Posts tonen met het label Schaken in de literatuur. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Schaken in de literatuur. Alle posts tonen

woensdag, september 13, 2017

Eerste ronde onderlinge competitie SC Lewenborg

Seizoen 2017-2018 is begonnen en gisteravond werden de partijen in de eerste ronde van de onderlinge competitie gespeeld. Kersverse competitieleider Douwe maakte zijn debuut met het Keizersysteem en zo te zien is dat uitstekend verlopen, omdat we bijvoorbeeld dezelfde avond nog, net als Jan dat lange tijd verzorgde, de uitslagen en de nieuwe stand kregen toegemaild. Een geruisloze overgang dus!

Hiddo heeft direct de leiding genomen in de race naar de top door Ramon te verslaan. Klaas moest meteen tegen Roy, tegen wie hij in mei nog de tweekamp om het clubkampioenschap speelde. Na harde strijd werd het remise. Verrassend was de nederlaag van Marcel tegen Rick. Eerstgenoemde won (naar eigen zeggen) twee pionnen op de koningsvleugel, maar opende daarmee wel lijnen richting eigen koning. Toen hij vervolgens kort rokeerde wist Rick daar gebruik van te maken en de partij in zijn voordeel te beslissen. Ook maakte ik een en ander mee van de partij Boudewijn-Piet. Laatstgenoemde wist een gewonnen eindspel te bereiken, met op de damevleugel een flinke meerderheid aan pionnen. Toen liet hij echter enkele keren de verkeerde pion opstomen, waardoor het voordeel verdween en wit het hoofd net boven water kon houden. Even leek het of zwart op de koningsvleugel alsnog de winst zou kunnen behalen, maar ook dat lukte uiteindelijk net niet. Remise!

Ik speelde zelf eveneens gelijk: tegen Douwe. Hij stond aanvankelijk wat beter, maar ik kon in het middenspel mijn stelling enigszins 'opkrikken', waarna de handen werden geschud.









  Partijen in Ronde 1 - 12-09-2017.

  1 Klaas Dijkhuizen      -  Roy Bons             ½-½   
  2 Ramon Middeljans      -  Hiddo Zuiderweg      0-1   
  3 Rick Kompaan          -  Marcel Pouw          1-0   
  4 Douwe Pol             -  Albert Prins         ½-½   
  5 Boudewijn Hoogeboom   -  Piet Beetsma         ½-½   
  6 Jan Schut             -  Jan Drolenga         0-1   
  7 Sjak Rijploeg         -  John Souhoka         1-0   
  8 Jacob Bosgra          -  Harm Buter           ½-½   
  9 Brandsma Metta        -  Herman Wiegeraad     0-1   
 10 Siemen Visser         -  Alex van Huisstede   0-1   
 11 Jan Wiebe van Veen    -  Paring bye                 


  Rangschikking na Ronde 1 - 12-09-2017 -

 Pos Naam                  Score Prt   Ptn  BRtg GemRT   TPR  W-We    Wrde  S Bye
  1 Hiddo Zuiderweg          83   1     1  1847  1834  2634  0,48    45,0 -1   0
  2 Rick Kompaan             79   1     1  1789  1830  2630  0,56    44,0  1   0
  3 Roy Bons                 66   1     1  1860  1852  1852 -0,01    43,0 -1   0
  4 Klaas Dijkhuizen         65   1     1  1852  1860  1860  0,01    42,0  1   0
  5 Jan Wiebe van Veen       62   0     0  1740              0,00    41,0  0   1
  6 Mario van der Raad       60   0     0  1931              0,00    40,0  0   0
  7 Jan Drolenga             57   1     1  1552  1530  2330  0,47    39,0 -1   0
  8 Alex van Huisstede       56   1     1  1586  1386  2186  0,24    38,0 -1   0
  9 Albert Prins             54   1     1  1682  1676  1676 -0,01    37,0 -1   0
 10 Douwe Pol                53   1     1  1676  1682  1682  0,01    36,0  1   0
 11 Roelof Rubingh           51   0     0  1755              0,00    35,0  0   0
 12 Piet Beetsma             50   1     1  1670  1603  1603 -0,09    34,0 -1   0
 13 Boudewijn Hoogeboom      48   1     1  1603  1670  1670  0,09    33,0  1   0
 14 Sjak Rijploeg            45   1     1  1313  1353  2153  0,56    32,0  1   0
 15 Rudy Frieswijk           44   0     0  1660              0,00    31,0  0   0
 16 Johan Jans               43   0     0  1626              0,00    30,0  0   0
 17 Ramon Middeljans         41   1     0  1834  1847  1047 -0,48    29,0  1   0
 18 Marcel Pouw              40   1     0  1830  1789   989 -0,56    28,0 -1   0
 19 Herman Wiegeraad         37   1     1  1196   988  1788  0,23    27,0 -1   0
 20 Fred Luining             36   0     0  1457              0,00    26,0  0   0
 21 Arthur Uyleman           33   0     0  1383              0,00    25,0  0   0
 22 Harm Buter               32   1     1  1316  1261  1261 -0,08    24,0 -1   0
 23 Durk Elzinga             31   0     0  1340              0,00    23,0  0   0
 24 Jacob Bosgra             31   1     1  1261  1316  1316  0,08    22,0  1   0
 25 Jan Schut                28   1     0  1530  1552   752 -0,47    21,0  1   0
 26 Siemen Visser            26   1     0  1386  1586   786 -0,24    20,0  1   0
 27 John Souhoka             24   1     0  1353  1313   513 -0,56    19,0 -1   0
 28 Jouke Luxema             23   0     0   930              0,00    18,0  0   0
 29 Henk Triemstra           21   0     0   855              0,00    17,0  0   0
 30 Metta Brandsma           18   1     0   988  1196   396 -0,23    16,0  1   0


Schaken in de literatuur (11):


Edgar Allan Poe
(........)To calculate is not in itself to analyze. A chess player, for example, does one without effort of the other. I will therefore take occasion to assert that the higher powers of the reflective intellect are more decidedly and more usefully tasked by the unostentatious game of draughts than by all the elaborate frivolity of chess. In the latter, where the pieces have different and bizarre motions, with various and variable values, what is only complex is mistaken for what is profound. The attention is here called powerfully into play. If it flag for an instant, an oversight is committed resulting in injury or defeat. The possible moves being not only manifold but involve, the chances of such oversights are multiplied and in nine cases out of ten it is the more concentrative, rather than the more acute player who conquers. In draughts, on the contrary, where the moves are unique and have little variation, the probabilities of inadvertence are diminished and the mere attention being left comparatively, unemployed, what advantages are obtained by either party are obtained by superior acume(.........)

Uit: Edgar Allan Poe (1809-1849): The Murders in the Rue Morgue. Verscheen oorspronkelijk in Graham's Magazine (1841).

Terzijde:

5 juli 2017: met kleinzoon Mike naar het speelgoedmuseum in Roden:





zaterdag, april 09, 2016

Anekdotes uit de schaakwereld (29)


De Engelse schaakmeester Francis Joseph Lee (1857-1909) zat op een dag in een schaakcafé, toen een bekende binnenkwam en hem een schaakprobleem liet zien met de woorden: “Los deze driezet (een schaakprobleem, waarvan de oplossing uit drie zetten bestaat) van mij eens op en vertel me dan je mening.“ De bekende werd even later weggeroepen en Lee was alleen met zijn opgave.
Hij dacht na, probeerde van alles en nog wat, maar kon de oplossing niet vinden. Omdat het zijn eer als schaakmeester te na was niet een driezet te kunnen oplossen, verdiepte hij zich steeds meer in de toch wel ingewikkelde stelling en toen hij zo uren en uren had doorgebracht, dook de bekende weer op. Die wierp een blik op de stelling en zei toen: “Ach, sorry, op h3 moet nog een toren staan, die heb ik helemaal vergeten”.
Vanaf die dag lost Lee geen schaakproblemen meer op.

Efim Bogoljoebov (1889-1952) was een onverbeterlijke optimist, die altijd geloofde op winst te staan en bij het annoteren van zijn partijen er niet voor terugschrok dat ook voortdurend te benadrukken. Eenmaal maakte hij het wat al te bont, want toen lezers van een bekend schaaktijdschrift een Bogoljoebov-partij bestudeerden, zagen ze tot hun verbazing onderaan staan: B r a v o  B o g o l j o e b o v! E. B o g o l j o e b o v. (Dit laatste stond voor de naam van degene die de partij van commentaar had voorzien, maar die had de redacteur in dit geval beter weg kunnen laten).

De opmerking “Had ik maar” is ongetwijfeld de meest gebruikte bij een schaaktoernooi.. Na afloop van een ronde kan men overal horen: “Had ik maar die zet gedaan, dan had ik gewonnen, maar helaas heb ik om onduidelijke redenen een andere zet gedaan en daarom heb ik verloren”. Zo zag Salo Flohr (1908-1983) tijdens een toernooi - alle partijen van de ronde waren beëindigd - in een hoek een schaakmeester zitten die aan het analyseren was. Flohr nam tegenover hem plaats en zijn collega vroeg wat hij van de stelling vond. Flohr probeerde een zet. “Dan is het in 4 zetten mat”. “Goed , dan speel ik loper naar a8”. “Dan is het  in 5 zetten mat”. Wat Flohr ook deed, er viel niets meer te verzinnen. De partij was verloren. Met nog een laatste blik op de stelling, zei Flohr tenslotte: “Gefeliciteerd, de partij is voor u gewonnen!” “Helaas niet”, was het droevige antwoord, “ik heb verloren, maar als ik op de 18e zet Pg5 had gedaan, dan was deze stelling ontstaan!”

Bovenstaande Anekdotes verschenen ook in de regiokrant BuurContact van vrijdag 8 april 2016.


*****************************

Terzijde:



The Monkey's Paw

Without, the night was cold and wet, but in the small parlour of Laburnam Villa the blinds were drawn and the fire burned brightly. Father and son were at chess, the former, who possessed ideas about the game involving radical changes, putting his king into such sharp and unnecessary perils that it even provoked comment from the white-haired old lady knitting placidly by the fire.

"Hark at the wind," said Mr. White, who, having seen a fatal mistake after it was too late, was amiably desirous of preventing his son from seeing it. 

"I'm listening," said the latter, grimly surveying the board as he stretched out his hand. "Check."
"I should hardly think that he'd come to-night," said his father, with his hand poised over the board.
"Mate," replied the son.
"That's the worst of living so far out," bawled Mr. White, with sudden and unlooked-for violence; "of all the beastly, slushy, out-of-the-way places to live in, this is the worst. Pathway's a bog, and the road's a torrent. I don't know what people are thinking about. I suppose because only two houses on the road are let, they think it doesn't matter." 
"Never mind, dear," said his wife soothingly; "perhaps you'll win the next one."

Mr. White looked up sharply, just in time to intercept a knowing glance between mother and son. The words died away on his lips, and he hid a guilty grin in his thin grey beard.

**************************

W.W. Jacobs
Hierboven het begin van het beroemde griezelverhaal The Monkey's Paw van W.W. Jacobs (1863-1943). Voor wie het nog niet kent: het is in zijn geheel HIER online te lezen. Ook het eveneens via deze link te lezen verhaal The Well is de moeite waard, alleen speelt het schaakspel er geen rol in, wat natuurlijk te betreuren valt.


zaterdag, december 12, 2015

Anekdotes uit de schaakwereld (25)

Twee vrienden ontmoeten elkaar op straat. Eén van hen: “Mijn vrouw zegt dat wanneer ik morgen toch naar het schaaktoernooi ga, ze bij me weggaat en de kinderen meeneemt”. De ander vraagt: “En wat ga je doen?” “E4, net als anders”, is het antwoord.

Eind 1972 volgen gevangenen in een kamp in Siberië de Spasski-Fischer match om het wereldkampioenschap schaken op de radio. Op een dag komen bewakers naar binnen en maken korte metten met de verboden radio. Een paar weken later, als een nieuwe gevangene is gearriveerd, wordt hem gevraagd of hij op de hoogte is van de afloop. “Ik heb verloren”.

Tijdens een internationaal toernooi interviewt een journalist het zoontje van een bekend schaakkampioen. “Wat wil je later worden?” “Ik wil schaakarbiter worden!” “Wat? Je wilt dus niet kampioen worden, net als je vader? Waarom wil je arbiter worden? “Omdat mijn vader toen hij daarstraks binnenkwam tegen me zei: “Zie je die goed in de kleren zittende idioot die daar uit zijn nieuwe Mercedes stapt: dat is de arbiter!”        

Schaken als beroep.
Tijdens een treinreis naar Londen raakt wereldkampioen Steinitz in gesprek met een geslaagd uitziende zakenman. In de loop van het onderhoud wordt Steinitz gevraagd wat zijn beroep is. “Ik ben schaker”, antwoordt hij. “Goed, maar ik zou graag willen weten wat u voor de kost doet” is de reactie van de zakenman. Daarop zegt Steinitz: “Ik maak geen grapje, schaken is werkelijk mijn beroep. Zijn gesprekspartner, die vergezeld wordt door zijn achtjarige dochter, kijkt nu hoogst ongelovig.
Maar plotseling mengt het dochtertje zich in het gesprek: “Speelt u nog altijd schaak?”. Steinitz glimlacht en zei: “Ja natuurlijk, waarom niet?” “Ik heb ook met de stukken gespeeld”, antwoordt de achtjarige, “toen ik nog heel klein was - maar nu speel ik er al lang niet meer mee!”


Bovenstaande Anekdotes verschenen ook in de Groninger regiokrant BuurContact van vrijdag 11 december 2015.

Terzijde:


Cover van de 1e editie
(Jonathan Cape, 1957)
7 | THE WIZARD OF ICE
The two faces of the double clock in the shiny, domed case looked out across the chess-board like the eyes of some huge sea monster that had peered over the edge of the table to watch the game.
The two faces of the chess clock showed different times. Kronsteen’s showed twenty minutes to one. The long red pendulum that ticked off the seconds was moving in its staccato sweep across the bottom half of his clock’s face, while the enemy clock was silent and its pendulum motionless down the face. But Makharov’s clock said five minutes to one. He had wasted time in the middle of the game and he now had only five minutes to go. He was in bad ‘time-trouble’ and unless Kronsteen made some lunatic mistake, which was unthinkable, he was beaten.
Kronsteen sat motionless and erect, as malevolently inscrutable as a parrot. His elbows were on the table and his big head rested on clenched fists that pressed into his cheeks, squashing the pursed lips into a pout of hauteur and disdain. Under the wide, bulging brow the rather slanting black eyes looked down with deadly calm on his winning board. But, behind the mask, the blood was throbbing in the dynamo of his brain, and a thick worm-like vein in his right temple pulsed at a beat of over ninety. He had sweated away a pound of weight in the last two hours and ten minutes, and the spectre of a false move still had one hand at his throat. But to Makharov, and to the spectators, he was still ‘The Wizard of Ice’ whose game had been compared to a man eating fish. First he stripped off the skin, then he picked out the bones, then he ate the fish. Kronsteen had been Champion of Moscow two years running, was now in the final for the third time and, if he won this game, would be a contender for Grand Mastership.
In the pool of silence round the roped-off top table there was no sound except the loud tripping feet of Kronsteen’s clock. The two umpires sat motionless in their raised chairs. They knew, as did Makharov, that this was certainly the kill. Kronsteen had introduced a brilliant twist into the Meran Variation of the Queen’s Gambit Declined. Makharov had kept up with him until the 28th move. He had lost time on that move. Perhaps he had made a mistake there, and perhaps again on the 31st and 33rd moves. Who could say? It would be a game to be debated all over Russia for weeks to come.
There came a sigh from the crowded tiers opposite the Championship game. Kronsteen had slowly removed the right hand from his cheek and had stretched it across the board. Like the pincers of a pink crab, his thumb and forefinger had opened, then they had descended. The hand, holding a piece, moved up and sideways and down. Then the hand was slowly brought back to the face.
The spectators buzzed and whispered as they saw, on the great wall map, the 41st move duplicated with a shift of one of the three-foot placards. R-Kt8. That must be the kill!
Kronsteen reached deliberately over and pressed down the lever at the bottom of his clock. His red pendulum went dead. His clock showed a quarter to one. At the same instant, Makharov’s pendulum came to life and started its loud, inexorable beat.
Kronsteen sat back. He placed his hands flat on the table and looked coldly across at the glistening, lowered face of the man whose guts he knew, for he too had suffered defeat in his time, would be writhing in agony like an eel pierced with a spear. Makharov, Champion of Georgia. Well, tomorrow Comrade Makharov could go back to Georgia and stay there. At any rate this year he would not be moving with his family up to Moscow.
A man in plain clothes slipped under the ropes and whispered to one of the umpires. He handed him a white envelope. The umpire shook his head, pointing at Makharov’s clock, which now said three minutes to one. The man in plain clothes whispered one short sentence which made the umpire sullenly bow his head. He pinged a handbell.
‘There is an urgent personal message for Comrade Kronsteen,’ he announced into the microphone. ‘There will be a three minutes’ pause.’
A mutter went round the hall. Even though Makharov now courteously raised his eyes from the board and sat immobile, gazing up into the recesses of the high, vaulted ceiling, the spectators knew that the position of the game was engraved on his brain. A three minutes’ pause simply meant three extra minutes for Makharov.
Kronsteen felt the same stab of annoyance, but his face was expressionless as the umpire stepped down from his chair and handed him a plain, unaddressed envelope. Kronsteen ripped it open with his thumb and extracted the anonymous sheet of paper. It said, in the large typewritten characters he knew so well, ‘YOU ARE REQUIRED THIS INSTANT’. No signature and no address.
Kronsteen folded the paper and carefully placed it in his inside breast pocket. Later it would be recovered from him and destroyed. He looked up at the face of the plain-clothes man standing beside the umpire. The eyes were watching him impatiently, commandingly. To hell with these people, thought Kronsteen. He would notresign with only three minutes to go. It was unthinkable. It was an insult to the People’s Sport. But, as he made a gesture to the umpire that the game could continue, he trembled inside, and he avoided the eyes of the plain-clothes man who remained standing, in coiled immobility, inside the ropes.
The bell pinged. ‘The game proceeds.’
Makharov slowly bent down his head. The hand of his clock slipped past the hour and he was still alive.
Kronsteen continued to tremble inside. What he had done was unheard of in an employee of SMERSH, or of any other State agency. He would certainly be reported. Gross disobedience. Dereliction of duty. What might be the consequences? At the best a tongue-lashing from General G., and a black mark on his zapiska. At the worst? Kronsteen couldn’t imagine. He didn’t like to think. Whatever happened, the sweets of victory had turned bitter in his mouth.
But now it was the end. With five seconds to go on his clock, Makharov raised his whipped eyes no higher than the pouting lips of his opponent and bent his head in the brief, formal bow of surrender. At the double ping of the umpire’s bell, the crowded hall rose to its feet with a thunder of applause.

Kronsteen stood up and bowed to his opponent, to the umpires, and finally, deeply, to the spectators. Then, with the plain-clothes man in his wake, he ducked under the ropes and fought his way coldly and rudely through the mass of his clamouring admirers towards the main exit.

Het begin van hoofdstuk 7 van From Russia, With Love (1957) een van de vermaarde James Bond verhalen geschreven door Ian Fleming (1908-1964).



Ook in de verfilming (1963) van het boek speelt uiteraard deze schaakpartij (gebaseerd op een treffen Spasski-Bronstein) een belangrijke rol. Zie hier.


woensdag, november 11, 2015

Uitslagen ronde 8 interne competitie en nieuwe stand

Dank aan Jan voor de gebruikelijke snelle uitslagen en nieuwe ranglijst!

Uitslagen r8; 10 november 2015

Klaas Dijkhuizen    - Piet Beetsma       1 - 0
Roy Bons            - Ramon Middeljans   1 - 0
Albert Prins        - Fred Luining       ½ - ½
Henk van Hof        - Arthur Uyleman     ½ - ½
Jan Schut           - Douwe Pol          0 - 1
Jan Wiebe van Veen  - Rudy Frieswijk     1 - 0
Jacob Bosgra        - Herman Wiegeraad   1 - 0
Boudewijn Hoogeboom - John Souhoka       1 - 0
Sjak Rijploeg       - Jouke Luxema       1 - 0
Jan Drolenga        - Durk Elzinga       ½ - ½

Afwezig: Hiddo Zuiderweg,Johan Jans,Harm Buter

    r8        Pnt Bp N Ro   Rc   TPR  W-We  Kl
1.  Klaas     128 6½ 8 1885 1601 1854 -0.03 --
2.  Roy       124 6  8 1773 1645 1838 +1.04 2w
3.  Albert    120 5½ 8 1724 1676 1816 +1.50 2w
4.  Hiddo     116 3½ 4 1882 1604 1933 +0.29 --
5.  Piet      112 4½ 8 1725 1656 1701 -0.09 --
    Henk      112 4½ 8 1437 1481 1526 +0.77 --
7.  Douwe     111 4  7 1718 1751 1802 +1.02 1w
    Fred      111 4  7 1442 1473 1524 +0.68 1z
    Jan       111 3½ 6 1549 1486 1546 -0.03 2w
10. Ramon     108 4  8 1857 1586 1586 -2.53 --
11. Jan Wiebe 107 3  6 1730 1568 1568 -1.19 --
12. Jacob     106 3  6 1252 1466 1466 +1.59 --
13. Johan     105 1  1 1575 1570 1759 +0.51 1z
14. Arthur    104 3½ 8 1370 1462 1417 +0.18 --
    Rudy      104 2  4 1687 1611 1611 -0.33 --
16. Boudewijn 103 3  7 1643 1619 1568 -0.15 1w
    John      103 3  7 1414 1591 1540 +1.04 1z
18. Sjak      99  2½ 7 1297 1448 1343 +0.21 1z
19. Harm      95  2  7 1290 1460 1298 -0.36 1z
20. Jan       93  1  5 1612 1689 1449 -1.09 1z
    Durk      93  ½  4 1331 1577 1248 -0.40 2z
22. Jouke     92  ½  4 875  1392 1063 +0.30 --
23. Herman    90  1  6 1300 1298 1022 -2.96 --



Bij het sluiten van de markt: belangstelling
 voor de laatste partij Hoogeboom-Souhoka

Fred
Albert

Na zwarts foutieve 26.... De6?! krijgt wit een pion voorsprong en een overwegende, zo niet gewonnen stelling. Hij weet het echter niet waar te maken en zo komt er voor de tweede keer in het seizoen uit een gewonnen stand niet meer dan half punt. Het zelf op die momenten remise aanbieden helpt natuurlijk ook niet erg...

26. ... Qe6?! { (0.27 → 1.08) Inaccuracy. The best move was Rc7. } (26... Rc7 27. Rfc2 Qd5 28. Qe2 Rec8 29. b4 f5 30. a4 Qd6 31. Qc4+ Kh8 32. Rc1 g6 33. R3c2 Kg7 34. b5 c5 35. g3 Rd8 36. dxc5) 27. Qxe6+ Rxe6 28. Rfc2 Rc8 29. d5 Re7 30. Rxc6?! { (1.26 → 0.72) Inaccuracy. The best move was dxc6. } (30. dxc6 Rec7 31. Kf2 Kf7 32. g4 g6 33. b4 b5 34. Kg3 Ke7 35. Rc5 a6 36. f5 gxf5 37. gxf5 Kd6 38. Rd2+ Ke7 39. Rcd5 Rxc6) 30... Rd8 31. Rd2 Red7 32. d6 Kf7 33. f5 h5 34. Rd4 g6 35. fxg6+ Kxg6 36. Rd5 f5 remise op voorstel van wit.

In plaats van weinig zinvolle zetten als 34. Td4 en 36. Td5 en zelfs nog helemaal op het eind had wit eindelijk eens zijn koning in beweging moeten brengen, richting zwarte koningsvleugel. Maar wat doet hij: hij ziet het niet (meer) en biedt remise aan, na eerder in de partij al goede mogelijkheden te hebben gemist. Misschien was op het laatst de accu wat leeg geraakt?

N.B.

In mijn vorige post had ik het over het nog niet werken door de NOSBO met de nieuwe novemberratings, maar dat de oude nog worden gebruikt. Wedstrijdleider Jan Schut van schaakclub Lewenborg heeft contact met de NOSBO opgenomen en... het is voor elkaar! Het was aan de aandacht van degene die daarvoor (voor het eerst) zou zorgen ontsnapt. Het kan dus wel. Bravo, zowel voor de man die het alsnog in orde heeft gemaakt als voor Jan Schut!

Terzijde:

Frau Stuck's voice came across the table. 'They are monsters, complete monsters. There should be a society for chess-players, like Alcoholics Anonymous. Chess-players Anonymous. I tell you it is like having an alcoholic in the house, or  a drug addict, or a compulsive gambler. They are monsters, you do not know  what they are like...' 
'You cannot know if you have not been married to one. It is chess, chess, chess, all day, all night. They have no other thought in their heads. Just chess. They do not think about their wives, their children, their homes. We chess-wives, chess-widows, need a society to protect us.'

Uit de schaakroman The Dragon Variation (1969) van Sir Anthony Glyn (Geoffrey Davson) (1922-1998).

vrijdag, augustus 14, 2015

Nogmaals het befaamde rookincident

In Anekdotes uit de schaakwereld 20 (bijdrage van 5 juni op dit weblog) noemde ik het alom bekende rookincident tijdens een groot schaaktoernooi, waarschijnlijk New York 1927, met Nimzowitsj, die allergisch was voor sigaretten- en sigarenrook, aan de ene kant van het schaakbord en, of Lasker, of Vidmar, of Bogoljubow, of Tartakower (de historici zijn het daar nog steeds niet helemaal over eens) aan de andere kant. 

Nu kwam me kort geleden via een attente buurman, die regelmatig in zijn achtertuin bezig is met het verslinden (gelukkig niet letterlijk) van misdaadromans, een interessante uitbreiding van dit verhaal ter ore.

In de roman Havana Bay van Martin Cruz Smith (New York: Random House, 1999; in Nederlandse vertaling verschenen onder dezelfde titel (Amsterdam: Anthos, 1999) is nog een andere variant van dit beroemde voorval te lezen. Nimzowitsj wordt niet met name genoemd en blijft anoniem, maar tegenover hem zit niet één van de vier hierboven genoemde krachtpatsers, maar Capablanca, de grote Cubaanse schaker (wereldkampioen 1921-1927).


Op pagina 181 lezen we namelijk het volgende:

------"Nee, hij heeft gelijk,' zei O'Brien en hij gaf een klopje op Arkady's knie. 'Arkady is iemand die gewoon een spelletje kaart is begonnen en de spelregels niet weet en de waarde van de fiches niet kent.' O'Briens zwarte pyama had zakken. Hij haalde er een dikke sigaar uit die hij tussen zijn vingertoppen heen en weer rolde. 'Ken je de grote Cubaanse schaakkampioen Capablanca? Hij was een genie, hij dacht tien, elf zetten vooruit. Hij rookte Cubaanse sigaren, natuurlijk, terwijl hij speelde. Tijdens een titeltoernooi had zijn tegenstander hem de belofte afgedwongen niet te roken. Toch haalde Capablanca zijn sigaar te voorschijn, kneep erin, likte eraan [Albert: wel heel erg plastisch!] en genoot ervan, en zijn tegentander werd er gek van, verloor het duel en zei dat de onzekerheid of Capablanca hem zou opsteken nog erger was dan wanneer hij hem oprookte.

Geen fraaie vertaling lijkt me, in een wat bonkig Nederlands, maar goed: de anekdote heeft er in ieder geval een versie bij gekregen!

Terzijde:

The whole problem with the world is that fools and fanatics are always so certain of themselves, but wiser people so full of doubts.

Bertrand Russell (1872-1970), Brits wis- en natuurkundige van wereldnaam, wijsgeer en Nobelprijswinnaar voor literatuur.

woensdag, mei 13, 2015

Ronde 33



In de 33e en één na laatste ronde van de onderlinge competitie 2014-15 werden drie partijen gespeeld en waren ook drie afwezigen. 

De uitslagen:

Marten Berends (w) - Klaas Dijkhuizen:  0 - 1
Ad Mertens (w) - Wopko Dijkema:  0 - 1
Gerard Zijlema (w) - Albert Prins:  0 - 1

AMK: Jan Pilon, Harm Buter en Piet Beetsma.

Marten-Klaas
Toen ik bij Marten-Klaas een kijkje nam had zwart net wit in de houdgreep genomen en was een beslissend pionzet mogelijk. Zeer waarschijnlijk kwam die ook, want kort daarna hoorde ik Marten de partij opgeven.

Ad-Wopko
Ondanks het feit dat af en toe kreten van ontsteltenis Wopko's mond verlieten, slaagde de zwartspeler er toch in wit op zeker moment een pion afhandig te maken en enige tijd daarna de partij te winnen.


Gerard-Albert. Aanvankelijk speelde wit goed en wist enig initiatief op de koningsvleugel te ontwikkelen. Na een welgeplaatste damezet van zwart kwam er een keerpunt in de partij. Wit had een paardzet moeten proberen, waarna het spannend had kunnen worden, ofschoon zwart er waarschijnlijk wel uitgekomen was. Wit koos echter voor een andere voortzetting, waarbij niet alles op rolletjes liep en kwam snel op verlies te staan. Na de 19e zet van wit was de stelling hierboven bereikt. Zwart moet opschieten voordat wit tot een zet als e4 komt. Daarom 19. ... Dc4! De open c-lijn brengt zwart de winst. Er volgde: 20. Dxc4 Txc4 21. Tg3 f5 22. h3 Ph6 23. Tf3 Pf7 24. Tc1 Tec8 25 Pe2 Tc2 26. Td1 Pg5 en een paar zetten later gaf wit op. Er gaat materiaal verloren. Na 20. ... Txc4 had wit 21. Pb5 moeten proberen, waar zwart trouwens ook op zat te wachten. Er had kunnen volgen: 21. ... Tc2 22. Pd6 Tb8 23. Le1 Lf8 24. Lh4 Lxd6 25. exd6 Ph6 en zwart kan nog op tijd Pf7 spelen.

De stand na 33 ronden:

1. Klaas Dijkhuizen 446½ p. (2SN1, 12-14); 2. Albert Prins 391½ (2SN1, 14-13); 3. Piet Beetsma 312½ (1SN1, 13-14); 4. Jan Pilon 305 (1SN, 9-7); 5. Marten Berends 231½ (2SN1, 10-10); 6. Gerard Zijlema 172 (1SN, 12-13); 7. Ad Mertens 162½ (12-12); 8. Wopko Dijkema 158½ (1SN, 13-13); 9. Harm Buter 139½ (1SN, 13-12).

Nog één ronde en dan de jaarvergadering. Ik zie er niet naar uit, naar deze verreweg meest onaangename clubvergadering ooit, maar alles wijst erop dat we door het zure appeltje heen moeten. Het blijft muisstil in de Ten Boerster dreven, dus we gaan er nog steeds van uit dat het seniorenschaak hier, zacht uitgedrukt, zijn langste tijd heeft gehad.

Terzijde 1:

Mijd mijn woorden wanneer uw gemoedsrust u lief is! Onwetendheid is geen schande, voor meesten betekent het geluk. En inderdaad, onwetendheid is het enig mogelijke geluk op deze wereld. Gooi het niet lichtzinnig weg! 

Patrick Süskind: De erfenis van maître Mussard

Terzijde 2: Schaken in de literatuur

Het is een bijzonder ordinair en boosaardig gebaar wanneer men de koning omstoot ten teken van opgave. Het is of men achteraf het hele spel vernielt. En het maakt een akelig geluid wanneer de omgestoten koning tegen het bord slaat. Elke schaakspeler geeft dat een steek in het hart. 
De jongeman, nadat hij de koning verachtelijk door een simpele tik met zijn vinger had omvergestoten,  stond op, gunde noch zijn tegenstander noch het publiek een blik waardig, groette niet en vertrok.

Patrick Süskind: Een strijd

Patrick Süskind: De erfenis van maître Mussard: drie geschiedenissen en een beschouwing. - Amsterdam: Bakker, 1995. - 89 p. ISBN 90-351-1649-6.

In drie verhalen (De erfenis van maître Mussard / Het dictaat van de diepgang / Een strijd) zijn een wijsneuzige edelsmid die een helder visioen krijgt, een kunstenares, wier eerste tentoonstelling slechte kritieken krijgt en dan een ingrijpend besluit neemt en een schaker die als charlatan wordt ontmaskerd, op zoek naar het genie in zichelf of in een ander. Ze gaan ten onder omdat ze te veel of juist te weinig weten van hun talenten, hun falen en van de kosmos (tekst op omslag).

[Het soort onsportieve handelingen als hierboven omschreven, komen bij het schaakspel nogal eens voor. Eerst ziel en zaligheid op het spel zetten om te winnen en als dat dan later niet gelukt is, zonder boe of ba verdwijnen.

Wat ook nogal eens voorkomt is dat het schaakspel (bij voorkeur na afloop van een partij die je zelf net verloren hebt) ineens een 'spelletje' genoemd wordt. Een vreselijk iets. Er bestaat op een schaakavond eigenlijk niets anders dan die ene partij en dan blijk je opeens een spelletje te hebben gespeeld, zeg maar tikkertje of verstoppertje. Een forse ontkenning van de werkelijkheid. Er zijn maar heel, heel weinig schakers die het niet kan schelen of ze winnen of verliezen. En met het dan bagatelliseren van een en ander is dan niemand geholpen. Als verliezer zit je er ook bepaald niet op te wachten.

In 2012 schreef ik hierover al op mijn  weblog:

Het zal best een spelletje (liever: spel: ik meen zelfs ooit begrepen te hebben dat we hier met een royal game te maken hebben) zijn, maar dan een dat je tegenstander (en jij ook) BIJZONDER, BIJZONDER GRAAG wil winnen! Dat lijkt het begrip 'spelletje' al tegen te spreken. Men leze Homo ludens van Johan Huizinga met bijvoorbeeld het commentaar van (schaak)journalist Evert Straat in Schaakpraat, er nog maar eens op na. Nog een reden om het woord 'spelletje' niet al te achteloos te gebruiken: Jan Hein Donner omschreef het schaakspel eens als 'het tegenovergestelde van communicatie'. Waarvan akte.]

zaterdag, januari 03, 2015

De schaakspeelster: boek en film


In 2005 verscheen van schrijfster Bertina Henrichs (1966) de roman La joueuse d'échecs, die het jaar daarna in Nederland uitkwam onder de titel De schaakspeelster (Breda: De Geus, 2006).

In 2007 verscheen deze bespreking in de NRC:

Pion van de passie

Bertina Henrichs: De schaakspeelster (La joueuse d’échecs). Uit het Frans vertaald door Truus Boot. De Geus, 158 blz. 
Het woord Naxos roept bij bewoners van de koude lage landen associaties op met zon, zee, strand en helderwitte dorpjes. Niet met de kamermeisjes die daar, iedere dag weer, de hotelkamers schoonmaken, waarna ze naar huis gaan om man en kinderen van hun natje en hun droogje te voorzien.
De Frans-Duitse schrijfster Bertina Henrichs (1966) stelde zich voor hoe het was om als boerendochter van het eiland op je 15de van school te gaan, een baantje te zoeken en jong te trouwen met een automonteur. Als moeder van een zoon en een dochter, laat zij haar hoofdpersoon Eleni een doodgewoon Grieks leven leiden, in de schaduw van een Apollotempel. Een leven dat bestaat uit koken, moederen, roddelen, slapen en het opruimen van hotelkamers.
Tot het moment waarop Eleni in een van de kamers per ongeluk een pion omgooit die ze niet weet terug te plaatsen. Op dat ogenblik komt de fascinatie haar leven binnen. De vrouw komt in aanraking met een spel dat ze niet kent, een bord waarop andere spelregels, andere wetten gelden dan die waarmee ze in haar dagelijks leven, op het eiland, mee te maken heeft. Ze raakt geboeid. Heel voorzichtig ontkiemt in deze doorsneevrouw het verlangen zich iets nieuws eigen te maken, een wereld te betreden die zich buiten haar gezichtsveld bevindt en die een onweerstaanbare aantrekkingskracht op haar uitoefent.
Met de innerlijke overtuiging die iedere passie kenmerkt, schaft ze een schaakcomputer aan. In het geheim, want de wetten van het eiland zijn haar bekend: wie zich door uitzonderlijk gedrag aan de middelmaat onttrekt, wordt onherroepelijk buitengesloten.
Eleni drinkt de hele bittere beker van haar passie leeg. Ze lijkt alles en iedereen te verliezen. Henrichs voert de lezer mee op het pad van de uitzondering, het pad dat naar definitief buitenstaanderschap leidt. De dwarse moed van haar hoofdpersoon is ontroerend en als lezer ben je een en al sympathie voor de eenzame strijd die er wordt gestreden.
De symboliek ligt er in deze debuutroman wat dik op. Ook zonder de reeks obstakels begrijpen we dat de schrijfster pleit voor het kiezen van de eigen weg, voor oorspronkelijkheid die de gemene deler ontstijgt.
Dat neemt niet weg dat De schaakspeelster een mooie roman is die niet alleen ons clichébeeld van de schaker bijstelt, maar ook onze associaties met Naxos van kleur doet verschieten.
***************************************
De recensent beoordeelt de roman positief, maar zegt niets over die facetten uit het boek die met schaken te maken hebben. Het schaakspel speelt in de roman misschien niet echt de hoofdrol en dient meer als metafoor, maar als je het er dan toch over hebt verdient het aanbeveling een en ander zo 'echt' mogelijk over te laten komen. Dat lijkt me voor auteurs die zelf niet schaken, of er niet zo veel van af weten, geen eenvoudige opgave. En dat blijkt ook in de praktijk. Om kort te gaan: men gaat nog wel eens de ongeloofwaardige kant op. Alleen schakers merken dat trouwens.
Iets van die mogelijke kritiek is terug te vinden in een weblog van schaker Huub van Dongen.
Het verschijnsel van onlogische elementen betreffende het schaken komen we in romans met dit thema vaker tegen. De boeken zijn op zich zeker de moeite waard, maar zouden aanzienlijk aan kracht hebben gewonnen als juist die details meer in overeenstemming met de realiteit waren geweest. Ook in bijvoorbeeld The Queen's Gambit van Walter Tevis (Londen: Pan Books, 1984) speelt dit, wanneer bijvoorbeeld in een match om het wereldkampioenschap door de heldin van het verhaal het Albin's tegengambiet wordt gespeeld: een aardige opening voor amateurs (en voor profs af en toe als verrassingselement bij het snelschaken), maar ik weet zeker dat die in een wk-match nooit zal voorkomen.

In 2009 is Henrichs' roman verfilmd onder de titel Joueuse (niet met lidwoord La, zoals hieronder), met in de hoofdrollen Sandrine Bonnaire en Kevin Kline.