donderdag, april 26, 2007

Oplossing opgaven 104 en 105 (van 20 en 21 april)

Opgave 104

Het hieronder afgebeelde toreneindspel werd door wit gewonnen. Hij begon met een subtiel zetje. Hoe ging de winstvoering in zijn werk?

Oplossing: Short - Hübner (Dortmund 1997)

1. a3!
(1. Kxg3 Ke5) ... Txa3 (anders 2. Tb3 en 3. Txg3) 2. Txb5 Ta2 3. Tb6 Txg2 (3. ... Ke7 4. Kxg3) 4. Txd6+ Kf7 5. Kf3 Tg1 6. Te6 en 1-0.


Opgave 105

Hoe besliste de witspeler in onderstaande stelling de partij?

Oplossing: Romanishin - Tukmakov (kampioenschap Soviet-Unie 1978)

1. Txc4! bxc4 2. Dxc4 (2. ... Dxd5 3. Td4 en wit wint) ... Kf8 3. Pc7 Ta7 4. Dg8+ Ke7 Pd5+ en 1-0.

Roelof Kroon, een trouwe inzender van (goede) antwoorden, liet zich weer niet onbetuigd en meldde:

Na 1. Txc4 bxc4 2. Dxc4 stort de zwarte stelling ineen. Roelof, april 24, 2007 .

Morgen, vrijdag 27 april, verschijnt opgave 106!

Geen opmerkingen: