Alberts SchaakBlog ontving van Roelof alsnog zijn partij (met zijn eigen commentaar) tegen Klaas, uit de 30e ronde, van afgelopen dinsdag. Ik noemde de partij al zo ongeveer beslissend voor het kampioenschap van onze club.
Wit: Roelof Kroon - Zwart: Klaas Dijkhuizen
Clubcompetitie SC Ten Boer
22 april 2008
Caro-Kann
1.e4 c6 2.d4 d5 3.Pc3 (Dit keer geen doorschuifvariant na mijn harde verliespartij tegen Klaas eerder dit seizoen) 3...dxe4 4.Pxe4 Lf5 5.Pg3 Lg6 6.h4 h6 7.Pf3 e6 8.Pe5 Lh7 9.Ld3 Lxd3 10.Dxd3 Pf6 11.Ld2 Pbd7 12.f4 Ld6 13.0–0–0 Dc7 14.Pe4 (Ik had ooit eens een partij met het idee met Pf3-e5, f2-f4 en later Pg3-e4, Dd3xe4 gezien. Het idee was volgens mij dat wit op de koningsvleugel kan aanvallen. Naslag in een openingsboek leert dat het allemaal bekend is in de theorie) 14...Pxe4 15.Dxe4 Pf6 16.De2 0–0–0 17.g4 (Ik vond dinsdagavond dat wit in deze stelling goed staat. Wit heeft een concreet plan: aanvallen op de koningsvleugel met g2-g4-g5. Zwart heeft niet veel tegenspel. Veld d5 lijkt een mooi veld voor het paard, maar met c2-c4 jaagt wit het meteen weer weg, waarna mijn loper naar c3 kan. Het enige plan dat ik kan bedenken is om met c6-c5 te breken, maar dat verbetert zwarts koningsstelling niet echt. Na uitvoer van mijn 17e zet schrok ik echter. Zwart kan met h6-h5 een mooi veld voor zijn paard op f5 krijgen. Qua structuur heeft zwart het voordeel, maar qua ruimte en bewegingsvrijheid blijft wit in het voordeel. Wit moet echter wel actief spelen, anders komt het paard op f5 en moet wit de hele tijd de pionnen op d4 en h4 verdedigen. Daarom denk ik dat wit beter eerst 17. h5 kan spelen om h6-h5 te voorkomen) 17...h5 18.g5 Lxe5 (Na 18...Pd5 kan wit verder met 19.Thf1. Na 19.c4 Lxe5 20.fxe5 Pe7 21.Lc3 Pf5 prefereer ik zwarts stelling vanwege het prachtige paard op f5) 19.fxe5
Stelling na 19. fxe5
19. ...Pe8 (Klaas was in eerste instantie 19...Pg4 van plan, maar dan kan wit veld d6 met zijn loper bezetten met 20.Lb4 en eigenlijk doet zwarts paard niet veel op g4. Ikzelf zat vooral naar 19...Pd5 te kijken. Wit kan behalve 20. Thf1 zoals hierboven na de 18de zet al aangegeven ook verder met 20.c4 Pe7 21.Le1 Pf5 22.Lf2. Het idee is dan met de torens en dame naar de damevleugel te gaan. Ik was tijdens de partij echter 20.g6 fxg6 21.Dg2 van plan. Na 21...Pe7 22.Lg5 wint wit zijn pion terug. De druk op g7 wordt echter gecompenseerd door de druk op d4. Dus het is niet duidelijk wie beter staat. Ook na 21...Df7 22.Thf1 De8 23.Tg1 kan zwart zijn extra pion op g6 niet behouden). 20.Lb4 (Op zoek naar activiteit. Het idee is om de damevleugel onder vuur te nemen. Verder komt veld d6 vrij voor de loper, maar zodra het zwarts paard op f5 komt moet de loper weer weg) 20...g6 21.Th3 Dd7 (Ik denk dat wit momenteel beter staat.Zwart kan niet zoveel, alleen afwachten. Daar tegenover staat dat ik nog steeds niet zie hoe wit verder kan komen en zwarts stelling op de damevleugel kan openbreken) 22.c4 (Misschien is 22.Ta3 b6 23.Tf1 beter, maar ik heb het niet eens ovewogen) Na 23... Dxd4 komt 24. Da6+. 23... Pg7 kan ook niet vanwege 24. Da6+ Kb8 25. Ld6+ Ka8 26. Dxb6. Verder dreigt er 24. Taf3) 22...Pg7 23.Ta3 b6 24.Ld6 (Ik had hier niet zo veel tijd meer, dus kon de gevolgen van 24. d5 c5 niet goed doorrekenen. Achteraf denk ik dat het de beste kans is om nog iets te bereiken. Bijvoorbeeld 25.Lc3 Pf5 26.d6 en nu kan 26... Pxh4 niet vanwege 27. De4 met dubbele aanval op hout (Ph4) en veld (a8).Toch zie ik ook in deze stelling niet hoe wit verder kan komen) 24...Pf5 25.c5 Db7 (25...Pxh4 kan niet vanwege 26.cxb6 Db7 27.bxa7) 26.Df2 Kd7 27.Tdd3 Ta8 28.Tdb3 b5 29.Ta5 a6 30.Df4 (30.a4 is nog een idee om verder te komen. Na 30...Ta7 heb ik mijn dame echter liever op e4 staan. Vandaar de maneuvre met de dame). 30...Ta7 31.De4 Tha8 32.Tba3 Dc8 33.b4 (Nu schuift alles dicht). 33...Dd8 34.Tf3 De8 35.Kd2 Dg8 36.Ke1 De8 37.Kf2 (De stelling is volledig verzand. Wit komt niet meer verder. Misschien kan zwart nog een keer Pe7 spelen) 37...Dg8 38.Td3 De8 39.Kg2 Tc8 40.Kh3 Tca8 41.Tc3 Tc8 42.Tc1 Tca8 43.Ta1 Dc8 44.Dd3 Db7 45.De4 (Mijn laatste plan was 45.a4 , maar dan moet wit nog oppassen dat het openen van de stelling niet in zijn nadeel uitvalt. Als de zwarte dame bijvoobeeld op h1 kan komen staat wit al mat. Na 45...bxa4 46.T1xa4 moet wit daarom voorkomen dat de zwarte dame op veld b5 kan komen).
(½–½)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten