In onderstaande stelling zag de witspeler kans om heel snel zijn superieure stelling tot gelding te brengen. Hoe deed hij dat?
Bezoek Alberts SchaakBlog later deze week voor de oplossing.
Nog beter: stuur eerst uw oplossing in via Comments, onder vermelding van uw naam en let daarbij ook op de woordverificatie!
1 opmerking:
Ik denk dat de sleutelzet in deze stelling 1. Tc7 is.
groet,
Jan Pilon.
Een reactie posten