Mijn naam is Albert Prins. Ik schaakte bij SC Ten Boer van 1976 tot het einde van de club (terugloop van het ledental) op 26 mei 2015, na eerder te hebben gespeeld bij SC Helpman (1964-1967 en 1970-1975) en bij Het Kasteel in Coevorden (1962-1963 en 1968-1970). Vanaf september 2015 schaak ik bij SV Lewenborg. Met dit weblog begon ik medio 2006.
Eigen foto: Aalborg Fjord (Langerak), Denemarken, 8 juni 2005; 09:52
woensdag, februari 27, 2013
Ronde 21 clubcompetitie Ten Boer
Gisteravond konden door een bovenmatig aantal afzeggingen maar drie partijen worden gespeeld. Je zou SC Ten Boer bijna een club in nood gaan noemen. Ik had zelf een SN (voor de belangstellende leek: als het aantal aanwezige clubleden oneven is, wordt een SN (staand nummer) uitgedeeld dat iets meer oplevert in punten dan een afzegging, ofwel AMK) maar ging toch kijken (er moeten toch wat enthousiaste mensen overblijven!) om een en ander live mee te maken en om, als ik er dan toch zou zijn, en passant de strijdlustigen op de gevoelige plaat vast te leggen.
De uitslagen:
Marten Berends (w) - Klaas Dijkhuizen: 0 - 1
Piet Beetsma (w) - Jan Pilon: 0 - 1
Wopko Dijkema (w) - Ad Mertens: 0 - 1
AMK (afwezig met kennisgeving: Harm Buter, Bas Klomberg, Erick Erdtsieck, Erwin Kok, Alfred Rodenboog en Gerard Zijlema. SN: Albert Prins.
Marten-Klaas
Vanaf vlak na de opening neemt zwart de witte zwakke e-pion onder vuur, ontstaan doordat wit bij afruil op g3 (zwart neemt daar de witte loper met zijn paard) met de f-pion terugneemt, terwijl algemeen bekend mag worden verondersteld dat in 999 van de 1000 gevallen nemen met de h-pion op zijn plaats is.
Genoemde e-pion wordt een blok aan het witte been en belemmert bovendien de communicatie tussen wits dame- en koningsvleugel. Zwart versterkt zijn stelling steeds meer en wit komt in grote moeilijkheden. Hij reageert niet goed op een en ander en geeft dan op zonder zich het vervolg nog te laten bewijzen.
Piet-Jan
Wit offert een pion in de openingsfase en krijgt daarvoor inderdaad de betere stelling en allerlei aanvalsmogelijkheden. Zwart houdt met enige moeite het hoofd boven water, ook al omdat wit niet altijd de sterkste zetten doet.
Het komt tot afruil van veel stukken, ook van de dames in het eindspel, waardoor de extra pion die zwart nog steeds heeft uiteraard steeds belangrijker wordt. In het eindspel van loper en 5 pionnen (wit) tegen paard en 6 pionnen geeft wit ineens de partij uit handen door afruil van de beide stukken toe te staan, wat meteen een gewonnen pionneneindspel voor zwart oplevert.
Wopko-Ad
Ook hier staat wit in het middenspel beter en Wopko kan met torens en dame een sterke druk op de halfopen c-lijn gaan uitoefenen. Dat komt er echter niet zo van, want wit verliest kostbare tijd, zwart kan dan een gelijkwaardige stelling bereiken en wint even later een pion op de damevleugel, waardoor hij daar zelf een vrijpion heeft.
Dat pionnetje zal voor wit de ondergang gaan betekenen. Het eindspel van D, L + 5 pionnen (wit) tegen D, P + 6 pionnen wordt door zwart, zij het niet zonder aarzelingen, tot winst gevoerd, vooral omdat het zwarte paard veel sterker is dan de witte loper.
Een dezer dagen de nieuwe ranglijst op Alberts SchaakBlog.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten