vrijdag, mei 18, 2007

Oplossing opgave 111 (van 13 mei)



Een niet alledaagse wending! Zwart had zojuist met Pxd8 een torenafruil beëindigd, waarna (vanuit de hierboven getoonde stelling) de volgende zet van wit Ld4 was. Later eindigde de partij in remise.

Hoe had wit hier echter (in plaats van Ld4 dus) kunnen winnen?

Oplossing: Palliser - Hunt (Engeland 1998/99)

1. Lf7!! (een sterk staaltje: het veld f7 wordt door zwart 4 keer bestreken en door wit, behalve de loper natuurlijk, die zich en prise stelt, niet 1 keer. De zwarte loper van b7 had ook nog op e6 kunnen staan, het maakt allemaal niet uit!) ... Dxf7 (1. ... Kxf7 betekent na 2. Dxg7+ dameverlies op c7, terwijl nemen door elk ander stuk, eventueel zelfs door een 'virtuele' loper op e6, mat op g7 tot gevolg heeft) 2. Ph6+ Kf8 3. Pxf7 en wit wint.

Jan Pilon (Schaakclub Ten Boer) doorgrondde het geheel; zijn reactie luidde als volgt:

1. Lf7+! De loper slaan met een paard wordt gevolgd door mat, sla je de loper met de koning dan gaat de dame verloren. Op Dxf7 volgt Ph6+.
Jan Pilon, mei 13, 2007.

Geen opmerkingen: