In onderstaande stelling heeft de witspeler (in tijdnood) net een laatste winstpoging gedaan met 1. La3?
Zoals hij daar zelf later over meedeelde, zag hij, toen de loper losliet, al de zwarte weerlegging.
Maar een geluk bij een ongeluk: zijn tegenstander (ook krap in zijn tijd) speelde 1. ... De8?, waarna de partij verder ging met: 2. Lxf8 Dxf8 3. Pxc6 Lxc6 4. De5 Dd8 en met remise eindigde.
Hoe had zwart na 1. La3? de partij kunnen winnen? De opgave is moeilijker dan hij in eerste instantie wellicht lijkt!
De bezoeker van Alberts SchaakBlog ziet in de loop van de volgende week de oplossingen van de opgaven 45-47. Nummer 47 morgen op dit weblog!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten