Het moet een aparte gave zijn om dergelijke kunstwerkjes samen te kunnen stellen, die er dan bovendien in de beginstand ook nog als vokomen 'normale' stellingen uitzien.
Ik heb, zoals ik enkele dagen geleden meedeelde, besloten elke week er één op mijn weblog te zetten. De laatste was studie 11, waarvan men een oplossing kan opsturen en waar inmiddels ook (en goed!) op is gereageerd.
Als voorbeeld van een zeer geslaagde compositie wil ik de volgende studie van Wladimir Bron op Alberts SchaakBlog zetten, met het antwoord erbij.
Wladimir Akimowitsch Bron (14 sptember 1909 - 1 oktober 1985) war ein russischer Schachkomponist. Im Alter von elf Jahren erlernte Bron das Schachspiel. Aber erst 1920 nach seiner Übersiedelung nach Charkow begann er im Schachklub der Stadt, der von Alexej Alexandrowitsch Aljechin, dem Bruder Alexander Aljechins geleitet wurde, sich systematisch mit der Schachliteratur zu befassen. 1928 bis 1946 traf er am Schachbrett auf eine Reihe sowjetischer Meister. Allerdings fühlte er sich mehr zur Schachkomposition, besonders zu den Studien, hingezogen.
1924 publizierte Bron seine erste Aufgabe, zwei Jahre später errangen zwei seiner Studien erste Auszeichnungen. Wesentliche Impulse gaben in den Jahren 1930 und 1931 sein Zusammentreffen mit Leonid Kubbel und seit 1927 seine Freundschaft mit Korolkow.
Bron war ab 1956 Internationaler Schiedsrichter für Schachkomposition und seit 1976 Grossmeister für Schachkomposition. Er komponierte etwa 400 Studien sowie mehr als 600 andere Schachkompositionen. Unter den etwa 440 Auszeichnungen, die er dafür erhielt, befanden sich 80 Preise.
In Drei- und Mehrzügern bevorzugte Bron Mustermatts, wobei er unbemerkte, mit Hilfe des schwarzen Königs stattfindende Schließung ausarbeitete. Seine Lieblingsgattung waren jedoch die Studien, in denen er versuchte, beiderseitig vollwertiges Spiel, feinsinnige Motivation der Züge, Originalität und Gedankentiefe einzubringen. Er arbeitete dabei die Themen der weit voneinanderstehenden Bauern, aufeinanderfolgender Synthese, Dauerschachdrohung sowie Gegenfelder der Könige aus.
Wit wint!
Wit staat drie pionnen voor, maar moet nog de meest fraaie zetten doen om te winnen!
1. Te5! (meteen al een donderslag bij heldere hemel: andere zetten leiden hoogstens tot remise, bijvoorbeeld 1. b7 Txd6+ 2. Kg5 Tb6 3. Te7 Txb7! en remise wegens pat als wit de toren neemt; of 1. Te6 Txd6! en alweer remise) ... Txe5 2. d7! (2. ... Te8 kan nu niet en 2. ... Td5 wordt gevolgd door 3. b7 Txd7 4. b8D Th7+ 5. Kg6(!) en wit wint) ... Te6+ 3. Kg5! (voor het slagen van de witte plannen moet de koning de velden h6, g6 en f6 onder controle houden) ... Txb6! (hierop is de zwarte verdediging gebaseerd, omdat zwart immers, na een ondoordacht 4. deD? PAT zou staan!). Maar wit speelt: 4. d8P!! en zwart, die aan zet is, kan alleen met de toren spelen en die kan maar liefst naar 9 velden, maar op elk veld gaat de toren vervolgens verloren!
Deze studie bevat niet alleen een paar meesterlijke zetten van wit, maar ook nog een mooie pointe voor zwart (3. ... Txb6!) en dat is een belangrijk punt: een studie wint uiteraard aanzienlijk aan kracht en maakt des temeer indruk als ook het tegenspel sterke punten bevat (beiderseitig vollwertiges Spiel, zie boven)!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten