Mijn naam is Albert Prins. Ik schaakte bij SC Ten Boer van 1976 tot het einde van de club (terugloop van het ledental) op 26 mei 2015, na eerder te hebben gespeeld bij SC Helpman (1964-1967 en 1970-1975) en bij Het Kasteel in Coevorden (1962-1963 en 1968-1970). Vanaf september 2015 schaak ik bij SV Lewenborg. Met dit weblog begon ik medio 2006.
Eigen foto: Aalborg Fjord (Langerak), Denemarken, 8 juni 2005; 09:52
woensdag, september 15, 2010
Clubcompetitie SC Ten Boer, seizoen 2010-2011: ronde 2
We schrijven dinsdag 14 september: de tweede ronde in de onderlinge competitie van Schaakclub Ten Boer. Of het al niet erg genoeg is dat hoosbuien zonder onderbreking meedogenloos het dak van het Buurhoes teisteren, zitten de schakers elkaar zo veel mogelijk dwars op de overbekende geblokte borden. Hier en daar is werkelijk sprake van, om met een zojuist verworven (boek)aanwinst van Albert te spreken: Histoires extraordinaires sur 64 cases.
De uitslagen van deze avond:
Roelof Kroon(w) - Klaas Dijkhuizen: 0 - 1
Piet Beetsma(w) - Marten Berends: 0 - 1
Albert Prins(w) - Wim van Dijken: 1 - 0
Wopko Dijkema(w) - Wouter Grömmel: 1 - 0
Harm Buter(w) - Fré Blok: 1 - 0
Jan Pilon (w) - Steffan Vlaswinkel: 1 - 0
Enkele flinke verrassingen!
De langste partij is die tussen Roelof en Klaas, die pas tussen 23.00 en 23.30 wordt beëindigd, met op het laatst Albert als enige toeschouwer. Roelof heeft lange tijd het meeste uitzicht op de winst en komt één, later twee pionnen voor in het eindspel. Dan lijkt zijn spel aarzelend te worden, het lijkt of hij niet zeker weet wat hij wil. Hij doet een mindere damezet, waarna Klaas de partij kan uitmaken met een doorslaggevende aanval. Die komt echter niet op het bord en wit (Roelof) kan zich vervolgens redden met eeuwig schaak. Ook dat gebeurt merkwaardig genoeg niet en hij doet een zwakke pionzet die de eigen koningstelling ondermijnt en zwart geeft mat in enkele zetten.
De tweede verrassing betreft de partij tussen Piet en Marten. Piet weet een beter stelling op te bouwen en het winst punt binnenhalen lijkt een zaak van niet al te lange duur. Op een geven moment kan hij kiezen uit drie uitstekende voortzettingen, waarvan de ene nog beter is dan de andere. Wat gebeurt? Hij doet iets anders, een veel 'langzamere' en onduidelijke zet. Zwart weet zodoende het hoofd boven water te houden en er ontstaat een eindspel van loper en 6 pionnen (zwart) tegen loper, paard en twee pionnen (wit). Wit dreigt een pion te winnen maar zwart antwoordt met een slimme zet met de loper die in dat geval het paard kan buitmaken. Wit hapt dus niet, maar twee, drie zetten later, in de veronderstelling dat het nu wel kan, neemt hij alsnog en ... krijgt via een schaakje de even daarvoor nog gevreesde en vermeden stelling op het bord, waarbij het paard verloren gaat. Wit geeft op en vraagt zich terecht af waarom hij zoveel kansen ongebruikt heeft gelaten....
Albert wint van Wim. Laatstgenoemde, die in een stelling waarin wit een pion voorsprong heeft, maar zwart een goede stelling met tegenkansen, gaat met zijn dame naar het enige vluchtveld na een aanval van de beide witte paarden en verzuimt op de volgende zet de dame te dekken, zodat het beste mens daar toch een beetje wankel staat. Bovendien maakt hij zelf een zet later een dodelijk afstrekschaak mogelijk, waardoor hare majesteit in de doos verdwijnt. Zwart geeft op.
Wopko wint van Wouter, die lang goed tegenspel biedt, maar op het laatst een toren weggeeft, omdat wit op meer manieren kan terugnemen dan hij (Wouter) in de gauwigheid heeft gedacht. Zwart probeer nog van alles en hoopt op pat, maar Wopko weet van geen wijken en laat een overwinning noteren.
Van de partijen Harm-Fré en Jan-Steffan heb ik te weinig gezien om er iets over te kunnen melden, behalve dan dat de beide witspelers winnen.
Later in deze week de nieuwe stand!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten