Schaakclub Ten Boer heeft gisteravond in Hoogezand tegen HSP de kleinst mogelijke nederlaag geleden (4½-3½), terwijl op zijn minst een gelijkspel voor het grijpen lag. Bij een achterstand van 4-3 speelde alleen Jan Pilon nog aan bord 3. Hij had een gewonnen eindspel van koning en pion tegen koning op het bord en hoefde alleen nog één goede (tempo)zet met de koning te doen om de tegenstander op de knieën te brengen. Terwijl hij toch vaak ruimschoots bedenktijd neemt, deed hij nu zonder nadenken de verkeerde zet, waardoor de oppositie bij de tegenstander terechtkwam en remise niet meer te vermijden was. Dat betekende dus meteen de nederlaag voor het team.
De uitslagen (de ratings zijn die van de KNSB, februari 2009):
HSP - SC Ten Boer: 4½ - 3½ 1. B. Bontjer (z)(1908) - Klaas Dijkhuizen (w)(1914): 0 - 1
2. V. Geeraets (w)(1964) - Roelof Kroon (z)(2112): 1 - 0
3. E. Reintke (z)(1714) - Jan Pilon (w)(1693): ½ - ½
4. R. v.d. Meulen (w)(1789) - Albert Prins (z)(1743): 0 - 1
5. T. Hertig (z)(1782) - Baudewijn Michel (w)(1610): ½ - ½
6. S. Sprik (w)(1746) - Piet Beetsma (z)(1665): ½ - ½
7. K. Kuiper (z)(1617) - Gerard Zijlema (w)(1514): 1 - 0
8. F. Verweij (w)(1600) - Marten Berends (z)(1628): 1 - 0
1. Klaas speelde met wit aan bord 1 een goede partij. In het in goede kringen vermaarde dameloperspel (Londens systeem) speelde hij de koningsloper naar e2, ipv naar d3, omdat zwart Lg4 had gespeeld. Verder stonden de lopers van de zwarte velden op d6 en g3 tegenover elkaar. Vertrouwde beelden. Op de lange duur ontstond er een spannend toreneindspel, dat er op een gegeven moment voordelig uitzag voor zwart. Toen toverde Klaas echter een toren(schijn)offer uit de hoge hoed, dat in één klap een gewonnen stelling voor wit opleverde. Zwart staakte daarop de strijd.
BONTJER DIJKHUIZEN
Hierboven de stelling na de 23e zet van wit. Ik laat de witspeler verder aan het woord:
De stand na 23. gxf5 (wit zit indirect naar f7 te loeren en actie over de 7e lijn. De stelling is echter absoluut niet duidelijk en kan nog alle kanten op, maar dan wel met het juiste spel. Zwart pakt het, op het moment surpreme, waar lang nadenken geboden was, te snel en anders aan.) 23. ... exf5!? (misschien en mogelijk is Txb2 beter, fxe6, Txe6 met een onduidelijke en moeilijke stelling als één van beide op winst wil spelen. Ook op dit moment f6 maakt het interessanter.) 24. Txf5 f6? (gezien het vervolg was Te8xe5 toch beter), 25. Txg7+! (pas op het laatste moment zag ik deze fraaie zet) Kxg7? (Kh8 biedt nog een sprankje hoop op een misstap van wit vanwege de talloze indirect aangevallen pionnen en mogelijk een onjuiste torenzet, maar bij het juiste spel ook verliezend. Nu is het uit) 26. exf6+ Kf7 27. Txb5 en zwart geeft op. Geen diepe analyses er op los gelaten dus mogelijk zit er nog ergens een gat.
2. Roelof was niet in goede doen. In een Siciliaanse partij ontstond, naar de mening van uw verslaggever, een wat ongemakkelijke stelling voor zwart, waarbij de witte dame onaangenaam ver in de zwarte stelling binnendrong. Op de 17e zet won wit een pion, op de 20e gevolgd door een tweede. Wit liet daarna niet meer los en wist de partij, na nog taai verzet van zwart, tenslotte tot een (voor hem dan) goed einde te brengen.
3. Over de partij van Jan is hierboven al het een en ander gezegd. In een damegambiet had wit al vrij snel het beste van het spel en kon al op de 11e zet met Df3 een dubbele dreiging in de stelling brengen, namelijk slaan op f7 en pionwinst op d5, via een ruil van Pc3 met Pd5. Hij sloeg echter eerst op d5 en speelde toen pas Df3, wat misschien minder sterk was en nam ook later de pion, niet maar koos toen zelf voor de rochade. Toen later de partij op een dame-eindspel uitliep had wit de partij voor het uitmaken. Zwart gaf door zwakke manoeuvres met dame en koning eerst een (op zich beslissende) pion weg en drong toen nota bene zelf aan op dameruil, terwijl het resterende pionneneindspel voor wit toch echt gewonnen was. Toen wit de dames niet meteen ruilde, deed zwart het zelf(!) De uiteindelijke afloop staat aan het begin van dit verslag. Zwart had alle geluk van de wereld, bereikte remise en haalde de winst voor HSP binnen.
4. Over het treffen Van der Meulen-Prins is al een en ander gezegd. De partij is te vinden in de post van 18 maart.
5. Bij Michel-Hertig kwam een Scandinavische opening uit de bus. Baudewijn hield het eenvoudig en bouwde een solide stelling op. In het middenspel had rustig tot remise kunnen worden besloten, maar zwart haalde alles uit de kast om tot winst te komen. Die kwam er ook bijna, maar wit hield stand, had tot het laatst tegenkansen en bleef voortdurend binnen de remisemarges.
6. Piet bracht een Russische verdediging op het bord tegen Sprik, waarbij beiden, volgens Blogger Albert, al snel de theorieboeken achter zich lieten. Later verzekerde de zwartspeler echter dat dat erg meeviel en dat hij tot en met de 12e zet de theorie had gevolgd. Waarvan akte. Na een zekere Sturm und Drang fase kwam men in rustiger vaarwater. Wit kreeg een betere stelling omdat hij de open e-lijn in bezit kon nemen, maar zwart slaagde er op het nippertje in hier voldoende tegenwicht te bieden, waarna even later tot remise werd besloten.
7. De partij van Gerard hield het midden tussen het damegambiet en een Engelse opening. Wit besloot in ieder geval tot het koningsfianchetto. De loper op g2 werd door een zwarte batterij (Lh3, Dc8) afgeruild. Wit liet zich vervolgens behoorlijk insnoeren en moest rekening houden met een loperoffer op h4, waarbij, na terugnemen (g3xh4) de zwarte torens op de g-lijn en de zwarte dame op e4 een riant uitzicht op g2 zouden krijgen. Dit was toch duidelijk te zien en het was ook de enige troef voor zwart, in een stelling die verder muurvast zat. Wit speelde echter zijn dame die goed op f1 stond (ook de witte torens stonden op de tweede rij) naar f2, wat meteen het einde betekende. Zwart sloeg op h4 en het leed was geschied.
8. Over de, net als de partij aan het 4e bord, vooruitgespeelde partij Verweij-Berends is eveneens al bericht in de post van 18 maart.
Om met de post van 15 maart te spreken: van per aspera is bij deze wedstrijd voor Ten Boer ruimschoots sprake geweest, van het ad astra helaas niet ....
Bij succes voor Ten Boer (zelfs bij een gelijkspel) was het bovenaan de ranglijst nog heel spannend geworden en had bijvoorbeeld ook DAC nog kansen gehouden. Nu is dat minder het geval en heeft HSP een fraai uitzicht op het kampioenschap. Het is de club van harte gegund!