zaterdag, augustus 19, 2006

De oplossingen van de opgaven 18, 19 en 20 (van 14, 16 en 17 augustus)


Opgave 18.Friedstein-Lutikov,Soviet teamkampioenschappen 1954

Wit (aan zet) zag in deze stelling geen redding meer en gaf op. Hij ging er van uit dat na 1. Txb3, zwart wint met 1. … c2 (2. Tb4+ Kd5 3. Tb5+ Kc6 4. Tb8 Kc7!). Op alle ander zetten komt natuurlijk 1. … c2, of 1. … b2 en zwart wint.
Was dit opgeven van wit terecht?

Nee, na 1.Tb4+! wordt het remise, omdat, wat zwart ook antwoordt: 2. ... Kd5, 2. ... Kc5, of 2. ... Kd3, wit dan de b-pion slaat, waarna de c-pion het promotieveld niet meer bereikt!

Opgave 19. Driemer-Ciocaltea, Kampioenschap van Roemenië 1955

Zwart, die zag dat hij deze partij niet meer kon winnen, zette hier voort (waarschijnlijk ‘voor de tribune’) met 1. … Tg8?? en bood meteen remise aan, met de redenering: 2. Txg8 h2 en het wordt pat. Zijn tegenstander nam het aanbod direct aan. Was dat terecht?

Nee: wit kan winnen met 2. Txg8 h2 3. Kg3! Kg1 4. Kh3+ Kh1 5. Ta8 enz.


Opgave 20. Erbis - Kempff , Stuttgart 1954
Wit speelt en wint!

De probleemzet is hier 1. Lc6!!, waarna zwart opgaf, omdat de strijd voorbij is. Op 1. … Dxc6 volgt 2. De7 mat; op 1. … Lxc6 volgt 2. Td8+ Txd8 3. Dxd8 mat; op 1. … Td8 volgt 2. Dxd8 mat, terwijl wit natuurlijk ook 2. Lxd7+ dreigt enz. De juiste oplossingen zijn ingestuurd door Roelof Kroon (who else?) van SC Ten Boer.

Geen opmerkingen: