Een zogenaamde miniatuur: een studie waarbij maximaal 7 stukken op het bord staan, wat bepaald niet inhoudt dat ze ook meteen van een wat lichter niveau zijn. Deze studie bijvoorbeeld is bepaald lastig te noemen.
N.B. Er staan twee zwarte pionnen op promoveren!
David Gurgenidze (Georgië, geb. 1953)
Gezien de dreiging van de pionnen op a2 en f2, heeft wit maar één zet om mee te beginnen: 1. Ld3. Hierdoor wordt de toren verdedigd en wordt promotie verhinderd, omdat de toren immers met aftrekschaak naar c1 kan. Zwart kan dus geen pion laten promoveren en gaat daarom met zijn koning uit het bereik van de loper, maar blijft natuurlijk wel zo dicht mogelijk in de buurt: 1. ... Ka5. Nu moet wit zijn toren terughalen, omdat na Tc8 zwart naar b2 loopt en remise heeft, dus: 2. Tc1 Kb4 3. Ta1! (dit lijkt verkeerd, omdat de zwarte koning dichterbij komt en winst ver weg lijkt) 3. ... Kb3 4. Lb1!! (een hele fraaie; op 4. ... f1D volgt La2+ en Txf1 en wit wint en na het slaan van de loper wint wit uiteraard ook, evenals na 4. ... Kb2 5. Txa2) 4. ... f1P+ (het enige dat zwart nog heeft) 5. Kh3! (controleert g3: na bijvoorbeeld 5. Kg1 Kb2 6. Txa2 Kxb1 houdt zwart zijn paard) Kb2 6. Txa2+ Kxb1 7. Te2 en wit wint omdat zwart het paard verliest.
Niet direct een eenvoudig geheel. Ad Mertens (Ten Boer) heeft een oplossing ingestuurd, waarin hij wel de belangrijke beginzet heeft vermeld, maar ten onrechte denkt dat de volgende zet van zwart pionpromotie zou zijn (1. ... a1D).
Eindspelstudie 25. 1. Lc2-d3 a2-a1D 2.Tc4-c1+! Ad Mertens, 23 maart 2008 14:07
Dat is dus niet de beste voorzetting die uiteraard op het bord moet komen: 1. ... Ka5. Uiteraard ondanks dat: dank voor het meedoen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten