maandag, oktober 02, 2006

WK-schaak en clubschaak

Deze dagen worden we regelmatig in de pers verrast met opmerkelijke berichten over de match om de wereldtitel tusen Kramnik en Topalov.
Het is momenteel onduidelijk of de tweekamp nog verder zal doorgaan of niet. In ieder geval hebben tot vandaag pogingen om te onderhandelen tot een impasse geleid.

Het begon allemaal toen het Topalov-kamp de hand wist te leggen op videobeelden waaruit bleek dat Kramnik (buitensporig?) vaak zijn privétoilet bezocht. Nu kan ik me best voorstellen dat de grote spanning van een dergelijk gebeuren (ik bedoel nu weer het schaken) een krachtige uitwerking op blaas en darmen kan hebben, maar aan de andere kant is het nu eenmaal zo dat dit soort feiten snel de argwaan van de andere partij wekken.
Het is bij mijn weten wel eerder gebeurd in de schaakgeschiedenis dat spelers door frequent toiletbezoek de schijn tegen zich kregen en tot aan de deur werden begeleid, maar ja, eens houdt natuurlijk de controle op…
Ik meen me zelfs te herinneren dat bij een schaker die op deze manier de aandacht op zich vestigde er een papier op de wc-deur werd geplakt met een tekst in de trant van: Privé consultatievertrek van de heer X (zijn naam wil me even niet te binnen schieten).

In ieder geval diende het Topalov-kamp meteen een protest in en werd de match stilgelegd, zeker toen de achterstand van 3-1 die Topalov inmiddels had opgelopen (en die aan het protest ook wel niet geheel vreemd zal zijn geweest), wegens het niet verschijnen van Kramnik bij de volgende partij, reglementair tot 3-2 werd teruggebracht.
Zelfs wanneer de tweekamp verder zou gaan is het natuurlijk erg moeilijk te bepalen of de uitgangsstand dan 3-1 of 3-2 zal moeten zijn. Hierover zullen alle betrokkenen het niet snel eens worden!
Het schaken haalde nu zelfs het programma De wereld draait door (maandagavond 2 oktober 2006) in de vorm van een kleine quiz, met vragen die allerlei misstanden naast het schaakbord betroffen. Belangstelling voor het koninklijk spel is uiteraard fantastisch, maar de aanleiding minder…
Een en ander doet de geïnteresseerde schaker natuurlijk meteen denken aan allerlei andere onverkwikkelijke schaakincidenten uit eerdere decennia, of het nu ook wk-tweekampen of kandidatentweekampen betrof. Een lange rij gebeurtenissen trekt aan het geestesoog voorbij.

Een kleine greep:

Fischer-Spassky: afgekeurde stoelen en tafels, speciaal overgevlogen meubilair, afgekeurde stukken en borden, gordijnen die gewogen en gecontroleerd moesten worden, verlichting die niet zou deugen, over elkaar struikelende arbiters en advocaten enz.
Kortsnoj-Petrosjan: met de rug naar elkaar toezitten, elkaars blikken en aanwezigheid negeren, elkaar onder de tafel schoppen enz.
Kortsnoj-Karpov: de yoghurt-incidenten, (para)neuroloog Zoechar die, gewapend met doctorsbul!) vanuit de zaal zijn borende blikken richting Kortsnoj wierp; Kortsnoj die als reactie opzichtig yoga-oefeningen in de zaal gaat doen enz.
Karpov-Kasparov: ook deze kemphanen waren niet elkaars grootste vrienden (nu wordt wel beweerd dat je,wil je succes hebben, je je tegenstander moet haten, maar dat lijkt me toch wat ver gaan (waar ben ik toch ook al weer de uitspraak Gens una sumus tegengekomen?). Bij deze tweekampen in 1984-85 onderscheidde bijvoorbeeld FIDE-president Campomanes zich negatief door de eerste wedstrijd te onderbreken,toen Kasparov net aan een inhaalslag was begonnen. Beide spelers schijnen het daar niet mee eens te zijn geweest. Wat zat daar wel niet achter?

En zo kunnen we doorgaan. Onwillekeurig gaan de gedachten dan uit naar het in verhouding (ik zeg het toch met enig voorbehoud) tamelijk rimpelloze clubschaak. Ook daar komen natuurlijk op zijn tijd vreemde dingen voor, maar zulke concentraties van de meest merkwaardige toestanden als hierboven omschreven, toch niet. Ik ga daar in ieder geval vooralsnog (om met mevrouw Verdonk te spreken) van uit en heb ook zelf niet die ervaring. Gelukkig ook maar, anders was het plezier er snel af.

Kennelijk maakt het schaken op het hoogste niveau, als er bovendien heel grote belangen in het spel zijn, niet de aardigste eigenschappen in deelnemers wakker. Het zijn sterke schouders die de weelde kunnen dragen, zullen we maar zeggen. Vervelend om weer iemand als Euwe te moeten noemen om duidelijk te maken dat je ook wereldkampioen kunt worden zonder heel vreemd te doen, maar ik doe het toch maar even.

Sport verbroedert, maar ik moet natuurlijk wel winnen!

Dan alle narigheid opzij, hier is de volgende opgave!


Opgave 35

Een interzonetoernooi in de 50er jaren. Op een van de borden is de volgende stelling ontstaan.

De partij ging verder met: 38. ... Te4+? 39. Kg3 Te3+ 40. Kh4 Te4+? 41. Kg3 Tg4+ 42. Kh2 Th4+ 43. Kg3 en werd hier remise(?) gegeven.

Hoe had zwart hier (op de 38e zet) meteen kunnen winnen? En later alsnog? (Let op de vraagtekens!)
Bekijk de oplossing, samen met die van opgave 33, waarschijnlijk al aanstaande vrijdag, op Alberts SchaakBlog!

1 opmerking:

Anoniem zei

Op zich heb ik niet zoveel tegen de gegeven variant. Ik zou echter verder gaan met 41... Th3+ 42. Kf4 Tf3+ 43. Dxf3 De5 mat

Zwart kan ook 38... Dc4+ spelen met materiaalwinst.

Roelof