Grootmeester en befaamd schaakarbiter (in 1972 bij Fischer-Spasski!)
Lothar Schmid (1928-2013) ziet tijdens het rondwandelen in de toernooizaal dat
de hand van zijn tegenstander verdacht dicht bij een van zijn torens is
gekomen. Als hij hem daarop aanspreekt antwoordt de zondaar eenvoudigweg dat
hij alleen een haar van de toren heeft verwijderd. Mooie vondst! Hevige aarzeling
vervolgens bij de arbiter, die niets heeft gezien: wat moet hij doen? Maar de
ook aanwezige Hans-Günther Kestler (1939-2013), schaakmeester en van beroep rechter,
brengt uitkomst. “Een duidelijk geval - de haar moet zetten!” (Wie een stuk
aanraakt, moet ermee zetten.)
Op een schoolschaaktoernooi in New York ontstaat een eindspelstelling
waarbij de in het nauw gebrachte witspeler alleen door een zet te doen met een
bepaalde pion nog overlevingskansen heeft. Nog niet helemaal zeker van zijn
zaak laat hij zijn hand boven de betreffende pion zweven, waarop zijn tegenstander
roept: “Aangeraakt is zetten!” Wit ontkent heftig, waarop de scheidsrechter,
die alleen de uitspraken van beide schakers heeft, niets anders overblijft,
zoals altijd in dit soort twijfelgevallen, dan in het voordeel van de
beschuldigde te beslissen. Triomfantelijk pakt de witspeler een andere pion,
doet er een zet mee - en verliest de partij!
Bij een toernooi in Wenen in 1922 laat Friedrich Sämisch (1896-1975)
iedere dag het ontbijt op zijn kamer serveren. Als hij aan het eind van het
toernooi daarvoor wil betalen met de maaltijdbonnen die alle deelnemers hebben
gekregen, blijkt dat het hotel en het restaurant verschillende eigenaren hebben
en de tegoedbonnen alleen voor het restaurant geldig zijn.
Sämisch vraagt vervolgens aan Aljechin of die zijn ontbijt
ook uit eigen zak heeft moeten betalen. Het antwoord van de man die vijf jaar
later wereldkampioen zal worden, is kort en krachtig: “Ik heb de ober mét zijn
rekening eruit gegooid!”
De sovjet grootmeester Alexander Tolush (1910-1969) stond
bekend om zijn slagvaardigheid. Net als
Ilja Kan (1909-1979) heeft hij deelgenomen aan de halve finale van het kampioenschap
van de Sovjet-Unie in Omsk en Kan, die erg ontevreden is met zijn resultaat, zal
een verslag voor zijn rekening nemen. “Het valt niet mee het spel van de
winnaars te beoordelen als je zelf onderaan bent geëindigd,” klaagt hij in een gesprek
met Tolush. “Maakt niet uit,” antwoordt die lakoniek. “Op afstand laten veel
dingen zich beter beoordelen!”
(Bovenstaande Anekdotes verschijnen ook in het julinummer van de regiokrant (Loppersum, Ten Boer) BuurContact dat vandaag uitkomt.)
Albert Prins.
Terzijde:
|
Uit: Renate Grünberg, Gerd Treppner:
Frauen am Schachbrett. - Hollfeld: Bange, 1991 |
|
Uit: Rudof Sauer: Das Brett vor'm Kopf: Schach-Karikaturen. - Mannheim: Dreier, 1987 |