Gisteravond ging het tweede team van Ten Boer, toch tweede op de ranglijst na drie ronden, fors onderuit tegen het onderaan staande Bedum 2. Slechts Harm wist een remise binnen te slepen, bij de andere drie spelers van Ten Boer ging de vlag halfstok. Wopko speelde weer eens de allerlangste partij van de avond. Dat was op zich nog niet zo erg, want hij had op meerdere momenten beslissende zetten kunnen doen. Die deed hij echter niet, maar wat minder was en de toekijkende Albert tot grote wanhoop bracht: in de laatste pakweg 30 á 40 minuten, waarin hij (Wopko) trouw na iedere zet zijn klok indrukte, keek hij niet één enkele keer op het toch zo nuttige wijzer-plaatje, ik herhaal: niet één enkele keer. Kennelijk dacht hij dat de hele nacht ter beschikking stond, of misschien zelfs, naar analogie van eeuwig schaak, had hij visioenen van een eeuwigdurende partij. Maar dat was het dus typisch niet: de partij eindigde zoals ik al twintig minuten van tevoren een eveneens ademloze toekijkende Bedumer fluisterend voorspelde: Ten Boer verloor op tijd.
Ten Boer 2 - Bedum 2: ½ - 3½
1. Harm Buter (z)1422) - D. v. Leusen (w)(1615): ½ - ½.
2. Wim v. Dijken (w)(1305) - M. v. Heumen (z)(1415): 0 - 1
3. Wopko Dijkema (z)(1405) - M. Peterson (w)(1332): 0 - 1
4. Ad Mertens (w)(1207) - F. Moorlag (z)(1449): 0 - 1
In de 23e ronde van de clubcompetitie werden gespeeld:
Roelof Kroon (w) - Albert Prins: 1 - 0
Piet Beetsma (w) - Klaas Dijkhuizen: ½-½
Alfred Rodenboog (w) - Jan Pilon: 0 -1
Fré Blok (w) - Marten Berends: 0 - 1
Albert speelde aanvankelijk tegen Roelof goed en het ging gelijk op, tot eerstgenoemde een schijnoffer toeliet (beter: over het hoofd zag) dat voor hem uit de lucht kwam vallen, omdat hij dacht een noodzakelijke zet te hebben gedaan. Hij kon meteen opgeven en deed dat ook.
Piet speelde tegen Klaas een tijd lang een heel sterke partij en dat leverde hem beslissend voordeel op. Zwart zag zich genoodzaakt een kwaliteit en een stuk (als ik het wel heb tegen een pion) te offeren om nog even het hoofd boven water te kunnen houden. Juist daarna toen het op simpel uitmaken aankwam schoot de witspeler kennelijk tekort, want even later werd als uitslag REMISE gemeld.
Albert zou willen zeggen: hoe is het mogelijk, ofwel, om met kapitein Haddock te spreken:
Alfred leek lang stand te houden tegen de dit seizoen sterk spelende Jan, maar moest uiteindelijk toch het moede hoofd in de schoot leggen en was waarschijnlijk op den duur niet tegen de steeds maar aanhoudende druk opgewassen. Dat is ook vaak om moedeloos van te worden: ik weet het uit eigen ervaring.
Fré redde het niet tegen Marten. Toen Albert even om de hoek keek, was hij er net getuige van dat zwart wit met mat confronteerde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten