vrijdag, april 11, 2014

Anekdotes uit de schaakwereld (7)


Thomas Eakins: 'The Chess Players' (1878)

De Engelse schaker C.H. O’Donel Alexander (mooie naam) die ooit nog meer naam maakte met een fraaie overwinning op de befaamde David Bronstein, heeft eens over Michail Botwinnik (wereldkampioen 1948-57; 1958-59 en 1961-63) gezegd: “Als je tegen Botwinnik speelt is het al alarmerend als je ziet hoe hij zijn zetten noteert. Enigszins bijziend buigt hij zich over zijn notatieformulier en wijdt zich dan totaal aan het keurig en precies opschrijven van zijn zet.  Een explosie zou hem op dat moment niet van de wijs brengen en zelfs met een microscoop zou je niet het kleinste schoonheidsfoutje ontdekken. Toen hij in onze partij zijn eerste zet 1. c2-c4 noteerde, had ik het gevoel dat ik de partij op kon geven”.


Tijdens het WK schaken in 1993 gaf de Engelse grootmeester Nigel Short op de vraag wat hem inviel bij het horen van de naam van de beroemde schrijver William Shakespeare het volgende antwoord: “B2 or not b2!”
(Bij deze grappige opmerking hoort enige uitleg: qua uitspraak gaat het hier natuurlijk om het omgekeerde van de bekende zin van Shakespeare ‘To be or not to be’, maar b2 is een veld op het schaakbord. In verschillende openingsvarianten is het de vraag of zwart met zijn dame nu wel of niet de pion op b2 kan slaan).


Tijdens een toernooi werd aan Wilhelm Steinitz (wereldkampioen  (officieus) 1866-78 en (officieel) 1886-94) gevraagd hoe hij zijn kansen inschatte om het toernooi te winnen. Hij moet daarop hebben geantwoord: “Ik heb de beste vooruitzichten de eerste prijs te winnen, want iedereen moet tegen Steinitz spelen, alleen ik niet!”


Een schaker won de prijs voor de beste partij in een toernooi en stuurde een telegram naar huis, waarin hij trots meedeelde de schoonheidsprijs (officiële term in de schaakwereld) te hebben gewonnen. De dame achter de balie bekeek hem licht verbaasd en toen hij vertrokken was, merkte ze op tegen haar collega: “Ik zou wel eens willen weten hoe die anderen er uitzien!”

Bovenstaande tekst is ook verschenen in de regiokrant BuurContact van 11 april 2014.

Geen opmerkingen: