vrijdag, oktober 13, 2017

Anekdotes uit de schaakwereld (45)

Toen de beroemde Franse kunstenaar en schaker Marcel Duchamp (1887-1968) aan het einde van zijn leven werd gevraagd waarom hij in de laatste decennia geen schilderijen meer had gemaakt, antwoordde hij: “Ik geef de voorkeur aan schaken, waarin mensen zich met hart en ziel kunnen uitleven, ook al zijn valstrikken in de openingsfase en de geestelijke inspanning net zo zinloos als het leven zelf.”  


In de derde ronde van het Jersey International Open in 1980 stond bij het afbreken van de partij Slagboom (Holland) - Tunc Alankus (Turkije) een totale remisestand op het bord. Na de hervatting weigerde de Turk steeds de meerdere keren aangeboden remise, totdat de hevig geïrriteerde Slagboom een blunder maakte en alsnog verloor. Hij veegde woedend de stukken van het bord en trok zich terug uit het toernooi. Beiden maakten geen aanspraak op de sportiviteitsprijs…


Tijdens het Interzonetoernooi in Stockholm in 1952 hoorde de Engelse deelnemer Harry Golombek (grootmeester in 1985) tegen middernacht kloppen op zijn kamerdeur. Hij deed open en grootmeester Alexander Kotov (1913-1981) kwam binnen, zwaaiend met een detectiveroman van Agatha Christie. Hij liet Golombek de passage zien waar hij kwaad om was geworden. Een schaakmeester was vermoord tijdens zijn partij met een Sovjet schaker en Hercule Poirot redeneerde dat de man uit de Sovjet-Unie niet de dader was, want zelfs een Sovjet schaker zou niet zover gaan om een partij te winnen.
Kotov was woedend over het woord zelfs. “Een schaker uit de Sovjet-Unie hoeft zijn tegenstander niet te vermoorden om van hem te winnen” riep hij uit. Golombek probeerde hem te kalmeren door te zeggen dat Agatha Christie vast en zeker niets van schaken wist. Waarna Kotov vertrok met de woorden: “Domme oude koe!”


Joseph Henry Blackburne (1841-1924) speelde eens tegen een oude aanhanger van Caissa die duidelijk niet van een grapje hield. De oude heer had wit en opende met 1. h3, een zet die niet direct tot de verbeelding spreekt, om het voorzichtig uit te drukken. Blackburne reageerde geestig: “Nou, ik denk dat ik maar opgeef!” “Prima”, antwoordde zijn tegenstander, “dat is dan een punt voor mij.” En daar liet hij zich ook niet meer van afbrengen, zodat dit eigenlijk de kortste partij uit de schaakgeschiedenis is…

Albert Prins

Bovenstaande Anekdotes worden eveneens gepubliceerd in BuurContact, een regiokrant voor Loppersum en Ten Boer, oktobernummer 2017.

Geen opmerkingen: