vrijdag, februari 06, 2015

Anekdotes uit de schaakwereld (16)


Op een goede dag komt een schaakamateur bij Frank Marshall (kampioen van de VS van 1909-1936) en vraagt hem om hulp bij een correspondentiepartij. Marshall stemt toe en een paar dagen later arriveert een andere amateur, de tegenstander van de eerste schaker, met dezelfde vraag. Marshall gaat ook deze speler helpen en het draait erop uit dat hij meerdere maanden tegen zichzelf speelt, terwijl de amateurs zich maar blijven afvragen hoe het kan dat hun tegenstander in staat is zo lang stand te houden tegen de grote Marshall! 



In het schaaktoernooi in Londen in 1883 wordt de partij tussen de Ier James Mason en de Pool Szymon Winawer afgebroken in bovenstaande stelling, na de 43e zet van wit. Bij de hervatting gebeurt er iets vreemds. De stand op het bord is dezelfde als hierboven, met als uitzondering het zwarte paard, dat niet, zoals had gemoeten op e7 staat, maar op d7! Een aanzienlijk verschil, omdat vanaf e7 het paard niets kan beginnen, terwijl het vanaf d7 beslissend kan ingrijpen. Zwart won dan ook snel: 43. … Pc5! (illegaal, maar doorslaggevend) 44. Dg2 Pe4+ 45. Kf3 De1 46. Dh2 Pd2 47. Kg2 Df1+ 48. Kg3 Df3+ 49. Kh4 Dg4+ en mat. Het wonderlijke is (zo staat op internet te lezen) dat geen van beide spelers tegen de beginstand bezwaar maakt. Ik kan het me bijna niet voorstellen. Dat zwart niet protesteert valt nog te begrijpen, maar dat wit niets laat horen bepaald niet…

Albert Prins
SC Ten Boer

Bovenstaande schaakanekdotes zijn ook verschenen in het februarinummer 2015 van de regionale krant BuurContact.

Geen opmerkingen: