donderdag, maart 09, 2017

Anekdotes uit de schaakwereld (39)

Op 1 augustus 1989 stond op de sportpagina van de Leidse Courant het volgende bericht: Judit Polgar en Hans Ree drongen gisteren op de tweede dag van het OHRA-schaaktoernooi de kroongroep naar de achtergrond. Op spectaculaire wijze werd de Amsterdamse  grootmeester  vervolgens door de pas 13-jarige Hongaarse verslagen.
Hans Ree heeft het geweten: een golf van leedvermaak overspoelde hem. Ook mensen die zich nooit iets aan schaken gelegen hadden laten liggen, konden het niet laten hun vreugde (op straat en in de tram!) over zijn nederlaag te uiten. Dat hij de eerste grootmeester was die ten het onderspit delfde tegen de kleine Judit, later trouwens uitgegroeid tot de sterkste schaakster ooit, droeg uiteraard bij aan hun plezier.
In de Haagse Post schreef hij een en ander krachtig van zich af: “Opeens kreeg ik een schokkend kijkje op een onvermoede kwaadaardigheid in de schaakwereld en op de vrolijke bloeddorst die bezit kan nemen van mensen die niets kunnen, als ze denken een lotgenoot aan te treffen.”


In zijn boek Cabbage Heads and Chess Kings (London: Arco, 1960) van Bruce Hayden, staat een hoofdstuk onder de titel: Crazy on ChessDaarin komt een opmerkelijke anekdote voor. Een vriend van de auteur, ene Castello, speelt een partij tegen een nogal excentrieke persoonlijkheid, bijgenaamd de ‘Mad Parson’. Niet echt gek, maar wel heel bijzonder. De partij verloopt aanvankelijk normaal en Castello speelt goed, wat de ‘Mad Parson’, gezien zijn gezichtsuitdrukking, wel bevalt. Op een gegeven moment staat laatstgenoemde op, zoals schakers vaker doen en loopt naar de andere kant van het bord, om de stelling eens van daar te bekijken. Castello doet ondertussen zijn best een goede zet te bedenken, tot hij een ijselijke ervaring beleeft, die hem doet verstijven in zijn stoel: ‘The Parson’s hand had descended on to his head and was stroking and patting his hair which by now was making feeble efforts to stand on end.’
Castello is slechts van één gedachte vervuld: hoe krijg ik M.P. terug in zijn stoel? Hij beseft dat hij snel een bijzondere zet moet doen en … maakt van de weeromstuit een forse blunder, die zijn uitwerking niet mist en de zonderling naar zijn zitplaats doet terugkeren. Die buigt zich over het bord, terwijl hij zachtjes in zichzelf begint te prevelen. Met een uiterste krachtsinspanning kan Castello verstaan wat Mad Parson zegt: “Niet goed bij zijn hoofd,” mompelt hij. “De man is niet goed bij zijn hoofd.”

Albert Prins. 

(Bovenstaande Anekdotes verschijnen ook in de regionale (Loppersum, Ten Boer) krant BuurContact van vrijdag 10 maart 2017.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten