Dag SV Lewenborgers,
Gisteren, 30 november, speelden we aan de Oliemuldersweg tegen Gron.Comb.1. Naar Leek ging deze club in de eerste ronde met een veel zwakker team en slechts zeven spelers. Het werd daar 4 - 4. Wij moesten echter op hun clubavond spelen en je raadt het al, nu waren ze wel op bijna volle oorlogssterkte.
De ratings waren resp. 2019 (GC) en 1802 (LB) gemiddeld, een verschil van 217. Alleen aan de onderste 2 borden was Lewenborg in het voordeel. Prognose op basis van de rating was dus iets van 6 - 2 of 6,5 - 1,5 voor de GC. Dat werd het niet. Heel even leken we zelfs op een 4 - 4 af te stevenen, maar in de slotfase ging het krachtsverschil aan de topborden toch het verschil maken. Ik (1866, nu 1909) had zelf een uren durende, lange en loodzware partij tegen Daan Noordenbos (2101 rating), ook vorig jaar was hij mijn tegenstander (remise). Daarover straks meer. De slotfases van de meeste partijen heb ik jammer genoeg daarom niet goed kunnen zien en meemaken. Toch probeer ik even een miniverslag te maken. Lewenborg had wit aan de oneven borden.
Bord 1 Bruno Jelic (1943) - Machteld van Foreest (2294):
Bruno lukte het goed uit de opening te komen in een damepion-opening en de loper op f4. Jarenlang ook mijn favoriet. Voor mij leek het of Machteld op onbekend terrein was, want Bruno kreeg kansrijk spel. Mogelijk heeft er zelfs een winnend eindspel voor hem ingezeten. Remise leek lang voor mij een redelijke uitslag, maar… dat werd het niet. Machteld ontworstelde zich kennelijk langzaam maar zeker aan alle problemen, een paar zwakkere zetten van Bruno tussendoor betekende vervolgens dat het wedstrijdbeeld kantelde. Machteld won.
Bord 2 Florian Jacobs (2237) - Ramon Middeljans (1878): Naast me zat Ramon. Hij werd al vrij snel na de opening onder grote druk gezet. Op de damevleugel werd hij compleet vastgezet met een 'onbewogen' loper op b7. De rokade schoot er ook al bij in en vervolgens was het voor Florian uitzoeken op de koningsvleugel hoe hij de winst kon binnenslepen. Heel even dacht ik, dat Ramon met een kruip-door-sluip-door-techniek toch nog aan de druk kon ontsnappen, maar dat bleek een misvatting. Met een koningsaanval beslechtte wit het pleit in zijn voordeel.
Bord 4 Jouke Bakker (2042) - Roy Bons (1847): Aan de andere kant zat Roy. Met zwart spelend zag ik al snel, dat hij ook al vlot naar de opening alle zeilen moest bijzetten om niet op materiële achterstand te worden gezet. Ook hij moest net als Ramon al snel met de koning aan de wandel, kreeg een verschrikkelijke dubbelpion op d5-d4 waar zijn eigen loper, ook op b7, tegen aan zat te beuken. Zinloos dus, het betekende ook, dat de zwarte koning via de e- en c-lijn met het tankbataljon van wit (torens en dame) aangevallen kon worden. Ook bij Roy hoopte ik dat hij met zijn goede verdedigingskunsten weer eens wist te ontsnappen, maar tegenstander Jouke liet zijn prooi niet meer los.
Bord 5 Jan Wiebe van Veen (1706) - Xander Mostertman (2016): Bij Jan Wiebe liep ik na zijn 13e zet langs het bord en het zag er keurig uit. Nog geen probleemstelling dus. Hierna heb ik het gemist. Kennelijk hebben de 300 extra ratingpunten van Xander de doorslag gegeven, die dus won. Het betekende ook, dat de GC inmiddels al 4 bordpunten verzameld had.
Bord 6 Evi Warmelink (2096) - Douwe Pol (1675): Met meer dan 400 ratingpunten verschil zou Douwe in theorie ‘geveegd’ kunnen en moeten worden, maar dat is de theorie en dan ken je Douwe nog niet. Hij ging er eens goed voor zitten en bereikte een acceptabel middenspel en met kennelijk ook goed spel. Ook hier passeerde ik op de 13e zet zijn bord en een paar uur later zag ik, dat hij een knappe remise had gespeeld. Of er misschien nog meer in had gezeten, kan ik niet zeggen.
Bord 7 Laura Ratniece (1496) - Boudewijn Hoogeboom (1592): Eindelijk een ratingverschil in het voordeel van Lewenborg. Bij Boudewijn zag ik een Konings-Indisch middenspel verschijnen met kansrijk spel. Hij joeg de zwarte koning in ‘een of andere hoek’ (zonder pepernoten) en mijn vermoeden is, dat Boudewijn het ook met een koningsaanval heeft afgemaakt. Hij won in elk geval.
Bord 8 Philippe Schippers (1870) - Ton van Ingen (1910): Ook hier een acceptabel ratingverschil. Ton koos voor een Caro Kann – verdediging. Karpov heeft er vele overwinningen mee geboekt. Als zwartspeler houdt je vaak lang een mooie pionnenstructuur op het bord, wit moet er echt langdurig voor gaan zitten om de winst binnen te slepen. Wel moet je deze opening altijd even goed voorbereiden naar mijn mening. Het kan vele kanten op gaan en precies spel is geboden. Ton is ook het type van een taaie en goede verdediger, zoals hij ook afgelopen dinsdag tegen Roy heeft laten zien in slechte (verloren) stelling en de partij toch nog wist te winnen. Ook bij Ton zag ik geen grote openingsproblemen. Vermoedelijk had wit ze wel en ik vermoed ook dat Ton goed gebruik heeft gemaakt van een klein voordeeltje en dit langzaam naar winst heeft weten uit te breiden. Ik heb echter ook hier de slotfase niet gezien.
Bord 3 Klaas Dijkhuizen (1866) - Daan Noordenbos (2101):
En dan kom ik bij mijn eigen partij. Zoals zo vaak was het weer de langste van de hele avond. De kachel ging al uit iets na elven en langzaam begonnen de ijspegels aan het plafond te groeien, maar als compensatie (?) hadden we wel een sympathieke gastvrouw achter de bar.
Na thuis al lang nadenken (c4 of d4 opening) koos ik voor de eerste. Het werd een betonopstelling met c4 en c5, wit met fianchetto aan beide zijden en zwart op de koningsvleugel. De Engelse opening, een opening die ik pas na ongeveer 50 jaar schaak sinds kort beter begrijp en waardeer, met dank aan voornamelijk Botwinnik. Een zwartspeler, die wil winnen moet er al gauw zo’n 60 zetten voor uittrekken. Wit ook natuurlijk en dat betekent dat een goede conditie een plus is, een conditie van een paard zeg maar. Ik ben gezegend met een aardige conditie.
Zoals gezegd, mijn partij werd een betonopstelling aan beide kanten. Ik had het geluk om op de 16e zet een paard op b5 te kunnen posteren gesteund door a4 en c4. Ogenschijnlijk een standbeeld, onbeweeglijk stond hij daar, meer dan 50 zetten lang, ‘Het Peerd van Ome Klaas’ zeg maar. De stellingen aan beide kanten waren een vesting. Ik kon er niet door en Daan kon er niet door, maar Daan, opgeleid in de jeugd van Schaakclub Ten Boer, had zich kennelijk voorgenomen om de remise van vorig jaar goed te maken tegen deze oude knar. We bleven maar de torens heen en weer schuiven. Een remiseaanbod op de 32e zet van mij werd afgeslagen, Daan ging stoïcijns door en op zoek naar een doorbraakmogelijkheid met f5 of e5. Later sloeg hij een tweede remiseaanbod van mij ook af (excuus, maar het werd kouder en kouder, want reglementair is dit niet juist). Ik bleef mijn torens op de d- en e-lijn op en neer schuiven, wachtend op hetgeen wat mogelijk komen ging. Het kon namelijk niet. Ook de computeranalyse, Stockfish 16, zei, dat het spel met een maximale 0.7 (+ en -) gelijk was, potremise tot de 64e zet, behalve als je iets gaat forceren.
En Daan ging iets forceren. En wel op de 64e zet en het was technisch direct gedaan met Daan. Hij speelde in een alles-of-niets-poging f5, met de zwarte koning op e7 en mijn loerende toren op e2. Het duurde met een langzaam teruglopende klok, steeds minder tijd, en lichtelijk vermoeid even voordat ik het zag. Het was een blunder van Daan. ‘Het Peerd van Ome Klaas’ op b5 kwam, na vijftig zetten (!) wachten, direct tot leven, hinnikte even en sloeg onverbiddelijk een belangrijke steunpion op d6 van zwart, zich opofferend voor volk en vaderland. Zwart nam het edele dier niet en kwam daardoor zelfs even later een stuk achter. Toen er ook nog een vrijpion bijkwam was het voor wit ‘freewheelend’ naar de eindstreep op de 80e zet.
Het karwei zat er op. Een hartslag van tegen de 100, bijna hijgend, en ‘dodelijk’ vermoeid. Het is tegen kwart voor twaalf, en de EU maar zeggen, dat schaken geen sport is. Het is gewoon beschamend, want het kost de schaker ook nog eens geld (BTW over contributie). Een grof schandaal.
Ik overweeg nu wel een standbeeld in de tuin te zetten, genaamd “Pb5” of “Pb5xd6”, dat is weer eens wat anders dan Loeks. Wel wit.
Samenvattend, het werd 4,5 - 3,5 voor GC. We waren dichtbij een gelijkspel, hebben goed gespeeld en gevochten als ‘Lewen’. Heel jammer van het verlies, een 4-4 zou echt de slagroom op de taart zijn geweest.
Ik wens jullie een goed weekend en eventueel Sinterklaasfeest.
Klaas Dijkhuizen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten