Cardoso: een duik in de geschiedenis.
De Filippijnse schaker Rodolfo Tan Cardoso heeft in zijn loopbaan voor diverse opmerkelijke wendingen in de schaakgeschiedenis gezorgd. Omdat een en ander toen ik het voor het eerst las, me nogal intrigeerde, heb ik nog eens wat bij elkaar gezocht van het internet en uit mijn eigen schaakbibliotheek(je) en dat hier op een rijtje gezet.
Cardoso deed al mee (hij was toen 19 jaar en jeugdkampioen van de Filippijnen) voor zijn land aan de Olympiade in Moskou in 1956, waar hij aan het vierde bord 13 uit 17 scoorde.
In 1958 zorgde hij ervoor dat bij de Olympiade in München niet het Hongaarse team in de finale kwam, maar het Engelse, door in zijn partij tegen de Engelsman Penrose (zie diagram) een forse bok te schieten:
In 1958 zorgde hij ervoor dat bij de Olympiade in München niet het Hongaarse team in de finale kwam, maar het Engelse, door in zijn partij tegen de Engelsman Penrose (zie diagram) een forse bok te schieten:
Hier hoefde hij (Cardoso) alleen maar het simpele 1.Tb8+ te spelen, om daarna de loper op c8 te slaan en de partij eenvoudig te winnen. Maar hij speelde Txc6?? en verloor later nog in plaats van winst te behalen.
Een tweede geval deed zich voor toen hij in Portoroz in het Interzonetoernooi (eveneens in 1958) van de befaamde David Bronstein won en laatstgenoemde daardoor net een half punt te kort kwam om door te gaan naar de tweekampen voor de wereldtitel. En dan te bedenken dat hij in maar liefst 58 voorgaande partijen in Interzonale toernooien ongeslagen was gebleven…Het betekende voor Bronstein min of meer het einde wat het in de buurt komen van het wereldkampioenschap betreft, ook al leek het er in 1964 op dat hij zich weer leek te plaatsen door zijn goede prestaties in het interzonetoernooi in Amsterdam, maar toen werd hij buitengesloten, (samen met landgenoot Stein) omdat niet meer dan 3 spelers uit hetzelfde land konden doorgaan. Hierbij kort de betreffende partij uit 1958:
CARDOZO (wit)- BRONSTEIN (zwart)
1. e4 d6 2. d4 g6 3. Bc4 Bg7 4. Ne2 Nf6 5. Nbc3 Nbd7 6. f3 c6 7. a4 a5 8. Bb3 O-O 9. Be3 e6 10. Qd2 Rb8 11. Nd1 b6 12. Nf2 Ba6 13. g4 c5 14. h4 h5 15. Ng3 hxg4 16. fxg4 d5 17. h5 c4 18. Ba2 c3 19. bxc3 Qc7 20. e5 Nh7 21. Nd3 g5 22. h6 Bh8 23. Nh5 Rbc8 24. Rc1 Qxc3 25. Qxc3 Rxc3 26. Bd2 Ra3 27. Bb1 Rxa4 28. c3 f6 29. Ng7 Ra1 30. Nf2 Rxb1 31. Rxb1 fxe5 32. Nxe6 Rc8 33. Rh3 exd4 34. Nxd4 Bxd4 35. cxd4 Rc6 36. Rbb3 Kf7 37. Rbe3 Ndf6 38. Re5 Re6 39. Rxe6 Kxe6 40. Rb3 Nd7 41. Nh3 Kf6 42. Nxg5 1-0.
Een tweede geval deed zich voor toen hij in Portoroz in het Interzonetoernooi (eveneens in 1958) van de befaamde David Bronstein won en laatstgenoemde daardoor net een half punt te kort kwam om door te gaan naar de tweekampen voor de wereldtitel. En dan te bedenken dat hij in maar liefst 58 voorgaande partijen in Interzonale toernooien ongeslagen was gebleven…Het betekende voor Bronstein min of meer het einde wat het in de buurt komen van het wereldkampioenschap betreft, ook al leek het er in 1964 op dat hij zich weer leek te plaatsen door zijn goede prestaties in het interzonetoernooi in Amsterdam, maar toen werd hij buitengesloten, (samen met landgenoot Stein) omdat niet meer dan 3 spelers uit hetzelfde land konden doorgaan. Hierbij kort de betreffende partij uit 1958:
CARDOZO (wit)- BRONSTEIN (zwart)
1. e4 d6 2. d4 g6 3. Bc4 Bg7 4. Ne2 Nf6 5. Nbc3 Nbd7 6. f3 c6 7. a4 a5 8. Bb3 O-O 9. Be3 e6 10. Qd2 Rb8 11. Nd1 b6 12. Nf2 Ba6 13. g4 c5 14. h4 h5 15. Ng3 hxg4 16. fxg4 d5 17. h5 c4 18. Ba2 c3 19. bxc3 Qc7 20. e5 Nh7 21. Nd3 g5 22. h6 Bh8 23. Nh5 Rbc8 24. Rc1 Qxc3 25. Qxc3 Rxc3 26. Bd2 Ra3 27. Bb1 Rxa4 28. c3 f6 29. Ng7 Ra1 30. Nf2 Rxb1 31. Rxb1 fxe5 32. Nxe6 Rc8 33. Rh3 exd4 34. Nxd4 Bxd4 35. cxd4 Rc6 36. Rbb3 Kf7 37. Rbe3 Ndf6 38. Re5 Re6 39. Rxe6 Kxe6 40. Rb3 Nd7 41. Nh3 Kf6 42. Nxg5 1-0.
Eine sensationelle Niederlage! meldt het toernooiboek van Gligoric en Matanovic uit 1959, waarbij nog als bijzonderheid wordt meegedeeld dat tijdens een van de laatste kansen van Bronstein, die hij trouwens niet waarnam, ook nog door onweer het licht uitviel. Een ongeluk komt zelden alleen!
In zijn boek Entscheidungspartien uit 1972 vermeldt Ludek Pachman deze partij uiteraard ook. Na 27. Lb1 merkt hij op: "in diesem Augenblick war Bronstein dem ersehnten Aufstieg sehr nahe. Dazu reicht die selbstverständliche Abwicklung 27. ... Lxd3 28. cxd3 Txa4 29. Tc7 Td8, wichtig ist das hier der Lb1 nicht ins Spiel kommt, während er in die Partie bald eine starke Angriffsfigur wird." De stelling na de 27e zet van wit (diagram):
In ditzelfde toernooi had ook nog een andere Russische grootmeester moeite met Cardoso. In onderstaande stelling (diagram) hoefde Averbach (wit) alleen maar de lopers te ruilen met:
1.Lxf6 Kxf6 2. Kf4 en nu wint wit makkelijk dankzij de ‘verre’ vrijpion g6. Hij wilde het echter 'te mooi' doen en speelde 1. g7?? Daarna volgde 1. …Lxg7 2. Lxg7 Kd6 3. Lc3 Kc5 4. Kf5 b5 5. Lxa5 bxa4 6. bxa4, waarna wit niet meer winnen kan, omdat hij immers de ‘slechte’ loper heeft, die het promotieveld a8 niet bestrijkt.Ook Averbach kwam door deze remise een half punt te kort om door te gaan. Laat dezelfde Averbach nou een boek over eindspelen hebben geschreven, waarin ook bovenstaande problematiek uiteraard is opgenomen. De conclusie zou kunnen luiden dat ook hij maar een gewoon mens was!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten