Op het schaaktoernooi in Londen in 1862 ontmoetten Adolf
Anderssen (1818-1879) en de eerste officiële wereldkampioen Wilhelm Steinitz
(1836-1900) elkaar. Het was Steinitz bekend dat Anderssen heel lui was wat
schrijven betreft, evenals hijzelf trouwens. Vandaar dat bij het afscheid nemen
de volgende grappige dialoog tot stand kwam:
Steinitz: “Als ik u schrijf, hoeft u mij niet te
antwoorden.”
Anderssen: “Ik antwoord nooit!”
Steinitz: “En ik schrijf nooit!”
Waarop beide heren welgemoed hun weg gingen en de onderlinge
waardering alleen maar toenam…
Na aan het kersttoernooi 1966-1967 in Hastings te hebben
meegedaan, reisde ex-wereldkampioen Michael Botwinnik (1911-1995) nog drie
weken door Engeland, waarbij hij onder meer het Hoger- en Lagerhuis in Londen
bezocht. Daarna werd hij door een zekere heer Silverman, een sterke schaker
onder de parlementariërs, naar een speelzaal gebracht waar zich schakende politici
hadden verzameld. Tijdens de lunch vroeg één van hen aan Botwinnik: ”Hoe
beoordeelt u de internationale situatie?” Botwinnik antwoordde gevat:
“Pessimistisch. De wereld is verdeeld in twee onverzoenbare kampen: schakers en
niet-schakers!”
De Amerikaanse schaakgrootmeester Arthur Bisguier (1929-5
april 2017!) werd eens tijdens een lange treinreis aangesproken door een jonge
schaker die hem twee van ‘zijn’ mooiste partijen liet zien. Bisguier herkende
ze meteen moeiteloos als zijn eigen partijen…
Ex-wereldkampioen Emanuel Lasker (1868-1941) gaf in 1935 in Riga een
simultaanvoorstelling. Goedgehumeurd merkte hij op: “Ik heb er niets op tegen
als toeschouwers mijn tegenstanders van advies dienen. Zulke adviezen komen mij
alleen maar ten goede!”
Albert Prins
[Bovenstaande Anekdotes verschenen ook in de regiokrant BuurContact (Loppersum/Ten Boer) van vrijdag 9 juni 2017].