vrijdag, juli 08, 2016

Anekdotes uit de schaakwereld (32)

De beide wereldkampioenen Michael Botwinnik (vanaf 1948, met onderbrekingen, tot 1963) en Bobby Fischer (1972-1975) hebben maar één keer een toernooipartij tegen elkaar gespeeld: tijdens de olympiade in het Bulgaarse Varna in 1962. Het werd remise nadat Fischer, toen 19 jaar, een pion had voorgestaan.
Niet zo heel lang vóór deze partij had Fischer nog verklaard dat hij Botwinnik in een tweekamp zou verslaan, zelfs als hij hem twee wedstrijdpunten vóór zou geven. Dat deze uitlating voor Botwinnik een forse belediging was drong misschien niet tot hem door. Of juist wel?!


De manier waarop wereldkampioen Wilhelm Steinitz (1836-1900) soms tekeer kon gaan tegen collega’s en toeschouwers, was alom gevreesd. Schaakhistoricus Buckley noemt in zijn boek The Chess Amateur(1913) onder  meer de volgende minder aangename eigenschappen: a satirical mouth, an aggressive look, without respect for persons en niet te vergeten the most bitterest tongue in Europe. Wie Steinitz bekritiseerde moest het helemaal ontgelden. Toen een toeschouwer hem eens een niet al te slimme vraag stelde, omdat hij een zet niet begreep, was Steinitz’ reactie: “Hebt u wel eens een aap gezien die een klok bekijkt?”


Tijdens het befaamde toernooi in Hastings in 1895 raakte Curt von Bardeleben zo van streek door de manier waarop hij door Steinitz van het bord  werd ‘geofferd’ dat hij de speelzaal uitvluchtte. Pas geruime tijd later liet hij door een bode het bericht overbrengen dat hij de partij opgaf.


Schaakmeester Vlastimil Hort schrok tijdens het landentoernooi in Oberhausen (1961) zo enorm van het dameoffer van tegenstander Paul Keres, dat hij letterlijk van zijn stoel viel. Zelf heeft Hort dit voorval in een interview wat afgezwakt door te zeggen: “ Auch wenn ich am Ende fast vom Stuhl gefallen bin, weil ich noch verlor, gehört diese Partie zu denen in meiner Laufbahn, an die ich mich besonders gern erinnere”.

Albert Prins

Bovenstaande Anekdotes verschenen ook in de regionale krant BuurContact (julinummer 2016).


**************************************

Terzijde 1:


"It has been said that man is distinguished from animal in that he buys more books than he can read. I should like to suggest that the inclusion of a few chess books would help to make the distinction unmistakable." 

Edward Lasker (1885-1981) in The Adventure of Chess (1950, 2nd ed. 1959).






Terzijde 2:



Terzijde 3:


Het blijft de vraag of het incident van het van zijn stoel vallen door Hort (zie hierboven bij de 'Schaakanekdotes') tijdens zijn partij tegen Keres (Oberhausen 1961) nu wel of niet echt is gebeurd. Op Chessgames.com heb ik de partij opgezocht en daar staat bij de commentaren het volgende:

I've never been shy in going forward and back in 1982/83 I actually asked Hort himself about this incident, even showing him the original passage in the book from Vukovic.
He said it was not true. It was as you say, he got up from the board and his feet became tangled up in another chair and he stumbled.

Great game even without the 'Shock of the Sacrifice' story.


Geen opmerkingen: