vrijdag, juni 05, 2015

Anekdotes uit de schaakwereld (20)

In Hastings (Engeland) wordt ieder jaar, eind december, een schaaktoernooi georganiseerd. In het toernooi van 1922 moest Akiba Rubinstein spelen tegen de Engelsman George Norman. Norman zat al klaar in de toernooizaal, maar er was geen spoor van de grote meester Rubinstein. Nadat diens klok een uur had gelopen kwamen de officials erachter dat R. nog in zijn hotelkamer lag te slapen. Nadat hij was gewekt en zich naar de toernooizaal had gehaast, bleek daar dat hij nog 30 minuten had om zijn eerste 40 zetten te doen. Toch won hij omdat Norman uiteindelijk de bedenktijd overschreed!


Heel bekend is de anekdote omtrent een ‘rookincident’ tijdens het schaken. Alleen is niet zeker wie de twee betrokken schakers waren. Wel is duidelijk dat de één Nimzowitsj was (die allergisch was voor sigaretten- en sigarenrook), maar als zijn tegenstander komen Lasker, Vidmar, Bogoljobow en Tartakower in aanmerking. Laten we aannemen dat het Lasker was.
De partij is begonnen en Lasker haalt een krachtige sigaar tevoorschijn en begint die langzaam van zijn cellofaantje te ontdoen, waarna hij de sigaar naast het bord legt. Vanaf dat moment is Nimzowitsj volledig afgeleid en geobsedeerd door het rooktuig. Op het laatst gaat hij opgewonden naar de wedstrijdleider en doet zijn beklag. Samen komen ze naar het bord en Lasker vraagt wat er is. “Je weet heel goed wat er aan de hand is” roept N. en hij beschuldigt Lasker van het hem in de war willen brengen om zo te proberen zijn partij te bederven. “En dat laat ik niet toe!” Dan merkt de toernooileider op dat Lasker toch niet rookt, waarop N.  overstuur uitroept: “Dat kan wel zijn, maar iedereen weet dat Lasker geschreven heeft dat de dreiging veel belangrijker is dan de uitvoering!”


Voorafgaand aan een zware operatie waarbij bij Michail Tal een nier zou worden weggenomen schreven de artsen Tal krachtige kalmerings-middelen voor. Tal werd toen gevraagd of hij morphinomane (Frans voor drugsverslaafd) was geworden. Hij antwoordde:  “Ik ben niet morphynomane (Morphy was een beroemde Amerikaanse schaker), ik ben “tchichorinomane” (Tsjichorin was een beroemde Russische schaker).


De Nederlandse grootmeester Jan-Hein Donner omschreef het schaakspel eens als “het tegendeel van communicatie”. Een ooit gedane uitspraak van Akiba Rubinstein, die daar prima op aansluit,  toen hem eens gevraagd werd tegen wie hij die avond moest  spelen: "Vanavond speel ik tegen de zwarte stukken!"

Albert Prins

Bovenstaande anekdotes verschijnen ook vandaag, vrijdag 5 juni 2015, in de regiokrant BuurContact. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten