dinsdag, januari 16, 2007

Roelof Kroon: een interview

Mijn vrouw schrijft als freelancer in BuurContact, een regionale krant. Twee van haar artikelen heb ik vorig jaar op mijn weblog gezet. Hier volgt een derde onder het motto: Mijn Stokpaardje (waarin mensen vertellen over hun hobby). Het gaat om een interview met Roelof Kroon, kampioen van Schaakclub Ten Boer. [Aan dit artikel heb ik nog enkele afbeeldingen toegevoegd].

Mijn Stokpaardje - Roelof Kroon over schaken en relativeren

Ten Boer - Kampioen van de Schaakclub Ten Boer, Roelof Kroon, komt uit een familie waar veel werd (en wordt) geschaakt. Roelof (38) herinnert zich glimlachend een foto van een schaakpartij tussen zijn vader en broer Jan (toen vijf jaar), waarop hijzelf als driejarige een greep naar de stukken deed, wat door Jan werd verhinderd. Roelof moest nog een jaar wachten tot zijn vader ook hem leerde schaken.
Het gezin Kroon woonde in Oenkerk, Friesland en vader Kroon schaakte bij SC Philidor in Leeuwarden. Hij gaf ook schaaklessen op school. In Roelofs jeugd nam het schaakspel een prominente plaats in. Nu hij zelf vader is, van Gerbrich (5) en Lindert (3), wil hij op zijn beurt zijn kinderen laten kennismaken met het schaakspel, maar wel vrijblijvend. "Ze moeten weten hoe het spel gaat; waar papa en opa mee bezig zijn," vindt Roelof. "Wat ze er vervolgens mee doen, mogen ze zelf uitmaken." Lindert is nog iets te jong, maar Gerbrich toont al belangstelling en gaat dan ook elke vrijdagmiddag mee naar het Jeugdschaak in het Buurhoes, waar Roelof in de voetsporen van zijn vader treedt en een grote groep kinderen wegwijs maakt in de schaaksport.

Uit de krant.....

"Waar het in het schaakspel om gaat, is álle stukken mee te laten doen, ruimte creëren, het goed spelen van het spel." Dat is een leerproces van jaren. Roelof noemt schaken dan ook een ervaringssport. Ervaring deed hij ruimschoots op, o.a. tijdens diverse schoolschaaktoernooien. Zijn basisschool in Oenkerk eindigde bij het landskampioenschap eens als vierde en een keer als vijfde. Toen Roelof elf jaar oud was, werd hij Jeugdkampioen van Friesland in de groep tot dertien jaar. Het jaar daarvoor was hij als tweede geëindigd en het jaar dáárvoor werd zijn broer Jan kampioen. Later behaalde zijn middelbare school het kampioenschap van Nederland met Roelof aan het tweede bord. In die tijd hield hij zich toch wel intensief bezig met de schaaksport. In het Friese Jeugdkampioenschap eindigde hij een vijftal keren als tweede, in verschillende leeftijdscategorieën.

RELATIVEREN
Maar ambities om een titel te behalen heeft hij nooit gehad. Het schaken is zéker een passie, geeft Roelof toe, maar hij kan het ook goed relativeren. Talent is meegenomen, maar om de top te bereiken moet je vooral hard werken en ook je karakter meehebben. Je zult er heel veel voor moeten inleveren. "En dat is ongezond," vindt Roelof. "Er is meer in het leven."
Het kostte hem dan ook geen enkele moeite om de schaaksport op een laag pitje te zetten toen hij zijn energie nodig had voor andere zaken, zoals zijn studie natuurkunde. Na het afstuderen vroeg zijn nieuwe baan veel aandacht en pas in 1998, nadat hij samen met zijn vrouw Mariska in Ten Boer was komen wonen, kreeg hij weer meer oog voor het schaken. Een artikeltje over de Schaakclub Ten Boer herinnerde hem eraan: "Het is toch wel een leuk spel …". Voor de vakantie kocht hij een schaakboek: ‘Positional play’ van Mark Dvoretsky en Artur Yusupov. Op bladzijde 146 is hij blijven steken, maar het was voldoende om de draad weer op te pakken: in september dat jaar werd hij lid van Schaakclub Ten Boer. Hij kocht ook meer boeken: voor schaakstudie. Ondanks een naar eigen zeggen vrijblijvende houding ("Niet het winnen is belangrijk, maar het begrip van de partij") is Roelof inmiddels voor de vijfde keer clubkampioen geworden. Is de uitdaging wel groot genoeg? Dat vroeg hij zichzelf ook af en zo werd hij tevens lid van Unitas in Groningen. Een seizoen lang speelde hij afwisselend in Ten Boer en Groningen. Maar dat was het ook niet en hij koos definitief voor Ten Boer.
Ook zijn broer Jan, als dominee beroepen in Middelstum, werd lid van de SC Ten Boer. Het heeft de club geen windeieren gelegd; in 2002 won Ten Boer de beker in de finale van de Noordelijke Schaakbond tegen Unitas, zo leren ons de archieven van de club.
Ten Boer speelt in de eerste klasse van de NOSBO en heeft daarmee een behoorlijk niveau. Zéker voor zo’n kleine club (veertien leden). Daarnaast vindt Roelof het ook een heel gezellige club: "Je kent ze allemaal en je hebt een band met elkaar." De locatie, het Buurhoes, én haar beheerders, dragen daar nog aan bij.
Zijn grootste rivaal binnen de club is de andere kampioen, Klaas Dijkhuizen. "De partijen tegen Klaas hébben iets - er is veel spanning tussen ons tweeën en zo’n partij is altijd onvoorspelbaar. Spannend!" Roelof zoekt vooral naar harmonie in de stelling; heb ik de kenmerken ervan begrepen? Ooit speelde hij Klaas volledig van het bord - de eerste fase was goed - maar toen deed hij een paar zetten "die niet goed voelden" en hij verloor de partij. Toch kan hij met plezier op zo’n partij terugkijken. "Het is mooi, als je tijdens de partij een moment hebt gehad waarop je echt begreep waar het in de stelling om gaat." Bovendien valt er van een verloren partij altijd iets te leren!

COMPUTERS EN PSYCHOLOGIE
Schaken tegen een computer is niets voor Roelof. Een computer rekent, een mens denkt. Dat is een wezenlijk verschil. Een computer beschikt over een rekencapaciteit voor wel een miljoen stellingen. Op rekenkracht zul je het als mens dus nooit van een computer winnen. Maar een computer kan geen plannen maken, zoals een mens dat kan. Wat Roelof betreft is er in het huidige schaak teveel theorie en die is dan ook nog helemaal uitgeanalyseerd. Daarmee verdwijnt de romantiek, het avontuur. "Je kunt zo dertig zetten theorie spelen en dan zit je al bijna in het eindspel!" Maar het aantal mogelijkheden aan zetten en stellingen in het schaakspel is astronomisch. Zelf denken, creatief zijn, blijft belangrijk. En je schaakt niet alleen: je moet altijd rekening houden met de tegenstander.
Ook de psychologische factor speelt mee. Als je bang bent om te verliezen, zul je er niet uithalen wat erin zit. Roelof onderscheidt ook typen spelers; ieder heeft zijn eigen stijl. Mensen beslissen intuïtief, logisch, pragmatisch of uit algemene principes. De vorig jaar overleden psycholoog dr. Adriaan de Groot heeft daar zelfs uitgebreid onderzoek naar gedaan: hoe denken schakers op verschillende niveaus?
De manier waarop je het spel speelt, is ook een weergave van hoe je zelf bent. Om verder te komen zul je objectief moeten zijn en je zwakkere eigenschappen onder ogen zien. Roelof werkt als informatieanalist bij de Informatie Beheergroep. Analyseren is zijn vak: welke informatie heb je nodig om het werk uit te voeren waar jij verantwoordelijk voor bent? In een schaakpartij ben je op een vergelijkbare manier bezig.

MOOISTE PARTIJ
Gevraagd naar zijn mooiste partij moet Roelof even nadenken en schiet dan in de lach: "Er komen eigenlijk alleen maar dramatische partijen bij me op!" Hij verhaalt het drama van zijn partij (elf jaar was hij toen) tegen de latere grootmeester Jeroen Piket. In het schaaktoernooi waaraan zij deelnamen, was Piket de gedoodverfde winnaar. Maar ook Roelof had de hogere regionen bereikt en zo kwamen ze in de op één na laatste ronde tegen elkaar uit. Toen Roelof op een bepaald punt in de partij twijfelde over de voortzetting, bood hij remise aan, nog vóór hij zijn zet had gedaan. Piket wees hem beheerst op de regel dat eerst gezet moet worden en dan pas remise kan worden aangeboden: "Doe eerst maar een zet." Op dat moment zag Roelof hoe hij in één zet de partij kon winnen en speelde de winnende zet. Hij zei nog: "Ik trek het remiseaanbod in," maar het kwaad was al geschied. Piket claimde remise en Roelof rende ontzet weg van het bord, zoals later in de krant te lezen stond. Toch zijn ook dit soort momenten belangrijk in het leven van een jonge schaker - leren verliezen draagt bij aan je doorzettingsvermogen.

JEUGDSCHAAKCLUB
Het is één van de redenen waarom Roelof in november vorig jaar een Jeugdschaakclub heeft opgericht, samen met Frouktje Werkman en Gosse Rodenboog. De belangstelling was boven verwachting: de club telt nu zevenentwintig leden die na vijf lessen al duidelijk vooruitgang boeken. Net als de leeftijden (vanaf acht jaar) lopen ook de niveaus uiteen, maar het plezier in het spel staat natuurlijk centraal. Roelof heeft al gehoord van schaakcomputers tussen de kerstcadeaus en ook hebben ouders advies gevraagd over de aanschaf van schaakspellen.
Wat is er te winnen voor kinderen die leren schaken? In een aantal fases leren kinderen logisch denken. Eerst zijn ze vooral bezig met de zet die ze zelf moeten doen en concentreren ze zich op een klein gebiedje van dat grote schaakbord. Ook heel belangrijk: kan ik hier wat pakken! (De materiaalfase.) In de volgende fase worden ze zich bewust van de tegenstander: die doet óók iets. In de derde fase zullen ze zich afvragen of die tegenstander misschien iets van plan is. Geleidelijk komt er meer ruimtelijk inzicht en zal de jonge schaker planmatig gaan denken. Het winnen van de partij geeft natuurlijk een kick, maar ze leren ook omgaan met verlies. En de vaardigheden die ze zich bij het schaken eigen maken, zullen ze in hun verdere leven ook kunnen toepassen op andere gebieden.

Jeugdschaak in Ten Boer

Daarnaast kan het schaken een extra uitdaging zijn voor intelligente kinderen, die op school mogelijk prikkels missen. En, waarom ook niet, er zijn ook kinderen die het gewoon een leuk spel vinden!
Alles bij elkaar is het natuurlijk een hele klus, deze Jeugdschaakclub, en Roelof is dan ook heel blij met de hulp van zijn mede-oprichters, ouders die kunnen schaken en clubleden van SC Ten Boer die ook hun steentje bijdragen. En niet in de laatste plaats met de bijdrage van zijn vader, die met dertig jaar ervaring als jeugdschaakleider in Friesland, een aantal keren speciaal voor deze gelegenheid naar Ten Boer kwam om schaaklessen te geven.
Voor eigen schaakstudie blijft momenteel weinig tijd over. Wel heeft hij altijd een klein schaakbordje in zijn binnenzak, voor de ‘rust’momenten. "Je moet reëel zijn," vindt Roelof, voor wie een nieuwe fase in zijn werkcarrière is aangebroken. Het gezin vraagt meer tijd en ook maatschappelijke dingen zijn belangrijk. Wat vindt Mariska er eigenlijk van, zo’n schaakfamilie? Ze voorziet al dat ze zal moeten waken dat het niet het hele gezin opslokt. En met het relativeren ligt ze iets achter op Roelof: ze vindt hem nog behoorlijk fanatiek! Maar gelukkig: "Ik kan er wel mee leven, hoor!"
Roelofs partij op 2 januari tegen internationaal meester Hoeksema (in een simultaanseance) heeft hij weliswaar gewonnen, maar hij kijkt er met gemengde gevoelens op terug: "De vorm was er niet. Ik begreep de stelling niet goed en werd volledig door mijn tegenstander weggespeeld. Maar door twee zeer slechte zetten van Hoeksema werd de partij plotseling toch in mijn voordeel beslist." Dan is het weer tijd om te relativeren en hij besluit opgewekt: "Schaken is een spelletje, niet meer en niet minder!"

Mimi Prins
Mijn Stokpaardje -17-
BuurContact nr. 01, 12 januari 2007

Geen opmerkingen:

Een reactie posten