Het eerste van Lewenborg heeft (in NOSBO-achttallen A) Van der Linde duchtig over de knie gelegd met als gevolg de grootste overwinning misschien wel ooit: om dat zeker te weten heb ik helaas niet de benodigde archieven tot mijn beschikking.
![]() |
De laatste partij van Lewenborg I -Van der Linde, met Jan Wiebe van Veen (links met zwart) en Maxim Bodewits. Hun kleding is keurig aan de kleurverdeling aangepast. |
Ik keek zojuist even bij de e-mail en ja: daar was 'reeds' het verslag van Klaas die dit keer huishield aan bord 2. Ik kan niets beter doen dan hem aan het woord laten.
Hier is hij al:
SV Lewenborg 1 ‘snoeit’ Van der Linde met wortel en al – een zeldzame avond
Gisteravond 4 maart speelden we tegen het onderaan staande Van der Linde 1 uit Winschoten. Deze club, opgericht in 1874, is één van de oudste nog bestaande verenigingen van ons land. Toch wel bijzonder. Lewenborg is dus exact een eeuw jonger.
In de eerste aankondiging repte ik van zaken als ‘niet onderschatten’ en dat de meeste spelers van SV Lewenborg toch echt nog wel iets aan de persoonlijke scores konden doen. Ik kan zeggen, dat het team zich nauwgezet aan de opdracht heeft gehouden. Vermoedelijk hebben we allemaal namelijk een zeldzame avond achter de rug. We wonnen namelijk ook allemaal. Dus met 8-0, in de schaakwereld ook wel een eierrekje genoemd. Misschien heb ik het zelf het eens in de bekercompetitie meegemaakt met 4-0, ook eens iets met 9-1 tegen Ter Apel in de jaren zeventig, maar verder kan ik me een 100%-uitslag in positieve zin niet heugen.
Door de overwinning lijken we op de 3e plaats te gaan eindigen met 5 MP en 21 bordpunten. HSP en Leek hebben echter in theorie nog een kansje om ons te passeren.
Hieronder enig commentaar per bord:
Bord 1 Ramon Middeljans (1871, wit) – Fred Visschers (1575)
Ramon kreeg in hoog tempo een goede stelling. Toen ik een kijkje nam, werd een loper aangevallen, had Ramon een open g-lijn, opmars en mogelijke penning van de f-pion en een zwarte koning, die niet veel dekking had. Kortom, het zag er allemaal prima uit. Even later stond er zelfs een witte pion op h7 en tegenstander Fred gooide toen maar de handdoek in de ring.
Bord 8 Valentin Bajrami (1769, wit) – Douwe Woelinga (ratingloos)
Bij Valentin zag ik een Spaanse opening met directe afruil van wit zijn loper op c6. Door de drukte in de zaal (16 partijen, want ook Lewenborg 3 speelde) kreeg ik van de rest van de partij niet zo veel mee. In elk geval wist Valentin ook al vrij snel zijn partij naar zijn hand te zetten.
Bord 7 Marcel Pouw (1819, zwart) – Jan Oord (1619)
Ook Marcel won relatief snel. In het middenspel lukte zag ik een kluit van vier pionnen op de a-, b- en c-lijn, ondersteund door lopers op e7 en e6. Vermoedelijk wist hij de kluit als een stoomwals in beweging te krijgen en naar de overkant te laten marcheren. Zeker weten doe ik het niet, maar feit is dat ook hier al vroeg de stukken in de doos gingen.
Bord 4 Hiddo Zuiderweg (1947, wit) – Inno de Wey Peters (1711)
Bij Hiddo kwam een Konings-Indische opening op het bord. Zwart leek het allemaal wat slapjes aan te pakken. Dat betekende wel, dat talloze goede zetten voor het oprapen lagen. Zoals een mogelijke koningsaanval of een doorbraak door het centrum. Hiddo kreeg geen last van keuzestress, koos voor een pionwinst en sleepte de vis daarna stapje voor stapje op het droge.
Bord 1 Bruno Jelic (1996, zwart) – Bert van der Leest (2033)
Bruno speelde tegen de sterkste man van Van der Linde. Het werd een Siciliaan met een variantje, dat Bruno thuis had voorbereid. Kennelijk had hij succes. Opeens zag ik een loper van Bert op f7 staan, een Paard op c3 in de penning, een witte koning in een open centrum en toch oogde het voor wit allemaal heel dubieus. Voor de toeschouwers leek het echter ingewikkeld en spectaculair en dus een mooie partij. Bert zei naderhand ook, dat hij zijn speelstijl ‘naadloos aanpaste aan de rest van zijn team’. Dat klopte dus ook helemaal. Geen moment kwam hij er aan te pas. Toen Bruno zijn koning in veiligheid had gebracht, wat het technisch uit. Voor de vijfde maal mochten we de felicitaties in ontvangst nemen en de teamwinst was al binnen.
Bord 3 Ton van Ingen (2010, zwart) – Jarek Krawczyk (1802)
Ton koos weer voor zijn rustige openingsopzet met b6, na d4 en e4. De hele partij straalde rust uit. Ook hier zag ik een langzaam maar zekere verbetering van de stelling van Ton. Bij wit zag ik een dubbelpion op de c-lijn en een eenzame a-pion. Toen Ton eerst alle lichte stukken had geruild werd met torens en dame dit geheel vast gesnoerd en onder druk gezet. Er moest vroeg of laat wel een pionnetje of twee sneuvelen, dacht ik. Het late eindspel heb ik niet gezien, maar van Ton begreep ik dat het ongeveer zo is gegaan. De pionnetjes waren beslissend in zijn voordeel.
Bord 2 Klaas Dijkhuizen (1919, wit) – Henk de Ridder (1575)
In mijn partij een d4-d5 opening en later volgden ook c4-c5. Na een zwak zetje van mijn kant koos ik, onder opoffering van pion b2, voor totale activiteit van alle stukken. Om onbekende redenen had zwart ook al een zee van tijd gebruikt. Een kort moment heb ik zelfs even gedacht, dat Henk misschien zat te slapen. Dat bleek gelukkig niet zo te zijn. Zijn toren op a8 en Lc8 bleven desondanks achter in ontwikkeling. Toen Henk ook nog met een tijdrovende opmars van h- en g-pion zijn koningsstelling opende kreeg ik meer aanknopingspunten. Een zwarte toren raakte verdwaald en de kluts kwijt en opeens stond ik een stuk voor. Henk gaf direct op.
Bord 5 Jan Wiebe van Veen (1919, zwart) – Maxim Bodewits (ratingloos)
Jan Wiebe is de topscorer geworden in deze voorronde met 3½ uit 4. Van zijn partij heb ik weinig meegekregen. Het laatste wat ik zag was een goed bezette d-lijn met torens. Of dit al voldoende was voor een winnende stelling weet ik niet. Feit is, dat ook hij won en daarmee, behalve topscorer van Lewenborg 1 in de voorronde, ook als enige geen verliespartij hoefde te noteren.
Samenvattend, het is wel eens minder goed gegaan.
Klaas Dijkhuizen.
♜♜♜♜♜♜♜♜♜♜♜♜♜♜♜♜♜♜♜♜♜♜♜♜♜♜♜♜♜
![]() |
Albert |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten