Gisteravond was de ledenvergadering van SC Ten Boer, ja inderdaad, dat in moeilijkheden verkerende clubje, om niet te spreken van het eens zo roemruchte Ten Boer (Jan van Os in zijn laatste bijdrage op De Schaakreporter over de 1e klassen). Ik neem aan dat Jan onder meer doelt (ik noem het nog maar eens) op het jaar 2002, toen Ten Boer er met de NOSBO-beker vandoor ging. Vervlogen tijden en niet alleen omdat er sindsdien 12 jaren zijn verstreken....
Zeven leden waren aanwezig, wat me nog niet eens tegenviel: Klaas (waarnemend voorzitter en wedstrijdleider extern), Jan Pilon (secretaris), Marten Berends, Gerard Zijlema, Piet Beetsma, Wopko Dijkema (gelukkig weer hersteld na zijn operatie) en mijn eigen persoontje, Albert Prins (wedstrijdleider interne competitie). Afwezig waren Harm Buter (hoezo kascommissie?) en Ad Mertens.
Ik zal niet de hele vergadering aflopen, maar me tot de hoofdzaken beperken.
De prijsuitreiking: kampioensbeker en herinneringsbekertje naar Klaas; 2e prijs onderlinge competitie naar Piet, 3e naar Albert. 1e prijs NOSBO naar Klaas, 2e en 3e (gedeeld) naar Jan en Albert. Prijs voor de beste persoonlijke verbetering naar Gerard.
In financieel opzicht is er niets aan de hand: de bankrekening laat een mooi positief resultaat zien.
Met betrekking tot het ledenaantal is het een ander verhaal. Ik had me juist de opmerking laten ontvallen, alsof ik een voorgevoel had van wat komen ging, dat zo langzamerhand de huidige leden een bijzondere verantwoordelijkheid hebben: elk nu nog afzeggend clublid zou immers de bestaande noodtoestand helemaal op scherp zetten, toen even later twee leden enige twijfel toonden. Jan was gebeld door ScepU (Usquert) of hij zin had daar te komen spelen in de externe competitie. Aangezien dat voor hem zou betekenen dat hij in de 1e klasse zou blijven, voelt hij daar kennelijk wel voor. Begrijpen doe ik het niet, maar het zij zo!
Je zou je kunnen afvragen of je op zo'n manier het voortbestaan van je club op het spel wilt zetten door voor wat de externe competitie betreft (voor de interne hoef je het in dit geval zeker niet te doen) van vereniging te veranderen omdat dan, gemiddeld gezien, je tegenstanders misschien 75 ratingpunten meer hebben. Laten we maar zeggen: zoveel hoofden, zoveel zinnen. Klaas was overigens door HSP/Veendam gebeld: die club gaat in de KNSB spelen en speurt ook noodgedwongen naar versterking. Noblesse oblige! Klaas zal daar echter niet op ingaan: een warm applaus voor die man! Zo hoort het en niet anders: een kwestie van principes zou ik bijna zeggen
Je zou je kunnen afvragen of je op zo'n manier het voortbestaan van je club op het spel wilt zetten door voor wat de externe competitie betreft (voor de interne hoef je het in dit geval zeker niet te doen) van vereniging te veranderen omdat dan, gemiddeld gezien, je tegenstanders misschien 75 ratingpunten meer hebben. Laten we maar zeggen: zoveel hoofden, zoveel zinnen. Klaas was overigens door HSP/Veendam gebeld: die club gaat in de KNSB spelen en speurt ook noodgedwongen naar versterking. Noblesse oblige! Klaas zal daar echter niet op ingaan: een warm applaus voor die man! Zo hoort het en niet anders: een kwestie van principes zou ik bijna zeggen
Ik merkte nog op dat ik er persoonlijk niet zo van gecharmeerd ben, om het voorzichtig uit te drukken, dat je, om je eigen club te versterken, een club, die ook nog eens in een kritieke fase van zijn bestaan is beland (veel schakers weten dat van ons, de bellers in kwestie horen daar zeker bij) gaat benaderen om daar de sterkste spelers los te weken. Een andere term kan ik niet zo snel bedenken. Wat kan het je schelen dat een benadeelde club op die manier eventueel zou ophouden te bestaan? Niets, dat is wel duidelijk. Ik liet nog de term afromen vallen. Zelf zou ik zulke telefoontjes naar leden van andere clubs nooit overwegen. Denken deze belvaardige persoonlijkheden er één moment over na hoe dergelijke pogingen bij de overige leden van een op die manier benaderde club overkomen? Waarschijnlijk niet. Misschien toch eens proberen?!
Dan zou je je natuurlijk af kunnen vragen of het niet nóg erger is als leden van een in moeilijkheden verkerende club, als ze telefonische verzoeken zoals hierboven omschreven hebben ontvangen, daar gehoor aan geven. Mijn mening: ja, dat is inderdaad nog erger!
Dan zou je je natuurlijk af kunnen vragen of het niet nóg erger is als leden van een in moeilijkheden verkerende club, als ze telefonische verzoeken zoals hierboven omschreven hebben ontvangen, daar gehoor aan geven. Mijn mening: ja, dat is inderdaad nog erger!
Verder sprak Marten zijn voorkeur uit voor meer verschillende tegenstanders in de clubcompetitie. Ja, als er leden verdwijnen wordt het aantal tegenstanders minder, dat is zonneklaar. Iedereen wil wel meer tegenstanders, maar als je club klein(er) wordt, moet je het er misschien mee doen en proberen van de nood een deugd te maken.
Uiteindelijk werd, het een en ander afwegend, en de twijfel omtrent het voorbestaan meenemend, tot het volgende besloten: we beginnen 'gewoon' aan seizoen 2014-15 en evalueren half december hoe de maanden daarvoor zijn geweest en of we voldoende kansen zien om de club in stand te houden. Misschien, je weet nooit hoe een koe een haas vangt, duikt er nog een nieuw lid op! Voorlopig verdwijnen ze alleen maar, als sneeuw voor de zon.
Later, buiten, zei ik nog tegen Klaas en Jan voor de grap dat ik, om met heer Bommel te spreken ('bedenk een list, jonge vriend!'), een idee had: we gaan (alle?) schakers in de 3e klasse bellen of ze zin hebben om in de 2e klasse te spelen. Een geintje, want ik zou zoiets zelf dus nooit doen. Jan maakte echter meteen korte metten met dit 'cunning plan' door te melden dat de klasse 2 en 3 gecombineerd worden tot een verbrede 2e. Te laat dus: een kans verkeken!
TERZIJDE:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten