschijnlijk tegen een aantal van de beste schakers ter wereld die daar meededen. Slecht deed hij het trouwens ook niet bepaald: hij eindigt op de 14e plaats van de 20 deelnemers, met 8,5 punt uit 19 partijen en laat achter zich: Bernstein en Guimard (7 punten), Vidmar (6,5), Steiner (6), O’Kelly de Galway (5.5) en Christoffel (5). De sensatie van het toernooi is zijn overwinning op Botwinnik, die de derde schoonheidsprijs opzal leveren. De beslissende fase in die partij gaat in na 34. ... Pxb4 van Botwinnik (zwart), waarmee de volgende stelling wordt bereikt:


Botwinnik
Yanofsky

(Volgens het toernooi boek is dit de beslissende fout en trapt Botwinnik hier op een addertje en zou zwart na 34. … Tb8, of 34. … Lb5 beter hebben gestaan) 35. Te2! (gaat af op het paard b4, waartegen zwart niet al te veel heeft in te brengen) … La5? (volgens een in het toernooiboek geplakt addendum (anders gezegd: een plakkertje) zou dit pas de beslissende fout zijn en had zwart zich met 35. … e4! 36. Lxe4 Lf6 zich kunnen redden) 36. Tb2 Tb8 37. Pd2! Da7 38, Pc4 Dc5 39. Pxa5 Dxa5 40. Pc2 Pxd3 41. Txb8 Kg7 42. Pe3 Dd2 43. Df1 Pc5 44. Dd1 Dc3 45. Tb6 La4 46. Df3 (dreigt Pf5+) … De1+ 47. Kh2 f5 48. Txd6 f4 49. Pf5+! (een sterk offer: nu zou op 49. …gxf5 50. Dh5! volgen, aldus nog steeds het toernooiboek) … Kf7 50. Dg4 Pe4 51. Dh4 gxf5 52. Dxh7+ Ke8 53. Dg8+ en zwart geeft op. Hij gaat mat.

Na Groningen reist Yanofsky een tijd door Europa, doet aan toernooien mee, geeft simultaans en schaakles en studeert in Oxford.

Enkele maanden na het grote Staunton toernooi in Groningen doet Yanofsky bijvoorbeeld mee aan het kersttoernooi in Hastings, 1946-1947. Op bovenstaande foto zien we hem met wit (lachend, dat zie je niet zo vaak aan het schaakbord) in het begin van zijn partij tegen Tartakower. Yanofsky zal uiteindelijk 4e worden met 5,5 uit 9.

Ook schrijft hij in deze jaren een autobiografie Chess the hard way (Londen: Pitman, 1953). Na terugkeer naar Canada studeert hij aan de universiteit van Manitoba en promoveert uiteindelijk weer in Oxford (1953).
Yanofsky neemt deel aan de Olympiades van 1939, 1954, 1958, 1964 (Tel Aviv, waarna hij tot grootmeester wordt benoemd, de eerste grootmeester in het Britse Gemenebest), 1966, 1968, 1970, 1970, 1972, 1974, 1976, en 1980.

Olympiade in Skopje (1972)
Voorronden: DDR - Canada
B.Malich - D.A.Yanofsky

Jaren later zal Yanofsky het wedstrijdschaak opgeven en de lokale politiek ingaan (naast een praktijk als advocaat). Hij wordt nog burgemeester van een voorstad van Winnipeg en ‘city councillor’ van die stad. In 1986 gaat hij uit de politiek.

Yanofsky in 1996

In 1996 volgt dan de uitnodiging voor het Groninger Stauntontoernooi, waar hij enthousiast op ingaat (hij is dan 71 jaar oud). Het zullen zij laatste officiële partijen zijn. Hij verliest van Denker (V.S.) en speelt remise tegen Szabo
(Hongarije). Vier jaar later, in 2000, overlijdt hij in Winnipeg, Canada.

Van 29 augustus t/m 1 september 2003 wordt dan in Winnipeg het eerste Abe Yanofsky Memorial toernooi gespeeld.


Gebruikte bronnen:

Websites:
Canadian Chess (Leonard Cohen)
Famous Canadians

Boeken:

Battles of Hastings: a history of the Hastings International Chess Congress / by Reg Cload. - Oxford: Pergamon, 1991.
Groningen 1946: het Staunton Wereldschaaktoernooi / Max Euwe en Hans Kmoch. - Groningen: Niemeijer's Uitgeversmaatschappij, 1947.
Staunton Jubileumtoernooi 1996: zeven legendes keren terug / red.: Klaas Sanders, Henk Seijen, Rob Spaans. - Groningen: NB Schaakproducties, 1996.


Overige interessante bronnen:


Boeken geschreven door Yanofsky:
100 years of chess in Canada. - Ottawa: Chess federation of Canada,1967.
- 58 p
Chess the hard way. - Londen: Pitman, 1953. - 149 p
How to win end-games. - Londen: Pitman, 1957. - 72 p


Een website met zijn partijen:

Een boek met zijn partijen:


The games of D.A.Yanofsky / comp. and ed. by David J. Ross. - Ottawa: Onereal, 1985. - 260 p.

dinsdag, augustus 08, 2006

Daniel Abraham Yanofsky: een veelzijdige Canadees


Daniel Abraham Yanofsky , geboren in Brody (Polen), komt in 1925, als hij acht maanden oud is, met zijn emigrerende ouders naar Canada. Op achtjarige leeftijd, leert hij schaken van zijn vader. In 1936 wordt hij jeugdkampioen van Canada.
In 1939, hij is dan 14 jaar oud, plaatst hij zich voor het Canadese team dat meedoet aan de Olympiade in Buenos Aires. Hij behaalt daar in de finalerondes de fraaie score van 8,5 punt uit 9 partijen (totaalscore 13,5 uit 16) en krijgt een speciale schoonheidsprijs voor zijn overwinning op de Peruaanse kampioen Dulanto. Op de website Canadian Chess (David Cohen) wordt dit treffen omschreven als Yanofsky’s beroemdste partij en zelfs de meest beroemde partij ooit door een Canadees gespeeld.


Wit: D.A. Yanofsky (Canada) - Zwart: A. Dulanto (Peru)
Buenos Aires 1939

1. e4 e6 2. d4 d5 3. Pc3 Pf6 4. Lg5 dxe4 5. Pxe4 Pbd7 6. Pf3 Le7 7. Pxf6+ Pxf6 8. Ld3 c5 9. dxc5 Da5+ 10. c3 Dxc5 11. 0-0 0-0 12. Te1 Td8 13. Pe5 b6 (ziet iets over het hoofd, 13. …h6 was beter geweest) 14. Lxf6 Lxf6 (niet gxf6 wegens Dh5!) 15. Lxh7! Kf8 (15. …Kxh7 16. Dh5+ Kg8 17. Dxf7+ Kh7 18. Te3! en wit wint) 16. Dh5 Lxe5 17. Txe5 Dc7 18. Le4 Lb7 19. Lxb7 Dxb7 20. Dh8+ Ke7 21. Dxg7 Tg8 (diagram)

Dulanto
Yanofsky

Zwart lijkt ineens heel sterk te staan (als de witte dame wijkt, is immers 22. ... Dxg2 mat), maar de veertienjarige heeft verder gekeken: 22. Txe6!! Kxe6 23. Te1+ Kd6 24. Df6+ Kc5 25. Te5+ Kc4 26. b3+ Kd3 27. Dd6+ Kc2 28. Te2+ en zwart gaat mat (1-0).

Tijdens die Olympiade breekt WO II uit en het schaken verdwijnt naar de achtergrond. Hij keert terug naar Canada en gaat daar van de middelbare school af (zijn vader is het jaar daarvoor overleden) om een baantje te zoeken. In de avonduren werkt hij voor zijn schooldiploma, dat hij haalt op zestienjarige leeftijd. In 1941 wordt hij voor de eerste keer schaakkampioen van Canada bij de senioren, een titel die hij nog zeven keer zal behalen.

Het eerste grote internationale toernooi waaraan hij meedoet na de oorlog is het Staunton Wereldschaaktoernooi in Groningen. Hij heeft, behalve met bovengenoemde prestaties dan, nog niet erg veel naam gemaakt en de belangrijkste reden dat hij wordt uitgenodigd schijnt het feit te zijn geweest dat hij Canadees kampioen is en dat men die er graag bij wil hebben (bevrijders!)

Yanofsky in 1946

Over het naar Nederland komen in 1946 vertelt hij in een interview met Jules Welling in het boekje Staunton Jubileumtoernooi 1996, een toernooi waar de zeven toen nog in leven zijnde deelnemers uit 1946 voor werden uitgenodigd. Yanofsky is één van hen.

(Wordt vervolgd)

maandag, augustus 07, 2006

Opgave 16


¡Sacrificio victorioso! zal men in 1964 in Havana waarschijnlijk uitgeroepen hebben, toen de zwartspeler in deze stelling zijn volgende zet uitvoerde. In ieder geval moet hij dat zelf hebben gedacht! Kortom, wat de oplettende lezer al vermoedde: zwart speelt en wint! De oplossing eind deze week.

zondag, augustus 06, 2006

Collector's item















Een collector's item: een toegangsbewijs voor het Staunton Wereldschaaktoernooi Groningen 1946, dat over enkele dagen precies 60 jaar oud is. Een van de deelnemers was de Canadees D. A(braham) Yanofsky (1925-2000), toen 21 jaar oud, die daar een opmerkelijke overwinning op Botwinnik boekte. Over hem volgt in de loop van deze week een bijdrage.