vrijdag, maart 06, 2015

Anekdotes uit de schaakwereld (17)




In een bank in de Amerikaanse stad Seattle werd op een ochtend een inbreker aangetroffen die bij een krant lag te slapen. Het bleek dat hij in het holst van de nacht was binnengekomen, een krant met een schaakrubriek had gevonden en tijdens het oplossen van de daarin staande opgave door slaap was overmand. “Ik heb de verkeerde hobby uitgezocht,” verklaarde hij, nadat de rechter het vonnis had uitgesproken. “Met uw hobby is niets mis,” antwoordde de rechter, “u hebt alleen het verkeerde beroep gekozen!”


Het afbreken van schaakpartijen behoort tot het verleden. Maar lang waren afgebroken partijen die later werden uitgespeeld heel gewoon, ook al in de tijd van de oude meesters, toen nog de straf bestond dat iemand die een onmogelijke (onreglementaire) zet had afgegeven een ‘strafzet’ moest doen met zijn koning. Het overkwam Akiba Rubinstein dat hij een zet moest afgeven in een moeilijk eindspel. Dat zou een koningszet moeten worden, maar hij kon geen keuze maken. Toen besloot hij een onreglementaire zet in de envelop te doen. Vervolgens besteedde hij de halve nacht aan analyseren en… hij vond de winnende voorzetting met zijn koning. De volgende ochtend speelde hij met vaste hand als ‘straf’ de winnende zet! 


Vera Menchik was van 1927 tot 1944 de eerste wereldkampioen bij de vrouwen. Ofschoon ze in 1929 bij een toernooi in Ramsgate vóór bekende schakers als Koltanovsky, Maroczy en Yates eindigde, werd er toch wat lacherig gedaan en zelfs geprotesteerd  toen ze ging meedoen aan het grote toernooi in Karlsbad, ook in 1929. Een van de grootste spotters was de Weense meester Albert Becker, die de Menchik Club bedacht: iedereen die van haar verloor zou automatisch lid van die club worden. Het eerste clublid diende zich al gauw aan: in de 3e ronde in Karlsbad werd dat uitgerekend Becker zelf!
Ook Max Euwe werd lid: in het toernooi in Hastings (1930-31) verloor hij, waarschijnlijk omdat hij per se wilde winnen, ook in een remisestelling, omdat hij niet van een vrouw wilde verliezen. Pride only hurts, it never helps meldt iemand op Chessgames.com. In een boek van Euwe ‘Meneer’ Caïssa is te lezen dat wereldkampioen Capablanca enkele keren zijn uiterste best moest doen om ook niet als lid toe te treden. Momenteel is het verliezen van een vrouw heel wat minder uitzonderlijk en kijkt men daar ook niet meer van op, om de eenvoudige reden dat er nu veel meer (sterke) vrouwelijke schakers zijn dan destijds.

Albert Prins
Schaakclub Ten Boer

Bovenstaande anekdotes verschenen ook in het maartnummer van de regiokrant BuurContact, op 6 maart 2015.

Geen opmerkingen: