zondag, mei 20, 2007

Het Londens Systeem (10)

In de loop van de maanden heb ik diverse partijen ten tonele gevoerd waarin het Londens systeem door wit werd gehanteerd. Zwart kan op dit openigssysteem op verschillende manieren reageren. Ik probeer die verschillende reacties in beeld te brengen. Zo was de 9e bijdrage in deze reeks (15 mei) gewijd aan een partij waarin zwart de Dame-Indische verdediging toepast.

Nu is de beurt aan een partij waarin zwart een opstelling kiest die bij het Slavisch Damegambiet hoort.

Wit: M. Lazic (2478) - Zwart: R. Szuhanek (2406)
Bjeljina 2000
Londens Systeem

1. d4 d5 2. Pf3 c6 (zwart gaat de kant van de Slavische verdediging op) 3. Lf4 (het Londens Systeem komt in zicht!) ... Db6 (een hele snelle Db6 is dit: als zwart deze zet wil spelen gebeurt dat meestal een of enkele zetten later. Kovacevic (die deze partij overigens niet noemt) schrijft in zijn fraaie, in 2005 uitgekomen, Win with the London System: 3. ... Db6 is the critical test of 3. Pf3, but with the black c-pawn modestly parked on c6, 4. Dc1 is quite a acceptable reply) 4. Dc1 (Kovacevic: The easy solution, b3, is often undesirable, as the weakened dark squares a3, b4 and c3 may be embarrassing, with the bishop shut out from the sefence at f4. - Overigens vindt hij b3 in weer een iets andere variant wel een goede voorzetting) ... Lf5 5. e3 Pf6 6. Le2 e6 7. 0-0 c5 (een snelle en krachtige opstoot, die wit op het idee brengt met gelijke munt te betalen) 8. c4!? (c3 lijkt iets meer in de lijn van het Londens Systeem te liggen) ... Pc6 9. dxc5 Lxc5 10. a3 (wit speelt via deze zet een type damegambiet met verwisselde kleuren en streeft naar b4, dat overigens pas veel later op het bord verschijnt) ... dxc4 11. Pbd2 (in plaats van meteen met de loper terug te nemen, brengt wit zijn damepaard in het spel, om via c4 de zwarte dame aan te vallen, met tempowinst) ... Ld3 (zwart wil kennelijk wel lopers ruilen, voordat de witte loper sterk wordt) 12. Pxc4 Lxc4 13. Dxc4 Pd5 14. Lg3 Lxe3!? (zwart besluit, in plaats van af te wachten hoe wit zijn loperpaar eventueel tot gelding zal brengen, zelf een gewaagde combinatie te beginnen: zie diagram)

SZUHANEK

LAZIC

15. fxe3 Pxe3 16. Db5 Dxb5 17. Lxb5 Pxf1 18. Kxf1 0-0 (uit de na de slagwisselingen overgebleven stand blijkt dat zwart een toren en twee pionnen heeft voor twee lichte stukken; het overtal aan lichte stukken aan de kant van wit geeft echter de doorslag) 19. Lxc6 (wit ruilt meteen af: de pion die nu op c6 verschijnt is namelijk heel zwak) ... bxc6 20. Tc1 f6 (zwart verdedigt de pion zelfs niet, die toch verloren zou gaan) 21. Pd4 e5 22. Pxc6 Kf7 23. b4 Tfc8 24. b5 Ke8 25. Lf2 (het witte paard is een te groot obstakel voor zwart; nu wordt pion a7 aangevallen) ... Tc7 26. Tb1 Kd7 27. Td1+ Kc8 (zwart probeert zijn koning op de damevleugel van dienst te laten zijn, maar dat loop niet goed af; wellicht was Ke6 beter geweest, ofschoon ook dan wit uiteindelijk de partij zal winnen, omdat de toren en de loper van wit de zwarte stelling binnen zullen dringen) 28. Td8+ Kb7 29. Pa5 mat!

De volgende keer weer een ander verdedigingssysteem voor zwart!

Geen opmerkingen: