Het zich nog een beetje verbeteren van de Boersters van team 2, waar Albert gisteren over repte, is er niet van gekomen. De thuisclub delfde met 3-1 het onderspit. Dit was meteen de laatste ronde in de 3e klasse B. De eindrangschikking zal t.z.t. Alberts SchaakBlog niet ongezien passeren!
Harm verklaarde later een aanval op zijn koningsvleugel niet goed behandeld te hebben. Dat zal inderdaad zijn nederlaag kunnen verklaren.
Toen ik (Albert) me bij het bord van Wim vervoegde in de loop van de avond had hij een gewonnen stelling op het bord met een stuk meer. Hij voerde dit beheerst tot winst.
Wopko zag ik worstelen met een wat moeilijk middenspel. met een geïsoleerde centrumpion aan zijn kant. Hij redde het uiteindelijk niet.
Ad, die aan het 4e bord de tegenstander met de hoogste rating trof (waarom ook niet), trok ook aan het kortste eind. Ik meende aanvankelijk dat hij in het middenspel nog goede mogelijkheden had, maar zijn tegenstander wist, toen ik vrijpostig die mening naar voren bracht, die snel te ontzenuwen. Of hij daar helemaal gelijk in had weet ik niet, maar ik besloot het daar maar bij te laten. Er werd per slot van rekening nog geschaakt.
SC Ten Boer 2 - SC Roden 3: 1 - 3
1. Harm Buter (z)(1422) - O. Diebrink (w)1521): 0 - 1
2. Wim van Dijken (w)(1305) - M. Cox (z)(1290): 1 - 0
3. Wopko Dijkema (z)(1405) - K. Duisterwinkel (w)(1332): 0 - 1
4. Ad Mertens (w)(1207) - A. Meijster (z)(1534): 0 - 1
Dan de 29e ronde in de clubcompetitie, waar twee leden van ScepU (Usquert) aan meededen. Erwin (Kok) heeft al verklaard dat hij volgend seizoen aan onze interne wil meedoen. Van Erick (Erdtsieck) moeten we dat nog even afwachten. Ik zou hem willen suggereren, om met Frans Derksen te spreken: doen! Hun eerste indrukken zullen zij hopelijk (net als wij) als positief hebben ervaren, wat in ieder geval moet gelden voor hun resultaten aan het bord: twee overwinningen!
Roelof Kroon (w) - Klaas Dijkhuizen: 1 - 0
Marten Berends (w) - Albert Prins: 0 - 1
Erwin Kok (w) - Alfred Rodenboog: 1 - 0
Gerard Zijlema (w) - Erick Erdtsieck: 0 - 1
Afwezig: Fré Blok en Piet Beetsma.
Roelof bereikte tegen Klaas een eindspel met elk een toren en aan de kant van wit één pion meer. Hij wist dit tot winst te voeren, waarmee hij zijn titelaspiraties weer nieuw leven inblies, maar later bleek dat omstreeks de 35e zet zwart een remisemogelijkheid had gemist. It's all in the game, zou Albert bijna willen zeggen, omdat hij de uitdrukking 'het is maar een spelletje' gisteravond weer opving. Het zal best een spelletje (liever: spel) zijn, maar dan een dat je tegenstander (en jij ook) BIJZONDER, BIJZONDER GRAAG wil winnen! Dat lijkt het begrip 'spelletje' al tegen te spreken. Men leze Homo ludens van Johan Huizinga met bijvoorbeeld het commentaar van (schaak)journalist Evert Straat in Schaakpraat, er nog maar eens op na. Nog een reden om het woord 'spelletje' niet al te achteloos te gebruiken: Jan Hein Donner omschreef het schaakspel eens als het tegenovergestelde van communicatie. Waarvan akte.
Marten stond tegen Albert na de opening goed, maar overzag even later de zet Pf6-d5, waarmee het brave paardje zowel een ongedekte loper op f4 als een ongedekte pion op c3, die de basis vormde voor de meeste witte pionnen, aanviel. Daar was niet veel aan te doen en betekende voor wit het begin van het einde.
Erwin en Alfred speelden een spannende partij die uiteindelijk door Erwin gewonnen werd. Vlak voor het eind had Alfred volgens Albert nog een (waarschijnlijk) winnende voortzetting tot zijn beschikking, maar deed een zwakke torenzet, waardoor de uitslag geheel kantelde, om het zo maar eens uit te drukken.
Ook Gerard en Erick speelden een partij op leven en dood. Hoewel Gerard een stuk achterraakte, speelde dat geruime tijd geen (grote) rol, omat beide partijen nog over zwaar materieel beschikten. De ene dreiging volgde de ander op en zo ging dat geruime tijd door, tot Erick eindelijk kans zag zijn tegenstander bij de keel te grijpen (gelukkig alleen figuurlijk) en het punt veilig te stellen.
Roelof stuurde nog een mailtje over zijn partij tegen Klaas:
In het toreneindspel van mijn partij deed wit een onnauwkeurige zet, waardoor zwart waarschijnlijk met remise kon ontsnappen. Klaas zag deze mogelijkheid, maar greep zijn kans niet, zodat wit alsnog de partij kon winnen.
Het gaat om de stelling:
Dijkhuizen
Kroon
Wit speelde hier vlak voor de tijdcontrole 33. h4? Te4! 34. Kf3 Kf7 35. b4 en nu speelde zwart 35... Kg6 (de beruchte 35ste zet). Na 35... h5 36. Tg1 kan wit niet goed verder komen op de damevleugel omdat de toren van wit gebonden is aan de g-pion. Waarschijnlijk zou het eindspel dan in remise eindigen. Na zwarts zet kwam 36. a4 a6 37. b5 axb5 38. axb5 en wit kan net op tijd de damevleugel onder vuur nemen met zijn toren, waardoor een zet als 38... h5 39. gxh5+ Kxh5 40. Ta7 naar winst leidt omdat pion d5 verloren gaat. Een voorbeeldvariant: 40... cxb5 41. Txb7 Txh4 42. Txb5.
In plaats van 33. h4 had wit 33. h3 of 33. Kf3 moeten spelen. In dat geval kan wit op de manoeuvre met h6-h5 reageren door de g-pion met de h-pion en de koning te dekken. De witte toren blijft dan vrij om de damevleugel aan te vallen.
Ik ben benieuwd of iemand nog andere wendingen voor wit of zwart ziet, die tot een andere conclusie leiden. Bijvoorbeeld: heeft wit nog mogelijkheden om in de variant na 35... h5 op winst te spelen?
Groet, Roelof.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten