zaterdag, juni 11, 2016

Anekdotes uit de schaakwereld (31)

Bij een externe competitiewedstrijd ontbrak bij de thuisclub een speler, zodat de teamleider een vervanger nodig had. Helaas was er van zijn club maar één andere speler aanwezig en die wilde hij eigenlijk liever niet opstellen. Hij schaakte heel zwak en was bovendien een uitgesproken bluffer.
Maar er zat niets anders op: beter hem laten meedoen dan het bord onbezet laten en zo werd hij toch aan het team toegevoegd. 
Toen de teamleider na ongeveer een half uur langs de borden liep, zag hij, weliswaar niet echt onverwacht, maar toch tot zijn schrik, dat de invaller al helemaal verloren stond. Hij ging uit van een verliespartij en was daarom des te meer verbaasd toen kort daarna de speler hem kwam vertellen dat hij gewonnen had. “Maar hoe is dat mogelijk, je stond toch totaal verloren?” “Ja natuurlijk”, was het antwoord, “dat zag ik ook en daarom besloot ik tot wat geweld. Ik ging met mijn dame naar zijn koningsvleugel, zette die daar met kracht neer en riep schaak! en keek strak naar zijn koning, terwijl ik daarbij gelijktijdig zijn ongedekte dame op de damevleugel aanviel. Mijn tegenstander zette direct zijn koning uit het schaak en ik nam de dame, ha, ha!” “Wat had je gedaan als hij de dames had geruild?” “Dat was juist de truc! Mijn dame stond ook ongedekt!”


Tijdens de schaakolympiade Amsterdam 1954 speelde Ossip Bernstein met zwart tegen de Ier Kelly. Laatstgenoemde bakte er niet veel van en werd in 23 zetten totaal overspeeld. 

Dit waren de zetten: 1.d4 d5 2.e3 Pf6 3.Ld3 Pc6 4.f4 Pb4 5.Lb5+ c6 6.La4 Da5 7.c3 Pd3+ 8.Dxd3 Dxa4 9.b3 Da5 10.Pd2 g6 11.Lb2 Lf5 12.De2 e6 13.Pgf3 La3 14.Lxa3 Dxa3 15. Pb1 Dc1+ 16.Dd1 Dxe3+ 17.De2 Dc1+ 18.Dd1 Db2 19.Pbd2 Dxc3 20.O-O De3+ 21. Kh1 Dxf4 22.g3 De3 23.Te1 Dd3 (0-1).

Na afloop demonstreerde Bernstein de partij, waarin hij van de 23 zetten maar liefst 13 met zijn dame had gedaan en een ravage in de witte stelling had aangericht.
Toen de 15e zwakke zet van wit in beeld kwam, merkte een toeschouwer op, zinspelend op de nationaliteit van de witspeler: “Irish stew!”  Daarop reageerde Bernstein met een knipoog: “Irish stewpidity…” N.B. Deze anekdote heb ik ontleend aan Praatschaak 1 van E.Straat (Den Haag, 1956).

Albert Prins


Bovenstaande Anekdotes stonden ook in de regionale krant BuurContact (voor Ten Boer en Loppersum e.o.) van vrijdag 10 juni 2016.


Terzijde 1:

In De Volkskrant van zaterdag 11 juni staan treffende uitspraken van voormalig commandant der strijdkrachten Dick Berlijn, die zelf jarenlang straaljagerpiloot was en luchtvaartdeskundige Baksteen (hoeveel tegenstanders van vliegshows heb je nodig als je een baksteen als voorstander hebt?) over  het risico van vliegshows. Dit naar aanleiding van het neerstorten van een straaljager bij Leeuwarden tijdens een show daar, waarbij wonder boven wonder, je zou het ook puur toeval kunnen noemen, geen slachtoffers zijn gevallen. 
(Terzijde: er zijn veel mensen die denken dat er geen toeval bestaat. Een heel merkwaardige, om niet te zeggen onnozele, opvatting: het hele leven hangt juist van toevalligheden aan elkaar, dat spreekt voor zich). 
In antwoord op de vraag of gezien het behoorlijke risico op crashes, deze evenementen niet verboden zouden moeten worden, antwoordt de heer Berlijn: "Het is goed om hen (het publiek) te tonen wat de luchtmacht kan, zij betalen er belasting voor." 

Van mijn belastinggeld hoeven geen (letterlijk) halsbrekende toeren worden uitgehaald, met veel gevaar voor mensenlevens. Bovendien: hoeveel miljoenen gaan er in die vliegshows zitten? Ook die zullen nog even extra door de belastingbetaler moeten worden opgebracht. Gelukkig is het betalen van belasting in Nederland erg populair, dus dat levert geen problemen op.

De heer Benno Baksteen maakt het helemaal bont als hij zegt:  "Het is geweldig om te zien wat die vliegtuigen kunnen. Tegenover het risico staat dus het plezier van honderdduizenden mensen."

Het woord 'honderdduizenden' is hier veelzeggend. Wat hier eigenlijk staat is: het plezier van zoveel toeschouwers mag af en toe best een paar levens kosten. Je moet het maar uit je strot kunnen krijgen!

Onderaan het artikel staat nog een kleine eye-opener: Nederland had in de 60er jaren ook een stuntteam, Whiskey 4, dat werd opgeheven nadat twee piloten om het leven waren gekomen bij een crash bij Woensdrecht in juni 1965. 

Dat doet weer eens aan het verhaal van het kalf en de put denken. Uiteindelijk is de oplossing kennelijk het hier laten stunten van buitenlandse teams! Dan verliezen we in elk geval geen Nederlandse piloten en vliegtuigen. En de mensen op de grond? Ach, dat zien we dan wel weer...

Terzijde 2:

Aangetroffen op de website Onze taal.nl:

Het episch centrum van de aardbeving  (09 september 2011)

"Bij elke aardbeving treedt deze klassieke verhaspeling wel een paar keer op", schrijft Ewoud Sanders in zijn verhaspelingenboek Aarsrivalen, scheldkarbonades en terminale baden. Ook gisteren na de aardschok vlak over de grens bij Noord-Limburg was het weer zover: veel mensen hadden het over het episch centrum van de aardbeving. Vanmorgen bleek zelfs dat diverse kranten, waaronder De Telegraaf en de Gelderlander, het epicentrum ook 'episch centrum' noemen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten