In de 12e ronde van de clubcompetitie van SC Ten Boer werden gisteravond zes partijen gespeeld, waarin het hard tegen hard ging. Kent u die uitdrukking? Ik moest even terugdenken aan één van de onderwerpen die ik destijds (we schrijven het jaar 1963) had bij het eindexamen middelbare school voor het maken van een opstel. Dat onderwerp was Hart tegen hard. Lijkt me echt leuk voor mensen die bij het spellen de d en de t niet uit elkaar kunnen houden! Ik koos dat onderwerp overigens niet en ook niet Als ik een school mocht bouwen. Als ik echt een school zou mogen bouwen, deed ik het waarschijnlijk niet, maar dat lijkt me als opstel wat aan de korte kant. Ik koos wel als onderwerp de 'Drie van Breda' dat (die) toen kennelijk in de belangstelling stond(en). Het ging erom of je vond dat die vrijgelaten moesten worden of niet. Als ik me goed herinner hield ik een min of meer vurig betoog voor vasthouden, maar met een beetje goede wil en wat mooie volzinnen had ik natuurlijk ook het tegenovergestelde kunnen bepleiten.
Maar goed, terug naar het edele schaakspel. De uitslagen:
Roelof Kroon (w) - Marten Berends: 1 - 0
Wim van Dijken (w) - Klaas Dijkhuizen: 0 - 1
Albert Prins (w) - Gerard Zijlema: 1 - 0
Jan Pilon (w) - Free Blok: 1 - 0
Wopko Dijkema (w) - Piet Beetsma: 0 - 1
Baudewijn Michel (w) - Alfred Rodenboog: 1 - 0
In alle partijen won de speler met de hoogste rating. Volgens sommigen zijn ratings onbelangrijk en zeggen ze niet alles. Dat mag zo zijn, maar ze zeggen toch wel iets. Omdat het de laatste ronde was buiten het Keizersysteem om, betekende dat dat juist nu het ratingverschil in iedere partij groot was, steeds enkele honderden punten. Het kleinst was het verschil, hoewel nog steeds aanzienlijk, in de partij Albert-Gerard en dat bleek ook wel uit het verloop. Zwart hield lange tijd gelijke tred met wit en stond waarschijnlijk op zeker moment zelfs iets beter, waarbij hij nog een goede zet achterwege liet, die later door Klaas (wie anders) werd aangegeven. Wit kon vervolgens afwikkelen naar het eindspel (wel met ongelijke lopers) en een pion winnen. Zwart had daarna met actief pionnenspel in het centrum en centralisering van de koning minstens remise kunnen houden, maar slaagde daarin niet, de witte stelling werd steeds beter en er kon een pion naar 'de overkant' worden gedirigeerd, waarna zwart opgaf.
Over de andere partijen kan ik kort zijn: ik heb er, door de taaie tegenstand van Gerard, vrijwel niets van gezien en kan er dus ook geen verstandig woord over zeggen.
Afwezig waren Harm Buter, Anna Bruijn en Ad Mertens.
De nieuwe tussenstand, heet van de naald:
1. Roelof Kroon 241 p
2. Klaas Dijkhuizen 179 p
3. Albert Prins 153½ p
4. Jan Pilon 139 p
5. Piet Beetsma 126½ p
6. Baudewijn Michel 122½ p
7. Gerard Zijlema 111 p
8. Harm Buter 97 p
9. Marten Berends 94½ p
10. Wim van Dijken 91½ p
11. Wopko Dijkema 78 p
12. Alfred Rodenboog 74 p
13. Free Blok 69 p
14. Ad Mertens 50½ p
15. Anna Bruijn 49 p
Geen opmerkingen:
Een reactie posten