donderdag, november 11, 2010

Oplossing opgave 222 (van 7 november)

In deze stelling speelde wit 1. Df3. Beter was bijvoorbeeld 1. Txa2 geweest om te proberen de pion voorsprong tot gelding te laten komen.

1. Op welke zet van zwart zal wit na 1. Df3 hebben gehoopt? Wat was dan zijn antwoord geweest?

2. Zwart liep er niet in, maar wat speelde hij wél?

Oplossing: Füster - Balogh (wat de plaats betreft waar en het jaar waarin deze partij is gespeeld, bestaat kennelijk onduidelijkheid, een verschijnsel waar Alberts SchaakBlog zich al eerder een beetje over verbaasd heeft; volgens de Encyclopaedia of Chess Middlegames: Combinations, van Krogius, Livsic, Parma en Taimanov (Beograd, Chess Informant, 1980) was het Debrecen 1964, terwijl bijvoorbeeld Hans Joachim Hecht in zijn in 1977 verschenen Schach- und Turniertaktik het houdt op het Hongaars kampioenschap van 1945). De lezer mag het zeggen. Bij het raadplegen van het Internet kom ik ook niet veel verder. Beide bovengenoemde mogelijkheden komen voor, maar ook de melding dat men niet de complete partij kan achterhalen. Wat je tegenkomt is dus alleen deze ene stelling. Een wat geheimzinnig geheel. De database http://www.chessgames.com/ noemt de partij ook niet.

1. Wit zal na 1. Df3 vast wel even stiekem op 1. ...Tfa8 hebben gehoopt, waarna 2. Dxa8+ de partij snel zou hebben beëindigd.

2. De zwartspeler koos echter voor 1. ...Db2!! en bord en stukken konden in de kast, omdat wit óf mat gezet wordt (na het nemen van toren of dame, of na 2. Dd1 Dxf2+, of een toren achterstand oploopt na 2. Tf1).

Er werd één (goede) oplossing ontvangen (onze dank) en wel van een anonieme schaker. Hij meldt:

Ik weet niet wat wit hoopte dat zwart zou spelen. Misschien Ta8 maar dat is niet zo goed vanwege Dxa8. Beter is 1... Db2 en zwart wint minimaal een toren.
7 november 2010 16:32

Geen opmerkingen: