Vijf partijen werden er gisteren op de clubavond gespeeld, in de 8e ronde van de onderlinge competitie. Tien schakers kortom, ofwel 100% opkomst, want Erick en Erwin, de beide gastleden uit Usquert zijn natuurlijk (en ook helaas) geen lid van onze vereniging. Zij deden mee aan de Slag om Usquert, een strikt lokaal gebeuren, waar Albert geen nadere uitleg over kan verschaffen.
Vijf partijen derhalve. De uitslagen:
Klaas Dijkhuizen(w) - Piet Beetsma: ½ - ½
Jan Pilon (w) - Alfred Rodenboog: 1 - 0
Albert Prins (w) - Marten Berends: 1 - 0
Gerard Zijlema (w) - Wopko Dijkema: 1 - 0
Ad Mertens (w) - Harm Buter: 0 - 1
AMK: Erwin Kok en Erick Erdtsieck.
Klaas-Piet
Een spannend gebeuren waar Albert helaas niet veel over kan vertellen. In de eerste plaats was hij, zoals zo vaak, zelf te druk bezig met zijn eigen partij om veel van de andere duels te zien, maar bovendien kreeg hij op een vraag achteraf om wat bijzonderheden, van Klaas het antwoord dat hij die ook niet kon geven, want dat een en ander te complex was. Uw verslaggever paste daarna slechts een eerbiedig zwijgen. Desalniettemin een mooie prestatie van Piet, om de primus inter pares op enige afstand te houden.
Jan-Alfred
Gelukkig mochten we Alfred na lange afwezigheid weer in actie zien. Enige pech voor hem dat hij meteen uitkwam tegen Jan, die er de laatste jaren geen doekjes om windt en voor niets minder gaat dan de volle winst. In feite doet natuurlijk iedereen dat, maar bij de een lukt het wat beter dan bij de ander. Hoe het ook zij, Jan kwam een pion voor, waarna een periode van niet geheel duidelijke manoeuvres (ik citeer de witspeler) volgde. Toen kreeg hij (Jan) een vrijpion op de e-lijn die hij met moed en beleid naar de overkant wist te brengen, waarna het pleit was beslecht. Ik hoop dat Alfred niet de moed laat zakken na dit wat stroeve begin en de weg naar het clublokaal zal blijven vinden!
Albert-Marten
Een pittige strijd. Wit kwam op een pion voorsprong, kreeg op de koningsvleugel een veelbelovende stand en had op de 27e zet de winst veilig kunnen stellen met een damezet, om daarna in samenwerking met een loper de beslissing af te dwingen. Er ontsnapte hem een vingerfoutje en hij deed
eerst de loperzet,waarna zwart nog net verlies kon afwenden. Gevolg was dat wit opnieuw kon beginnen met aanvallen. Dat lukt maar langzaam, maar na diverse aarzelingen wist hij zowaar weer een kansrijke stelling met loper en dame op het bord te brengen. Aanvankelijk wist zwart die te pareren, maar toen hij nog één goede en ook voor de hand liggende zet moest doen om de matdreiging te ontzenuwen, greep hij mis en was het mat.
Berends
Prins
Stand na 23 zetten. Het vervolg: 24. Lh4 Lb7 25. Df3 Dd7 (Dxf3!? was het overwegen waard: deze gang van zaken werkt in het voordeel van wit) 26. Df4 Ld5 (zwart wil zijn loper op f5 posteren om het gevaar op zijn koningsvleugel aan te pakken. Hij zou daar normaal gesproken niet meer de tijd voor hebben als wit nu 27. Dh6! had gespeeld en zwart had kunnen opgeven, maar een verwisseling van zetten door wit pakt goed voor zwart uit en het komt er alsnog van) 27. Lf6? Kh7! (door wit 'even' over het hoofd gezien: hij komt opeens niet verder) 28. Lg5 (nu, of op een van de volgende zetten g4 spelen is levensgevaarlijk voor wit, gezien het feit dat de open g-lijn zwart mooie per-spectieven biedt) 28. ... Ta7 29. Lf6 (het duurt even voor wit zich weet te 'herpakken') 29. ... Tg8 30. h4 Dc6 31. Tf2 Le4 32. Kh2 Lf5 33. Dd2 a5 34. Lg5 Dc7 35. Lf4 Dc6 36. Lg5 Dc7 (hier bood zwart, gezien de ongelijke lopers waarschijnlijk terecht, remise aan, maar ik besloot het nog even te proberen) 37. Lf4 Dc6 38. Lg3 (eindelijk eens wat anders!) 38. ... Dd7 39. Dg5 Kg7 (De7 lijkt goed) 40. Lf4 Th8 41. Df6+ Kh7 (of Kg8) 42. Lh6 (nog een klein grapje: na 42. ... Kxh6 is 43. Dxh8 mat, maar na 42. ... Tg8 kan wit het voorlopig wel weer vergeten) 42. ... Kg8? 43. Dg7 #.
Gerard-Wopko
Al snel bouwde Gerard een wat betere stelling op met diverse dreigingen over de diagonaal h1-a8. Wopko kon ze in het begin nog wel aan, maar uiteindelijk raakte hij een pion en later twee pionnen achter en kon wit de partij in zijn voordeel beslissen.
Ad-Harm
Toen ik voor de eerste keer hun stelling bekeek was Ad al in een verdedigende positie gedrongen, maar hield hij het hoofd nog boven water. De volgende fase heb ik niet gezien, maar in ieder geval raakte wit een stuk achter en even later deed hij een noodlottige zet, waardoor ineens een mat mogelijk was. Harm liet zich deze gelegenheid niet ontgaan en liet het winstpunt noteren.
Stand na 8 ronden:
1. Klaas Dijkhuizen 159½ p.; 2. Jan Pilon 136½ (corr.); 3. Gerard Zijlema 114; 4. Albert Prins 113; 5. Piet Beetsma 90½; 6. Wopko Dijkema 78; 7. Erwin Kok 77½; 8. Marten Berends 71; 9. Erick Erdtsieck 63; 10. Alfred Rodenboog 49; 11. Harm Buter 48½; 12. Ad Mertens 38.
Volgende week de NOSBO-ontmoeting met en in Lewenborg. In verband daarmee is de 9e ronde van de onderlinge competitie opgeschoven naar 12 november. Zegt het voort!!
Van schrijver/dichter/schaker Cees (Kees) Buddingh' (1918-1985) zijn meerdere boekdelen uitgekomen waarin zijn dagboeknotities (het schaken komt hierin geregeld ter sprake) staan opgetekend. Eén daarvan: En in een mum is het avond: dagboeknotities deel 3 (Amsterdam: De Bezige Bij, 1975) bevat de jaren 1972 tot en met 1974.
In 1972 (p.35) lezen we het volgende, naar aanleiding van de toen net begonnen wk-match Fischer-Spasski:
Zo te lezen heeft Fischer een enorme blunder gemaakt. Ja, al laat je zeshonderd keer een ander schaakbord timmeren en achtentachtig keer het licht veranderen en tien of twintig of honderd rijen toeschouwers verwijderen: het moet toch uit dat kleine bolletje komen dat daar boven op je schouders staat. Bij Lasker en Aljechin en Botwinnik - om er maar drie te noemen - is het er ook uitgekomen. Fischer moet het nog altijd bewijzen. (Wat weer bijzonder merkwaardig is, maar ook hoogst kenmerkend: allerlei mensen hopen dat Fischer wint, omdat dan een Rus wordt verslagen. Ik heb het al vaker gezegd: om een ware provinciaal te zijn hoef je niet uit Blubberhuizen te komen).