vrijdag, oktober 11, 2013

Anekdotes uit de schaakwereld


Vele jaren geleden speelde grootmeester (en toenmalig Amerikaans kampioen) Larry Evans een simultaan in een psychiatrische instelling in New York. Hij scoorde goed, maar één tegenstander was zonder meer briljant en veegde de grootmeester van het bord. Bij het afscheid nemen, feliciteerde Larry zijn tegenstander nogmaals, waarop die antwoordde: “Meneer Evans, je hoeft niet gek te zijn om goed te kunnen schaken, maar het helpt wel!” 


De Joegoslavische grootmeester Gligoric in een interview: “Ik maakte een interessant voorbeeld mee van wat de effecten kunnen zijn van concentratie. Het gebeurde tijdens een toernooi in Engeland. Toen ik opstond van achter mijn bord, zag ik mijn vrouw. Ik realiseerde me dat haar gezicht me bekend voorkwam en zei: “Goedemiddag!” Ze liep snel weg….” 

In het grote schaaktoernooi in Karlsbad (1929) dat gewonnen werd door Nimzowitsch, eindigde de Cubaan Capablanca (wereldkampioen 1921-1927) op de tweede plaats. Wanneer hij de partij tegen Sämisch, die zestiende werd, ook gewonnen had, was hij winnaar geworden van het toernooi. Maar helaas, hij verloor.
Om te beginnen verscheen hij bijna een uur te laat aan het bord en begon daar ook nog eens, na een vluchtige blik op zijn klok, rustig zijn post door te nemen, voordat hij zijn eerste zet deed. Het zou niet goed aflopen. Al op de negende zet beging hij een blunder, waarschijnlijk de ergste fout die hij ooit op het schaakbord maakte en die hem een stuk kostte. Tijdens de zetten daarvoor was hij (ondanks zijn tekort aan tijd) af en toe opgestaan om bij andere partijen te gaan kijken. Maar toen hij terugkwam na de tiende zet van zijn tegenstander (10. Da4) kwam hij gedurende het verdere partijverloop niet meer van zijn plaats en bleef gedurende zeven uur (!) proberen de nederlaag te ontlopen. Dat lukte niet: na de 62e zet van wit gaf hij op. Hieronder de stand na de 10e zet van Sämisch (wit).

 

Een detail: niet Capablanca, maar Sämisch raakte tijdens de partij meerdere keren in grote tijdnood. Naarmate hij (Sämisch) ouder werd zou hij trouwens steeds vaker last ondervinden van de schaakklok. Bij schaaktoernooien in Büsum (Duitsland) en Linköping (Zweden) in 1969, waar hij, inmiddels 73 jaar oud, nog aan deelnam, zou hij al zijn achtentwintig partijen door tijdsoverschrijding verliezen…. Wel een beetje triest.

Maar nu het mysterieuze element in dit verhaal. De overlevering wil dat de blunder veroorzaakt werd door de binnenkomst in de zaal van de vrouw van Capablanca, die onverwacht uit Havana was gearriveerd. Daarvan was onze grootmeester nogal geschrokken, want tijdens het toernooi zou hij een ‘affaire’ zijn begonnen met een andere dame….

Waarschijnlijk zal het altijd onduidelijk blijven wat hier precies wel en niet aan de hand is geweest. Capablanca zelf zocht de verklaring uiteraard heel ergens anders: bij het doen van zijn negende zet zou hij eenvoudigweg ervan uitgegaan zijn dat hij al gerokeerd had!

[Het bovenstaande is ook verschenen in de abonnements-versie van de regionale krant BuurContact, van vrijdag 11 oktober 2013].


Geen opmerkingen: