donderdag, november 06, 2008

Oplossing opgave 170 (van 2 november)

In bovenstaande stelling had wit goede winstkansen, bijv. 1. Dxd6, of 1. Dxb7, of 1. a3. Wit speelde echter 1. h5, een zet die er aardig uitziet vanwege de mogelijkheid 1. ...Dxh5? 2. Th1 en zwart kan opgeven. Hoe ging het verder: was er voor zwart nog hoop en zou er achter 1. h5 een vraagteken moeten staan? [N.B. Let op de ligging van het bord!]

Oplossing: Portisch-Gligoric (Olympiade Siegen 1970)

Zoals hierboven al te zien is, had wit vrij eenvoudig deze partij kunnen winnen. Hij speelde echter 1. h5? (een of twee vraagtekens zijn hier dus inderdaad terecht). Na het antwoord van zwart 1. ... Db4! kon wit vervolgens opgeven.

Alberts SchaakBlog kreeg van Derk Schuttel (Schaakclub Grijpskerk) de volgende reactie (ik geef zijn complete 'brief' even weer):

Hallo Albert,
In eerste plaats gefeliciteerd met de overwinning op Bedum. In een van de vroege ontmoetingen was ik van de partij.Volgens mij was dat niet eens de eerste en had ik wel verwacht dat de teller hoger dan vier zou staan.Dame b4 lijkt me wel een aardige zet om zwart tegenkansen te geven. Gezien mijn huidige vorm twijfel ik overal aan dus ben ik benieuwd of het zo gemakkelijk is. Anders zou ik bijna roepen dat het een opgave uit een stap 2 boek is, dubbele aanval Dame. Groetjes, Derk S.,5 november 2008 17:51

Leuk Derk weer eens van je te horen. Hopelijk gaat het binnenkort met je nu kennelijk mindere vorm weer de goede kant op! Dank voor je felicatie en wat het aantal ontmoetingen Ten Boer-Bedum betreft: ik twijfel daar, zoals ik al op mijn weblog vermeldde, ook zelf aan. Het kan dus best zijn dat het er meer dan 4 zijn op dit moment, maar zo heel belangrijk is dat ook weer niet. Nieuw is in ieder geval het feit dat we elkaar nu jaarlijks als club opzoeken (en dan buiten het NOSBO-kader).

Dan je oplossing: die is helemaal goed. Wat dat betreft is er aanleiding weer in een stijgende vorm te gaan geloven! Iets minder juist vind ik je opmerking over een opgave uit een Stap 2-boek. Weliswaar was deze misschien niet zo moeilijk, maar de zet werd toch maar even door Lajos Portisch over het hoofd gezien en hij was een van de betere schakers ooit. Daarbij moeten we dan ook wel weer rekening houden met het bekende feit dat iets missen in een partij een totaal andere kwestie is dan het oplossen van een vraag over een uit de partij gelichte stelling, waar je even rustig voor kunt gaan zitten, in de wetenschap dat er (bijvoorbeeld) sprake is van een geforceerde winst.

Verder zou ik over de moeilijkheidsgraad van een opgave het volgende willen opmerken: waarom zouden opgaven perse altijd moeilijk moeten zijn? Het gaat bij wijze van spreken ook om het snel (kunnen) opmerken van een mogelijkheid. Een voorbeeld.

Hans Ree verzorgt een schaakrubriek in de NRC en onlangs kwam daarin de volgende opgave voor:

Timman-Karpov, Londen 1984. Zwart (aan zet) wint

Zelfs mijn oog viel op 1. ... Txe5! waarna zwart na elke damezet van wit (of het moet al een heel gekke zijn) 2. ... Df3+ speelt en achterelkaar wint.
Maar daarmee is nog niet gezegd dat daarom de opgave waardeloos is! Het is juist aardig dat je als amateur ook het een en ander ziet en dat kan dan (voor zover mogelijk) wellicht voor een beetje zelfvertrouwen zorgen.
Ik heb al vaker dit geluid gehoord over opgaven die niet moeilijk genoeg zijn, maar over het algemeen valt dat wel een beetje mee en gaat het daar dus niet in de eerste plaats om. Mogelijk geef ik binnenkort (voor de liefhebbers) eens een opgave die echt wat ingewikkelder is. Dat zei ik ook al eens eerder....

En wat de boeken van het Stappenplan betreft: ik zou daar niet al te licht over denken, want daar staat menige opgave in die veel clubschakers hoofdpijn zou bezorgen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten