zondag, november 12, 2006

Polerio's hoekspel + Opgave 48

In Madrid vond, aan het koninklijk hof van Filips II, omstreeks 1575 een toernooi plaats, waarvan men aanneemt dat dat het eerste internationale schaaktoernooi was.
Tot de aanwezigen/deelnemers behoorden legendarische schakers als Giovanni Leonardo (geboren in Calabrië in 1542), Paolo Boi, een schaakmeester uit Syracuse, en ook Giulio Cesare Polerio, bijgenaamd l'Abruzzese en geboren in 1548 in Lanciano. Deze Polerio begon hiermee zijn schaakcarrière. Het toernooi schijnt door Leonardo gewonnen te zijn (hij won met 3-2 van Ruy López, ook niet direct een onbekende), waarbij Polerio als secondant (avant la lettre) optrad.

Na dit toernooi besloot Polerio een tijdlang in Spanje te blijven. Later keerde hij weer naar Italië terug, waar hij tot de sterkste schakers van Italië behoorde. Hij overleed in 1612. De door hem opgestelde geschriften geven een goede kijk op het schaakleven in Spanje en Italië in die periode en behoren in dat opzicht ook tot de belangrijkste bronnen.

Ook met de theorie van het schaken hield hij zich bezig en aanbevelingen die hij bij bepaalde varianten deed vorm(d)en belangrijke bijdragen voor de kennis daarvan. Zo schreef hij bijvoorbeeld een verhandeling over het tweepaardenspel in de nahand (1.e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lc4 Pf6 4. Pg5).

Van hem zijn ook voor het eerst zekere mogelijkheden in het eindspel bekend geworden, die hij al omstreeks 1590 onderzocht. Ze worden wel Polerio's hoekspel genoemd, ook wel mat van Polerio, of Polerio's mat.
Dit Polerio's hoekspel is daarom ook zo opmerkelijk, omdat, het onderhavige dame-eindspel (met enkel dames op het bord) op zich niet zo spannend lijkt. Paul Keres zegt bij het eindspel dame tegen dame (in de Duitse uitgave van zijn boek over eindspelen: "Es mag unsinnig scheinen, eine derartige Endspielstellung überhaupt zu erwähnen, denn scheinbar kann einer hier nur dan gewinnen, wenn er sofort die gegnerische Dame erobert. Tatsächlich sind hier aber einige Stellungen möglich, wo ein Teil den Sieg erzwingen kann, und diese muss man unbedingt kennen".
Vervolgens laat hij voorbeelden zien, waarbij het inderdaad om Polerio's hoekspel blijkt te gaan, zonder dat hij overigens die naam gebruikt.

Waarom gaat het nu precies bij dit Polerio's hoekspel?

Ter illustratie het volgende partijfragment. Het gaat hierbij om de partij Kashdan (V.S.) - Flohr (Tsjechoslowakije), ge-speeld op de Olympiade in Hamburg in 1930. Deze partij won de speciale prijs die daar was uitgeloofd voor het mooiste eindspel. (Geheel terzijde: de drie 'gewone' schoonheidsprijzen gingen naar Aljechin (1e) , voor zijn partij tegen Stahlberg; de 2e en de 3e (gedeeld) naar Richter (partij tegen Abramavicius) en naar onze landgenoot Daniël Noteboom (partij tegen Voisin).



Deze stelling moet Kashdan (wit) tijdens de voorgaande zetten vooruit gezien en berekend hebben. Als we de zetten nagaan die zowel wit als zwart nodig hebben voor promotie, zien we dat beide partijen meteen na elkaar dame halen. Helaas voor zwart moet hij een extra zet met zijn koning doen, omdat na 1. Kf5 h4 2. e6 h3 3. e7 h2 4. e8D h1D wit meteen wint door 5. Da8+! De partij verliep daarom als volgt: 1. Kf5 h4 2. e6 h3 3. e7 h2 4. e8D Kg2 5. Kg4! De stelling van de zwarte koning en dame is nu te ongunstig (de dame heeft geen enkele goede zet) om de nederlaag nog te kunnen verhinderen. Dat is dus de kern van Polerio's hoekspel: de mogelijkheden van koning en dame, die beiden in een (zelfde) hoek van het schaakbord zijn beland, zijn zodanig beperkt dat er onvoldoende mogelijkheid tot verdediging overblijft.


Hier gaf Flohr al op, omdat hij zag dat het vervolg zou zijn: 5. ... h1D 6. De2+ Kg1 7. Kg3! en mat in twee zetten! Na 7. ... Df3+ komt natuurlijk 8. Kxf3, omdat het anders pat zou zijn.
Gerelateerd aan de boven genoemde thematiek van Polerio's hoekspel, moet de bezoeker van Albert's SchaakBlog de volgende (bijzonder mooie) opgave zien:

Opgave 48

De vraag luidt: Hoe wint zwart in bovenstaande stelling? Een moeilijke opgave! Er is duidelijk een methode die lijkt te winnen, maar dat toch niet doet (remise) en een meer verborgen winstweg! De oplosser in spé moet daarbij de naam Polerio niet uit het oog verliezen!

De oplossing (en toelichting bij de bijzondere aspecten) van deze opgave in de loop van deze week op dit weblog!

Bronnen:

Chalupetzky, F. und L. Toth: Die Schacholympiade von Hamburg. - St. Leonards on Sea: British Chess Magazine, 1973. (- Repr. of the original 1931 ed.)
Keres, Paul: Ein Lehrbuch der Endspiele für Schachpraktiker. - Hamburg: Rattmann, 1973.
Schuster, T.: Het eindspel: wat de amateur van het eindspel behoort te weten. - Zutphen: Thieme, z.j. - 2 dl.
Silbermann / Unzicker: Geschiedenis van het schaakspel. - Utrecht (etc.): Spectrum, 1977.
Voellmy, Erwin: Schachtaktik. - Tl. 3: Zeit und Raum. - Basel: Majer, 1947.
http://de.wikipedia.org

1 opmerking:

Anoniem zei

Hallo Albert,

Wat een prachtig verhaal en wat een moeilijke (maar mooie) opgave. Het thema kende ik nog niet alhoewel ik al wel eens een situatie op het bord had gezien waarbij promotie van de pion tot dame niet voldoende was om remise te halen tegen een andere dame.

Zoals gezegd een moeilijke opgave. Ik wil toch een poging wagen. Het idee komt uit opgave 21 op je weblog.

1… c5 2. Kb7 (2. Kxc5 Kb7 verliest) Ta8!?/?! 3. Kxa8 Kc8 (Kc7 werkt niet doordat wit een zet eerder schaak zet) 4. d4 c4 5. d5 c3 6. d6 c2 7. d7+ Kxd7 8. Kb7 (8. Kb8 c1D 9. a8D Dc7#) c1D 9. a8D Dc6+ 10. Ka7 Dc5+ 11. Ka6 (11. Kb7 Db5+ 12. Ka7 Kc7 met Polerio’s hoekspel; 11. Kb8 Dc7#) Da3+ 12. Kb7 Db4+ 13. Ka6 (13. Ka7 Kc7 met Polerio’s hoekspel) 13… Da4+ 14. Kb7 Db5+ 15. Ka7 Kc7 met Polerio’s hoekspel

Roelof