maandag, juni 26, 2006





















Ingevingen door Caïssa (door Roelof Kroon)



Op 4 maart 2002 speelden we in de 6de ronde van de Nosbo-competitie een kansloze wedstrijd tegen Staunton 2. Volgens mij werd het iets van 5-3. In ieder geval liep ik tijdens de wedstrijd zoals wel vaker langs de borden.Opeens trof de partij Michel - Hovius (Staunton) mijn aandacht. Na de 53ste zet stond het als op bijgaand diagram. Wit heeft passief gespeeld en staat nu hopeloos. Maar opeens zag ik hier een wonderbaarlijke kans. Eerst het partijverloop: Baudewijn speelde hier 54. Pc2 en na 54. … Dg8 55. Ke1 Dg3+ 56. Kd2 Dxh3 57. Pe1 Dg3 58. Kd1 h3, gaf wit op.

Ik had geen tijd om bij de analyse na afloop van de partij aanwezig te zijn. Ik speelde een moeizame partij tegen de huidige NOSBO-voorzitter Piet Mulder.
Een paar dagen later heb ik de partij van Baudewijn opgevraagd. De grap is dat de partij volgens mij namelijk remise is. Je kunt een soort vesting opbouwen. Van cruciaal belang is dat het paard op e1 blijft en de loper vanaf g2 de pion op h3 dekt.
De zwarte dame kan via de a- en de g-lijn de witte stelling binnen komen.

Zwart heeft volgens mij drie strijdplannen:
1) Als de dame via de g-lijn naar binnen komt doet wit tempozetten met zijn koning op d2 en d1 (variant A).
2) Als de dame via de a-lijn komt, staat in eerste instantie de loper op e2 en kan de koning op f1 en f2 rondspelen. Als de dame naar e3 gaat speelt wit gewoon Pg2 (variant B).
3) Gaat de dame via de g-lijn naar de damevleugel, dan blijkt wit ook net de zetten Lg2-f1-g2 te hebben en indien de dame weer terug gaat naar f2 speelt wit Lg2-h1-g2 (variant C)

A. 54. Kf2 Dg8 55. Lf1 Dg3+ 56. Ke2 Dg1 57. Lg2 Kh7 58. Kd1 Kh6 59. Ke2 Kg5 60. Kd1 Df2 61. Lh1 Kxh5 62. Lg2
B. 54. Kf2 Da2 55. Kf1 Da1 56. Kf2 Dc1 57. Kf1 De3
C. 54. Kf2 Dg8 55. Lf1 Dg3+ 56. Ke2 Dg1 57. Lg2 Kh7 58. Kd1(58. … Df2 59. Lh1 Da2 60.Lg2 Db2 61. Lf1 Df2 62. Lg2 Kh6 63. Lh1)

Ik weet niet wat dat is. Je loopt gewoon langs een bord en ineens heb je zo’n inval. Misschien dat er mensen zijn die mijn remise theorie kunnen ontkrachten. Ik hou me aanbevolen.

Nog een voorbeeld. In de laatste ronde van het SO-ON toernooi in 2000 was nog één partij aan de gang: Markus (wit) - Pel . Na de 68ste zet stond de stelling van bijgaand diagram op het bord:

Ik keek naar de stelling en zag opeens een fraaie zet. In de partij speelde wit 69. Txb6?? en na 69. …Kxb6 70. Pd5+ Txd5 71. Kxd5 Kc7 werd het remise. Wit kon echter winnen door 69. Pd5! (de variant die ik via een ingeving zag was: 69. …Kxc6?? 70. d8P en mat!! Zwart kan zoals ik al snel opmerkte, beter 69. …Te4+ spelen, maar ook dan wint wit met 70. Kf6! (geen 70. Kf5?? want dan wint zwart met 70. … Kxc6 71. d8D Pd6+). Dit vermijdt 71.…Pd6+ en de promotie van de pion is winnend.

Een bijdrage van mede-clublid Roelof Kroon (waarvoor alle dank).


Geen opmerkingen: