Roelof Kroon (w) - Wopko Dijkema (z): 1-0
Harm Buter (w) - Ad Mertens (z): 0-1
Gerard Zijlema (w) - Albert Prins (z): 0-1
Jan Pilon (w) - Fré Blok (z): 1-0
Marten Berends (w) - Klaas Dijkhuizen (z): 0-1
Baudewijn Michel (w) - Piet Beetsma (z): ½-½
KROON-DIJKEMA
In het begin wist Wopko nog redelijk verzet te bieden en was Roelof, zoals hij later schrijver dezes bekende, nog even licht bevreesd voor een mogelijke goede zet van zwart, maar die verscheen niet op het bord en vanaf dat moment ging het met zwart bergafwaarts. Hij raakte meerdere pionnen achter in een inmiddels ontstaan toreneindspel en gaf uiteindelijk op.
BUTER-MERTENS
In deze partij wist zwart een voorsprong op te bouwen van maar liefst twee lichte stukken, terwijl beiden ook nog over enkele pionnen en de dame beschikten.
Het duurde echter héél erg lang voor Ad deze voorsprong in winst omzette. Het toch zo voor de hand liggende afruilen, desnoods met inlevering van één of beide lichte stukken, om op die manier een gewonnen pionneneindspel te forceren leek bij hem niet bekend. Zodoende kreeg wit keer op keer de gelegenheid om schaak te geven, wat op een gegeven momen tot verlies van een zwart paard leidde. Toch bleef zwart ruim gewonnen staan en na nog vele schaakjes en een geheel overbodige tocht van de zwarte koning over het hele bord, wist Ad dan toch het verdiende winstpunt binen te halen.
ZIJLEMA-PRINS
De witspeler bracht zichzelf in moeilijkheden via een achterstand in ontwikkeling. Hij had een mooi centrum opgebouwd met f3 en e4, maar speelde later Pge2, zonder eerst zijn koningsloper de vrijheid te geven. Noodgedwongen bleef deze onhandige formatie enige tijd staan en toen was het kwaad al geschied. Tenslotte kwam er bij een al zeer goede stand van zwart, tot overmaat van ramp een zg. Zwickmühle tot stand.
De Duitse Wikipedia (die we natuurlijk voor schaakzaken altijd bij de hand hebben) zegt over dit opmerkelijke verschijnsel:
Die Zwickmühle ist ein spezielles Schachmotiv, und zwar eine mehrfache Wiederholung eines Abzugsschachs. In einer Folge von Schachgeboten und Abzugschachs gewinnt man Material. Eine Zwickmühle kommt in der Turnierpraxis sehr selten vor. Berühmt wurde die Zwickmühle durch die Partie Torre-Lasker, Moskau 1925.
Zonder mijzelf, wie ben ik, met Torre te willen vergelijken (hij kon er nog een dameoffer aan verbinden, wat het uiteraard veel mooier maakt) was hier dus wel degelijk een echte Zwickmühle aan het werk (een zeer zeldzaam verschijnsel dus, volgens Wiki):
Zwart speelde hier 23. ... Td3+ en wit gaf op. Zijn enige zet is immers 24. Ke2, waarna 24. ... Txb3+ volgt. Wit moet weer naar d2, waarna opnieuw schaak wordt gegeven met de toren op d3. Wit gaat nogmaals gedwongen naar e2, waarna Txa3+ en Txa1 volgt. Zelfs Albert, die er de laatste tijd een gewoonte van maakt gewonnen stellingen niet te winnen, moet het dan kunnen uitmaken!
PILON-BLOK
Kon zwart (Fré) aanvankelijk de witspeler nog bijbenen, op een gegeven moment raakte hij een pion achter en in het eindspel nog een stuk. Dat was teveel van het goede(?) en wit kon een puntje bijschrijven.
BERENDS-DIJKHUIZEN
In een middenspel waarin Klaas een voorsprong in materiaal had, leek wit nog wel kansen te hebben, omdat de zwarte koning wat gevaarlijk midden op het bord stond. Via een wandeling naar b7 ontdeed zwart zich evenwel van de risico's, waarna wit even later kon opgeven.
De stand na de 22e zet van wit. Er volgde nog: 22. ... Kd7 23. De2 Kc8 24. Td1 Pc6 25. Td3 Dc5 26. De6+ Kb7 27. De4?! Taa8 28. c4 Tae8 en wit gaf op. Zijn laatste zetten waren niet goed, maar wat hij wel had moeten spelen is ook niet erg duidelijk.
MICHEL-BEETSMA
Een degelijke grootmeesterremise. Zwart stond uiteindelijk wat beter, maar bood toen remise aan, een voorstel dat zwart zich niet kon veroorloven te weigeren.
Eén dezer dagen de stand na 3 ronden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten