zaterdag, juni 24, 2006


De oplossingen van opgaven 1 en 2.


1. Lasker-Capablanca, Moskou 1936. Zwart ziet kans de belangrijke witte vrijpion te ruilen en wint daarna eenvoudig door zijn materiële voorsprong: 1. ... c3! 2. Dc3x (als wit 2. a7? speelt, dan 2. ... Dd2+ 3. Kb1 c2+ en zwart wint) 2. ... Df1+ Kc2 3. Da6x en de zwarte koning heeft hoogstens nog last van van een enkel schaakje. Onze clubkampioen had de juiste oplossing al doorgegeven!



2. Tonoli-Vandenbroeck, Brussel 1967. Het is duidelijk dat de witte koning wat onprettig staat, maar als zwart meteen 1. ..., Tg2+ 2. Kh5 Tad2 zou spelen, met de bedoeling daarna Td8 en Th8, zou wit 3. Td7 doen en het plan van zwart verijdelen. Toch heeft zwart een aardige methode om een tempo te winnen, namelijk 1. ... Td8! (dreigt 2. ... Tg2+ 3.Kh5 Th8+ en wit gaat mat) 2. Kg3 Td1! (dreigt Tg1 mat) 3.Kg4 Tg2+ 4. Kh5 Td8 en er is mat in het verschiet, bijvoorbeeld 5. Kh6 Th8+ 6. Lh7 Th2. Op 2. h4 speelt zwart 2. ... gh4x 3. Tc7 Tg2+ 4. Kh3 Tg3+ 5. Kh2 (5. Kh4x Tg1 6. Tc6x+ Kg7 en wit kan niet veel meer) 5. ... Td2+ 6. Kh1 Tf3x en zwart wint. Je zult zo'n stelling maar hebben in tijdnood!

Geen opmerkingen: