zondag, augustus 12, 2007

Oplossing opgave 127 (van 7 augustus)

Hoe wist wit in onderstaande stelling de partij verrassend snel naar zijn hand te zetten?

Oplossing: A. Khalifman - O. Romanishin (Luzern 1997)

1. Ld4!! [na 1. Lxc5 dxc5 2. f5 staat wit eveneens op voordeel] Pxd3 [1. ... Txe4 2. Lxg7 f6 (2. ... Pxd3 3. Lf6 en wit wint) 3. Dc3 Pcd7 4. Lxf8 en wit wint] 2. Pf6+! Lxf6 3. Lxf6 en zwart gaf op [3. ... Ph7 4. Txh7! Kxh7 5. Th1+ Kg8 6. Th8 mat]

Gerrit Kroon uit Oenkerk (Friesland) stuurde een antwoord op dat weliswaar niet helemaal compleet was (dat valt ook niet altijd mee: hier evenmin omdat er enkele nevenvarianten zijn) maar waaruit in ieder geval blijkt dat hij de goede weg was ingeslagen:

1. Ld4 is een mogelijke zet voor wit, vooral als zwart de witte dame neemt. Er volgt dan een tussenzet 2. Pf6+ , waarna zwart mat gezet wordt, al moet wit nog enkele stukken geven. Maar... een mens is het enige dier dat nee kan zeggen, als hem een kluifje wordt voor gehouden. Als zwart 1. ... Pxe4 speelt ontstaan er heel andere varianten, die ik in dit bestek niet verder kan uitleggen, maar na veel gedoe winst voor wit opleveren. Gerrit Kroon, blijft oplettend bezig.
augustus 10, 2007

Albert: Na bijvoorbeeld 1. Ld4!! Pxe4 2. Lxg7 Kxg7 3. Dd4+ verliest zwart ook, evenals na 2. ... Pf2 3. Dd4 enz.


Verder nog deze week op Alberts SchaakBlog:

1) Opgave 128

2) Eindspelstudie 15

3) In de ongoing series 'eigen toernooipartijen' een eerste begin van mijn partijen uit het persoonlijk kampioenschap van de NOSBO (reservegroep) 1975-1976. Het leverde een van de aardigste toernooiresultaten op (ik zeg het maar vast): van de 16 deelnemers eindigde ik op de 2e plaats, met 4,5 uit 7.

Geen opmerkingen: