vrijdag, juli 14, 2017

Anekdotes uit de schaakwereld (43)

Grootmeester en befaamd schaakarbiter (in 1972 bij Fischer-Spasski!) Lothar Schmid (1928-2013) ziet tijdens het rondwandelen in de toernooizaal dat de hand van zijn tegenstander verdacht dicht bij een van zijn torens is gekomen. Als hij hem daarop aanspreekt antwoordt de zondaar eenvoudigweg dat hij alleen een haar van de toren heeft verwijderd. Mooie vondst! Hevige aarzeling vervolgens bij de arbiter, die niets heeft gezien: wat moet hij doen? Maar de ook aanwezige Hans-Günther Kestler (1939-2013), schaakmeester en van beroep rechter, brengt uitkomst. “Een duidelijk geval - de haar moet zetten!” (Wie een stuk aanraakt, moet ermee zetten.)


Op een schoolschaaktoernooi in New York ontstaat een eindspelstelling waarbij de in het nauw gebrachte witspeler alleen door een zet te doen met een bepaalde pion nog overlevingskansen heeft. Nog niet helemaal zeker van zijn zaak laat hij zijn hand boven de betreffende pion zweven, waarop zijn tegenstander roept: “Aangeraakt is zetten!” Wit ontkent heftig, waarop de scheidsrechter, die alleen de uitspraken van beide schakers heeft, niets anders overblijft, zoals altijd in dit soort twijfelgevallen, dan in het voordeel van de beschuldigde te beslissen. Triomfantelijk pakt de witspeler een andere pion, doet er een zet mee - en verliest de partij!


 Bij een toernooi in Wenen in 1922 laat Friedrich Sämisch (1896-1975) iedere dag het ontbijt op zijn kamer serveren. Als hij aan het eind van het toernooi daarvoor wil betalen met de maaltijdbonnen die alle deelnemers hebben gekregen, blijkt dat het hotel en het restaurant verschillende eigenaren hebben en de tegoedbonnen alleen voor het restaurant geldig zijn. 
Sämisch vraagt vervolgens aan Aljechin of die zijn ontbijt ook uit eigen zak heeft moeten betalen. Het antwoord van de man die vijf jaar later wereldkampioen zal worden, is kort en krachtig: “Ik heb de ober mét zijn rekening eruit gegooid!”


De sovjet grootmeester Alexander Tolush (1910-1969) stond bekend om zijn slagvaardigheid.  Net als Ilja Kan (1909-1979) heeft hij deelgenomen aan de halve finale van het kampioenschap van de Sovjet-Unie in Omsk en Kan, die erg ontevreden is met zijn resultaat, zal een verslag voor zijn rekening nemen. “Het valt niet mee het spel van de winnaars te beoordelen als je zelf onderaan bent geëindigd,” klaagt hij in een gesprek met Tolush. “Maakt niet uit,” antwoordt die lakoniek. “Op afstand laten veel dingen zich beter beoordelen!”

(Bovenstaande Anekdotes verschijnen ook in het julinummer van de regiokrant (Loppersum, Ten Boer) BuurContact dat vandaag uitkomt.)

Albert Prins.

Terzijde:

Uit: Renate Grünberg, Gerd Treppner: 
Frauen am Schachbrett. -
 Hollfeld: Bange, 1991
Uit: Rudof Sauer: Das Brett vor'm Kopf:
 Schach-Karikaturen. - 
 Mannheim: Dreier, 1987









Geen opmerkingen: