Mijn naam is Albert Prins. Ik schaakte bij SC Ten Boer van 1976 tot het einde van de club (terugloop van het ledental) op 26 mei 2015, na eerder te hebben gespeeld bij SC Helpman (1964-1967 en 1970-1975) en bij Het Kasteel in Coevorden (1962-1963 en 1968-1970). Vanaf september 2015 schaak ik bij SV Lewenborg. Met dit weblog begon ik medio 2006.
Eigen foto: Aalborg Fjord (Langerak), Denemarken, 8 juni 2005; 09:52
woensdag, april 25, 2012
Ronde 30 in clubcompetitie Ten Boer
In de 30e ronde van de onderlinge competitie van SC Ten Boer werden enkele zinderende partijen gespeeld. Voordat de worstelingen op de 64 velden begonnen was de deskundigheid van de wedstrijdleider nog aan enige twijfel onderhevig, maar nadat deze veelbeproefde functionaris orde op zaken had gesteld en desgevraagd voor uitleg had gezorgd, verliep de avond verder rustig en kon hij, toen de kruitdampen waren verdwenen, de volgende uitslagen noteren:
Roelof Kroon (w) - Piet Beetsma: 1 - 0
Klaas Dijkhuizen (w) - Alfred Rodenboog: ½ - ½
Albert Prins (w) - Jan Pilon: ½ - ½
Harm Buter (w) - Erwin Kok: 0 - 1
Ad Mertens (w) - Gerard Zijlema: 0 - 1
Marten Berends (w) - Fré Blok: 1 - 0
Afwezig: Wopko Dijkema (nog gefeliciteerd, nee, niet met je afwezigheid, maar met je verjaardag!) en Erick Erdtsieck. Wim van Dijken had een SN1 (bijzonder SN).
Roelof had in een heel spannende partij de nodige moeite met Piet die pittig tegenstand bood. De zwarte lopers namen mooie posities in en Roelof moest alle zeilen bijzetten om onheil te voorkomen. Dat lukte evenwel redelijk omdat zwart op zeker moment gedwongen werd zijn dame in te leveren voor enig los materiaal. Zo ontstond een eindspel waarin wit de dame had en een viertal pionnen en zwart een toren, loper en drie pionnen (als Albert uit het hoofd de pionnetjes goed heeft bijgehouden). Zwart deed zijn best om staande te blijven en had misschien een 'vesting kunnen bouwen' waar de witte dame geen gat in had kunnen schieten, maar dat lukte niet, al was het alleen maar wegens een steeds nijpender tijdgebrek.
Wit had alle tijd en kon rustig schaakjes geven en eens een pion opspelen. Die combinatie werd zwart noodlottig en op het laatst ging door een schaakje ook de toren verloren.
Hoorde de hierboven beschreven partij al tot de 'zinderende', die tussen Klaas en Alfred mocht er ook zijn. In een middenspel van lichte stukken en pionnen liet Klaas zijn koning strijdlustig naar het slagveld opmarcheren. Zijne majesteit verslikte zich echter in een door zwart opgezet valletje: zwart nam een pion die niet door de koning kon worden teruggenomen, wegens stukverlies. Dat leidde evenwel tot het sneuvelen van nog een pion en zo gingen beiden een voor wit verloren eindspel in. Daarin bracht zwart het een heel eind, maar net niet ver genoeg. Over enkele toch niet echt moeilijke zetten dacht hij lang na en die tijd ontbrak toen het helemaal uit was en wit alleen nog wat kon spartelen om het mat uit te stellen. Dat lukte wonderwel omdat zwart door zijn vlag ging, maar omdat wit geen matpotentieel meer had (zo zou je de koning alleen rustig kunnen noemen) was remise het resultaat. Met nog 20 seconden op de klok had zwart de winst kunnen pakken. Toch grotendeels knap gespeeld door Alfred, maar ook Klaas had uiteraard zijn aandeel in het spektakel. Een partij die het aanzien helemaal waard was!
Dat gold in heel wat mindere mate voor de partij tussen Albert en Jan, die er weer eens remise van maakten, dit keer na 16 zetten, dus op het moment dat de strijd eigenlijk nog moest beginnen. Zwart had even het initiatief, maar toen hij remise voorstelde, wat wit (natuurlijk?!!) aannam, was dat al weer afgezwakt. Snel verder met de volgende partij!
Hoe het precies verliep in de partij Harm-Erwin heb ik niet gezien, maar laatstgenoemde wist zich in ieder geval al combinerend van de overwinning te verzekeren. Dat hij volgend seizoen een aanwinst voor clubcompetitie zal betekenen, staat al wel vast!
Ad raakte tegen Gerard verzeild in een middenspel waarin hij twee torens had en Gerard over toren en beide lopers beschikte. Die lopers stonden ook nog zo overheersend op het bord dat het een ongelijke krachtmeting werd en zwart het punt dankbaar incasseerde.
Marten offerde tegen Fré een loper tegen een pion of twee. Albert had toen niet direct de indruk dat zwart op winst stond, maar Fré besloot een handje te helpen en deed enkele zetten die het er niet beter op maakten. Hij verloor nog een pion en even later, toen ik weer eens passeerde, bleek de zwarte dame ineens met de noorderzon verdwenen te zijn. Onnodig te zeggen dat de partij toen niet lang meer duurde....
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten