Opgave 29
In deze stelling (partij uit de Olympiade 1956 in Moskou) deed de volgende zet van de witspeler de balans meteen in zijn voordeel doorslaan. Zwart werd in enkele zetten mat gezet, maar ook al had hij sterker gereageerd, dan was wit toch aanzienlijk beter blijven staan. Welke zet wordt bedoeld?
Oplossingen van opgaven vrijdag 15 september!
Groningen in beeld:
Onderstaande foto heeft niets met schaken te maken (moet kunnen) maar is gewoon wel aardig: het Ten Boerster bos (genomen op 10-9-06, 17:06)
Even klikken voor optimaal resultaat!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten