Het Londens Systeem 'past' niet bij top-grootmeesters, net zomin als (zeg maar) het Boedapester gambiet of het Albins tegengambiet. Zo dacht menige schaker er over en hij keek er dan ook nog eens wat meewarig bij. Het blijkt, in ieder geval voor de eerstgenoemde opening toch wat anders te liggen. In het toernooi in Bilbao verslaat immers wereldkampioen Carlsen 'onze' toptien-schaker Anish Giri met het Londens systeem, zonder dat ik overigens de naam van de opening ergens ben tegengekomen in de berichten over deze partij. Misschien nog steeds een teken aan de wand....?
Gert Ligterink (Volkskrant) en Hans Ree (NRC) bespraken het treffen allebei in de krant van afgelopen zaterdag en kwamen niet veel verder dan dat Carlsen het rustig aanpakte (met 3. e3). Misschien kennen de naam nog niet zo? Met deze partij wordt voor de zoveelste keer aangetoond (voor wie er nog aan twijfelde) dat het Londens systeem wel degelijk een volwaardige opening is en dat het goed genoeg is om ermee van de sterkste schakers te winnen. Het is trouwens ook door de sterkste schakers gespeeld en dat gebeurt nog steeds in toenemende mate. Hier is het aloude quod erat demonstrandum weer eens helemaal van toepassing.
Carlsen-Giri (Bilbao, 2016)
[Event "Bilbao"] [Date "2016.07.22"] [Round "9"] [White "Magnus Carlsen"] [Black "Anish Giri"] [Result "1-0"]1.d4 d5 2.Bf4 Bf5 3.e3 (deze speelwijze wordt wel de modern London genoemd, met een wat vertraagde ontwikkeling van Pg1; huiverend loopt ondertussen de 'goede' (en wat achterlopende) schaker weg van het bord) 3. ...e6 4.Bd3 (medelijdend loopt de 'goede' schaker, als hij als toeschouwer tenminste nog even was blijven staan, alsnog weg van het bord) 4. ...Bxd3 5.Qxd3 c6 6.Nd2 Nf6 7.Ngf3 Be7 8.O-O O-O 9.h3 Nbd7 10.a4 c5 11.a5 c4 12.Qe2 b5 13.axb6 axb6 14.Ne5 Nxe5 15.dxe5 Nd7 16.Qg4 Re8 17.h4 f5 18.Qh3 Rxa1 19.Rxa1 c3 20.bxc3 Qc7 21.c4 Nxe5 22.Qg3 Bd6 23.cxd5 exd5 24.Nb3 Qxc2 25.Nd4 Qc8 26.h5 Qd7 27.Rb1 Bc7 28.f3 Qf7 29. Ra1 Bd6 30.Ra6 Qxh5 31.Rxb6 Nc4 32.Rxd6 Nxd6 33.Bxd6 Rxe3 34.Be5 Qg6 35.Qf4 Re1+ 36.Kf2 Ra1 37.Qd2 Ra8 (de beslissende fout) 38.Nxf5! Qe6 39.Qg5 g6 40.Nh6+ Kf8 41.Ng4 Ke8 42.Nf6+ Kf7 43.Nxh7 Ra4 44.Qd8 Ra2+ 45.Kg1 1-0
Hierboven de stand na 38. Nxf5! Op 38. ... Qxf5 volgt natuurlijk 39. Qxd5+ met winst.
Voor een goed begrip (je weet het maar nooit): mijn commentaar bij de zetten 3 en 4 is ironisch bedoeld. Inderdaad is in de 'bescheiden' opzet van het Londens systeem 4. Ld3 zo mogelijk nog bescheidener, inplaats van een vervolg met bijvoorbeeld c4 en Db3, maar ook dat is voor Carlsen kennelijk geen punt geweest. In Win with the London System (Kovačević and Johnsen; London: Gambit, 2005) staat in hoofdstuk 7 (symmetrical: 2. ...Lf5 and 3. ...Lf5) op p.121 over Ld3 op de 4e of 5e zet: "it seems unlikely that White can fight for a genuine opening advantage by such means." Dat bleek hier dus mee te vallen. Het lijkt me, alles bij elkaar, niet onwaarschijnlijk dat Giri door de keus van Carlsen behoorlijk verrast werd en niet voldoende tegengas tegen deze toch 'uiterst onschuldige' opening heeft kunnen geven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten