Vele jaren geleden speelde grootmeester (en toenmalig
Amerikaans kampioen) Larry Evans een simultaan in een psychiatrische instelling
in New York. Hij scoorde goed, maar één tegenstander was zonder meer briljant
en veegde de grootmeester van het bord. Bij het afscheid nemen, feliciteerde
Larry zijn tegenstander nogmaals, waarop die antwoordde: “Meneer Evans, je
hoeft niet gek te zijn om goed te kunnen schaken, maar het helpt wel!”
De Joegoslavische grootmeester Gligoric in een interview:
“Ik maakte een interessant voorbeeld mee van wat de effecten kunnen zijn van
concentratie. Het gebeurde tijdens een toernooi in Engeland. Toen ik opstond van
achter mijn bord, zag ik mijn vrouw. Ik realiseerde me dat haar gezicht me
bekend voorkwam en zei: “Goedemiddag!” Ze liep snel weg….”
In het grote schaaktoernooi in Karlsbad (1929) dat gewonnen
werd door Nimzowitsch, eindigde de Cubaan Capablanca (wereldkampioen 1921-1927)
op de tweede plaats. Wanneer hij de partij tegen Sämisch, die zestiende werd, ook
gewonnen had, was hij winnaar geworden van het toernooi. Maar helaas, hij
verloor.
Om te beginnen verscheen hij bijna een uur te laat aan het
bord en begon daar ook nog eens, na een vluchtige blik op zijn klok, rustig
zijn post door te nemen, voordat hij zijn eerste zet deed. Het zou niet goed
aflopen. Al op de negende zet beging hij een blunder, waarschijnlijk de ergste
fout die hij ooit op het schaakbord maakte en die hem een stuk kostte. Tijdens
de zetten daarvoor was hij (ondanks zijn tekort aan tijd) af en toe opgestaan
om bij andere partijen te gaan kijken. Maar toen hij terugkwam na de tiende zet
van zijn tegenstander (10. Da4) kwam hij gedurende het verdere partijverloop
niet meer van zijn plaats en bleef gedurende zeven uur (!) proberen de
nederlaag te ontlopen. Dat lukte niet: na de 62e zet van wit gaf hij
op. Hieronder de stand na de 10e zet van Sämisch (wit).
Een detail: niet Capablanca, maar Sämisch raakte tijdens de
partij meerdere keren in grote tijdnood. Naarmate hij (Sämisch) ouder werd zou
hij trouwens steeds vaker last ondervinden van de schaakklok. Bij
schaaktoernooien in Büsum (Duitsland) en Linköping (Zweden) in 1969, waar hij, inmiddels
73 jaar oud, nog aan deelnam, zou hij al zijn
achtentwintig partijen door tijdsoverschrijding verliezen…. Wel een beetje triest.
Maar nu het mysterieuze element in dit verhaal. De
overlevering wil dat de blunder veroorzaakt werd door de binnenkomst in de zaal
van de vrouw van Capablanca, die onverwacht uit Havana was gearriveerd. Daarvan
was onze grootmeester nogal geschrokken, want tijdens het toernooi zou hij een
‘affaire’ zijn begonnen met een andere dame….
Waarschijnlijk zal het altijd onduidelijk blijven wat hier
precies wel en niet aan de hand is geweest. Capablanca zelf zocht de verklaring
uiteraard heel ergens anders: bij het doen van zijn negende zet zou hij
eenvoudigweg ervan uitgegaan zijn dat hij al gerokeerd had!
[Het bovenstaande is ook verschenen in de abonnements-versie van de regionale krant BuurContact, van vrijdag 11 oktober 2013].
Geen opmerkingen:
Een reactie posten