Dinsdag 7 november werd de 10e ronde in de onderlinge gespeeld. Afwezig waren Wim van Dijken, Baudewijn Michel, Erik Stam en Ad Mertens.
Roelof Kroon (w) - Jan Pilon (z) : 1-0
In een treffen waarin zwart de Pirc-verdediging hanteerde, ontstond een middenspel waarin beide partijen met elk twee torens, drie lichte stukken en een gelijk aantal pionnen elkaar beentje trachtten te lichten. Zwart had zijn hoop gevestigd op de witte lange rochadestelling en had daarop ook zijn verdubbelde torens gericht en een al tot b3 doorgedrongen pion. Daar wist Roelof met de witte stukken het geheel echter te neutraliseren en zelf op de koningsvleugel van zwart (korte rochade) een aanval te lanceren, met opmarcherende pionnen. Dit initiatief leverde uiteindelijk beslissend voordeel op en toen via verdubbelde torens op de h-lijn mat op h8 dreigde, gaf zwart op.
Klaas Dijkhuizen (w) - Wopko Dijkema (z) : 1-0
De Italiaanse opening verscheen hier op het bord. Anders dan in Klaas' vorige partij echter, waarin Harm Buter via het witte Pg5 (na Pf6) in moeilijkheden kwam, speelde Wopko het veilige Lc5 (na 1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lc4). Er ontstond een middenspel met aan beide zijden dame, twee torens en twee lichte stukken. Op de 24e zet weet wit via een gepende toren een kwaliteit te winnen en het heeft er schijn van dat de partij nog maar kort zal duren. Dat valt echter mee (of tegen). Zwart weet met een vooruitgeschoven paard op e4 een sterke stelling te betrekken en heeft weer mogelijkheden. Het paard verschijnt even later met schaak op e2, waarna wit de kwaliteit terug moet geven. In plaats van in het daarna ontstane dame-eindspel zelf zoveel mogelijk witte pionnen te slaan (de mogelijkheden waren er) doet zwart te veel afwachtende (lees: betekenisloze) zetten, waarna wit alsnog het heft in eigen hand neemt en een gunstige afruil van de dames forceert. Zwart geeft op.
Albert Prins (w) - Harm Buter (z) : 1-0
Wit speelt, zoals voor de hand lag, het Londens Systeem, waar zwart een 'damegambiet-opstelling' tegenover zet (maar dan wel met Lf5 als reactie op 3. Lf4, waarna wit, aldus Kovacevic, niet met c3 kan volstaan, maar meteen met c4 moet komen om initiatief te behouden). Aldus geschiedt. Zwart komt vervolgens iets te driest met zijn pion c5 naar voren, in plaats van eerst de rochade voor te bereiden. Wit kan hier gebruik van maken door door via Da4+ de vijandige koning ietwat te verontrusten. Even later neemt zwart met c5 op d4, waardoor Pf3 op d4 (met aanval op Lf5) niet alleen erg sterk komt te staan, maar bovendien een tempo wint. Wit komt twee pionnen voor, waarna zwart in een al min of meer verloren stelling een toren cadeau doet.
Gerard Zijlema (w) - Marten Berends (z) : 0-1
Met verwisseling van zetten komt men hier met een damegambiet op de proppen. In het middenspel lijkt wit een tikje beter te staan, maar hier is weldra niet veel meer van over, als er wat geruild wordt en zwart een sterk paard op b4 kan posteren. Even later wint hij zelfs een stuk, omdat wit niet kan terugnemen wegens mat op de onderste rij. Als zwart kort daarna ook met een paard beide witte torens kan aanvallen, staakt wit de strijd.
Fré Blok (w) - Piet Beetsma (z) : 0-1
Zwart verdedigt zich Scandinavisch. Na 1. e4 d5 schuift wit de e-pion naar e5, wat naar bekend mag worden verondersteld, hier niet de beste voortzetting is. In feite de Franse doorschuifvariant, waarbij zwart over een 'vrije' dameloper blijft beschikken.
In een later stadium ziet wit een zwarte mogelijkheid om en passant te nemen geheel over het hoofd. Dat hoeft natuurlijk niet meteen fataal te zijn, maar toevallig is het dat hier wèl en wit gaat mat.
Een dezer dagen de nieuwe stand in de clubcompetitie van Schaakclub Ten Boer op Alberts SchaakBlog.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten