woensdag, december 10, 2014

Ten Boer - Middelstum 2: 4½ - 1½ + nieuwe stand interne competitie


In de 3e ronde van de NOSBO-competitie, 2e klasse A, heeft Ten Boer ruim gewonnen van Middelstum 2. Aan enkele borden was sprake van een aanzienlijk ratingverschil in ons voordeel, maar daar was aanvankelijk niet zoveel van te merken. Pas op de lange duur en met alle hens aan dek, betaalden die verschillen zich uit, na lange en taaie verdediging van de Ewsum-bewoners. 

Ik ben trouwens wel een beetje jaloers op schaakclub Middelstum vanwege de mooie plek van hun speellokaal, hun lage contributie (zoals ik van Joop Naaijer hoorde) en hun ledenaantal. Mooie pluspunten! Misschien zitten ze bovendien ook nog eens in een gebouw waar niet tegen 23.00 uur de verwarming wordt afgesloten.

Dat laatste doet me een beetje denken aan het vroegere CJMV-gebouw aan de Spilsluizen in Groningen, waar decennialang is geschaakt en waar vroeger, in de goede oude tijd, op zeker moment, als de heren schakers niet uit eigen beweging opkrasten, het licht werd uitgedraaid als de dienstdoende persoonlijkheden het welletjes vonden. Over anekdotes uit de schaakwereld gesproken....

SC Ten Boer - SC Middelstum 2: 4½ - 1½

1. Klaas Dijkhuizen (z)(1955) - B.Sloot (w)(1419): 1 - 0
2. Piet Beetsma (w)(1664) - B.Koster (z)(1598): ½ - ½
3. Albert Prins (z)(1670) - J.Naaijer (w)(1370): 1 - 0
4. Marten Berends (w)(1485) - S.Gerbens (z)(1411): 1 - 0
5. Gerard Zijlema (z)(1432) - J.van Melle (w)(1367): 0 - 1
6. Harm Buter (w)(1325) - S.de Vries (z)(1316): 1 - 0


Sloot-Dijkhuizen

Van maar enkele partijen heb ik iets gezien. Die van Klaas duurde het langst en toen het zover was en zijn tegenstander had opgegeven (na al wel geruime tijd op verlies te hebben gestaan) beklaagde Klaas zich hardop en vond dat hij een blamerende overwinning had behaald. Dat is natuurlijk een beetje onzin: hij geeft gewoon gewonnen en voor zover ik heb kunnen zien, heeft hij geen moment minder gestaan en was, zoals gezegd, de winst al lang voor het eind zeker. Ik heb de partij een hele tijd gevolgd, maar zag niets anders dan dat wit een nederlaag tegemoet ging. 

Het schijnt tegenwoordig in te zijn om als je hebt gewonnen, jezelf af te kammen en de tegenstander de hemel in te prijzen. Ik doel hierbij niet zozeer op Klaas' opmerking (daar zijn weer andere dingen over te zeggen, zoals bijvoorbeeld dat hij kennelijk van mening is dat een groot ratingverschil steeds zou moeten leiden tot een snelle overwinning, wat natuurlijk niet zo is) als wel eerder ontvangen verslagen. Alsof je je voor een winstpartij moet excuseren. Ja, ik heb dan wel gewonnen, maar ik deed het met veel tegenzin. Kom op heren, een beetje realiteit alsjeblieft! En als je dan al van mening bent dat er onrecht (!?!) is geschied en dat de tegenstander had moeten winnen, werk dan een beetje mee en laat hem/haar een volgende keer inderdaad winnen, dan heeft hij/zij ook eens een fijne avond. Bovendien: wat uiteindelijk de boeken in gaat is bij wie de 1 terechtgekomen is en bij wie de 0 (wie de koek krijgt, wie de gard), verder niets. Laten we dat niet uit het oog verliezen.

Schakers die bovenbedoelde beschrijvingen geven van hun partijen willen iets laten doorklinken van het treurige feit dat iemand die (aanvankelijk wel te verstaan!) goed speelt, door blunders alsnog kan verliezen. Dat is dan jammer, maar het is niet anders. Het verschijnsel komt in de hele sportwereld voor, maar er is niets aan te doen. Het hoort er bij. Onnodig dus om dat om de haverklap weer naar voren te brengen.

In het begin van schaakseizoen 2011-12 schreef ik er al een stukje over op dit weblog. Voor de weetgierigen onder de lezers laat ik er een gedeelte van volgen:

******************************
Uitslagen komen wat nuchter en droogjes over, maar vaak kan daar enig commentaar op worden geleverd, dat de partij in een ander daglicht laat verschijnen. Dat neemt overigens niet weg dat wat overblijft en de boeken ingaat toch weer die simpele 'nullen' en 'enen'  zijn...

Over dit thema las ik ook eens iets in een oud schaakboekje dat ik voor deze gelegenheid even uit de kast heb gepakt. Het gaat om Hoe amateurs schaak spelen: een uitgelezen verzameling brillante schaakpartijen voor alle categorieën schakers door W. Perquin en R. Noordijk ('s-Gravenhage enz.: Van Goor, 1949). Wat lezen wij daarin tot onze verrassing op pagina 90? 

(.....) Men blijft dus bij het eenvoudige, gemakkelijke systeem, de winnaar onder alle omstandigheden een '1' te geven, zonder na te gaan hoe deze '1' verkregen is en de verliezer, die dikwijls dit punt meer waardig is (Albert: !!), steeds met een dikke '0' te begiftigen! (Albert: het betere woordgebruik). Gemakkelijk, zeer gemakkelijk voor de wedstrijdleider, maar in vele gevallen niet juist en rechtvaardig! En ten koste van het spelgehalte!! (Albert: dit laatste begrijp ik niet helemaal, het spelpeil verbeter je  niet door de partijbeoordeling te veranderen, laat ik zeggen emotioneler te maken, maar vooruit). Er moet overal een machtige actie op touw gezet worden, niet alleen voor propaganda van het prachtige Schaakspel, (Albert: dat Schaakspel met een hoofdletter wordt geschreven is natuurlijk volkomen terecht, verder bevat de zin helaas lariekoek!) maar eveneens voor een verheffing van het spelpeil!! (......)

Aan een kant een sympathiek stukje, maar tegelijkertijd helaas onzin. Gezien eventueel gemiste kansen heb je nogal eens de neiging om het voor de verliezer op te nemen, maar een verandering in de beoordeling van een resultaat zou een heel moeizame affaire worden, omdat een heel team van onpartijdige deskundigen zich over elke partij zou moeten buigen en dat zit er uiteraard niet in. Een voetbalteam kan anderhalf uur veel sterker zijn en vijftien keer tegen paal en lat schieten, maar niet scoren, waarna de tegenpartij één  minuut voor tijd na zo ongeveer de enige counter wel een goal maakt en met 1-0 wint... Het kan allemaal.

Aan dit alles is jammer genoeg weinig te doen, kortom we kunnen hier samenvattend spreken van van een utopie. En... wat wedstrijdleiders betreft: ook zonder wijziging van de beoordeling van partijresultaten hebben die werk genoeg!



******************************

Piet speelde remise: ik weet niet zeker of het eind van de partij een pionneneindspel met ongelijke lopers was, waar beide spelers geen heil meer in zagen. Mocht het anders zijn dan hoor ik dat misschien nog.
 Borden 1, 2 en 3 (van achter naar voor); de vocht-
voorziening is verder in volle gang
Ik speelde zelf een aardige partij, maar na de openingsfase stond ik zeker niet beter en moest enige goede zetten doen om niet in het nadeel te komen. Die zetten waren er gelukkig (gelukkiger: ik zag ze ook nog) en na menige afruil leek zich een geheel gelijk midden- en eindspel te ontwikkelen. Beide partijen konden daarin beschikken over 7 pionnen, dame, torens en een paard. De paarden konden sterke posities innemen (en deden dat ook) op c4 en c5, maar wit, druk bezig met zijn paardmanoeuvre, zag over het hoofd dat daarbij op een gegeven moment een pion ongedekt kwam te staan. Zwart nam de pion (je moet wat), wat even later resulteerde in een vrijpion op de b-lijn, die uiteindelijk voor de winst zorgde. 

Na 15 zetten was de volgende stelling bereikt:

Prins
Naaijer

Het vervolg: 16. Tac1 b5 17. Pd2 Tc8 18. Pe4  De7 [eerst wilde ik Db6 spelen, maar kwam toen op het veel betere idee om mijn paard via b6 op c4 te posteren en zodoende de c-lijn af te sluiten] 19. Tc3 Pb6 20. Tfc1 Txc3 21. Txc3 Pc4 22. Pd2 d5 23. Pb3? [beslissend] Pxa3 24. Pc5 Pc4 25. Tc1 [terugnemen op a6 kan niet wegens Ta8 en zwart wint] Ta8 26. Dc3 Dc7 27. Ta1 a5 28. bxa5 Txa5 29. Txa5 Dxa5 30. Dxa5 Pxa5 31. Pa6 Pc6 32. Pc5 Kf8 33. Kf1 Ke7 34. Ke2 Kd6 35. Kd2 f6 36. Pb7+ Ke7 37. f4 e5 38. Kd3 exd4 39. exd4 g5 40. f5 h5 41. h3 b4 42. Pc5 h4 43. Pe6 Kd6 44. Kc2 Pa5 45. Pc5 Pc4 46. Kd3 Pa5 47. Kc2 Pc6 48. Kd3 Pe7 49. Pa6 b3 50. Pb4 Pxf5 en wit geeft op.

Marten wist zijn partij mooi te winnen, via een torenverdubbeling op de a-lijn, waar zijn tegenstander niet voldoende tegenover kon stellen.


Borden 4 en 5
Borden 4,5 en 6








Gerard verloor helaas, maar Harm bleef, gelukkig voor hem en de club, aan de goede kant van de score, waarmee de eindstand is verklaard.

Terzijde:

De nieuwe stand in de interne competitie [dit keer na alleen herwaardering en AMK's]:


Stand na ronde 15 [misschien beter ronde 14A]:

1. Klaas Dijkhuizen 197 p. (SN1; 6-6; 2. Albert Prins 196 (1SN1; 6-5); 3. Jan Pilon 172½ (1SN; 4-4); 4. Piet Beetsma 156½ (SN1; 6-6); 5. Marten Berends 103½ (SN1; 3-3); 6. Ad Mertens 92 (6-6); 7. Wopko Dijkema 71 (5-7); 8. Gerard Zijlema 68 (1SN; 6-6); 9. Harm Buter 63 (5-5); 10. Jerimi Bos 50½ (1SN; 3-2)


Geen opmerkingen: